10 OKTOBER 1995. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap houdende vaststelling van bijzondere erkenningsvoorwaarden van de leerovereenkomsten en van de gecontroleerde leerverbintenissen voor bepaalde beroepen in de vorming van de Middenstand (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 04-05-1996 en tekstbijwerking tot 04-12-2003)
Art. 1-3, 3bis, 3ter, 3quater, 4-6
Artikel 1. Om een leerovereenkomst of een gecontroleerde leerverbintenis als rekenplichtige, verzekeringsmakelaar, opticien, tandprothesetechnicus, bandagist, orthesist of prothesist te kunnen ondertekenen, moet de leerling volgende voorwaarden vervullen :
1. de volle leeftijd van 16 jaar op 31 december van het jaar hebben bereikt waarin de vorming begint;
2. houder zijn van het eindgetuigschrift van het lager secundair onderwijs.
Art.2. De duur van de vorming voor de beroepen van rekenplichtige en van verzekeringsmakelaar wordt op 2 jaar vastgelegd.
Art.3. De duur van de vorming voor de beroepen van bandagist, orthesist en prothesist wordt als volgt vastgelegd :
1. Bandagist : 2 jaar;
2. Orthesist : 3 jaar, de vorming als bandagist inbegrepen;
3. Prothesist : 4 jaar, de vormingen als bandagist en orthesist inbegrepen.
Art. 3bis. (Ingevoegd bij BDG 2000-05-25/39, art. 2, Inwerkingtreding : 25-05-2000) § 1. Om een leerovereenkomst voor het beroep van bankbediende te kunnen ondertekenen, moet de leerling houder zijn van het getuigschrift van hoger secundair onderwijs.
§ 2. (De leerling die een leertijd voor het beroep van bankbediende volgt, verkrijgt van zijn ondernemingshoofd een maandelijkse minimale leertoelage ten belope van :
a) euro 313 voor het eerste jaar van de technische cursussen, tussen 1 juli en 31 december;
b) euro 332 voor het tweede jaar van de technische cursussen, tussen 1 januari en 30 juni;
c) euro 351 voor het tweede jaar van de technische cursussen, tussen 1 juli en 31 december;
d) euro 370 voor het tweede jaar van de technische cursussen, tussen 1 januari en 30 juni;
e) euro 390 voor het derde jaar van de technische cursussen, tussen 1 juli en 31 december;
f) euro 409 voor het derde jaar van de technische cursussen, tussen 1 januari en 31 juli.
Moet een leerling overzitten, dan wordt de ten laatste uitbetaalde leertoelage tot het einde van de kalendermaand toegepast waar de doeleinden van de overeenstemmende klas bereikt worden.) <BDG 2002-09-04/73, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2002>
Art. 3ter. (Ingevoegd bij BDG 2000-05-25/39, art. 2, Inwerkingtreding : 25-05-2000) Wat de erkenningsvoorwaarden van de leerovereenkomsten en van de gecontroleerde leerverbintenissen in de voortdurende vorming van de Middenstand voor de beroepen bedoeld in voorliggend besluit betreft, gelden de bepalingen van het ministerieel besluit van 27 oktober 1978 houdende bepaling van de erkenningsvoorwaarden van de leerovereenkomsten en van de gecontroleerde leerverbintenissen in de voortdurende vorming van de Middenstand, behalve als voorliggend besluit iets anders bepaalt.
Art. 3quater. <Ingevoegd bij BDG 2003-05-15/00, art. 2; Inwerkingtreding : 01-07-2003> § 1. Om een leerovereenkomst als " beroepschauffeur " te kunnen afsluiten, moet de leerling in het kalenderjaar waar de leerovereenkomst of de gecontroleerde leerverbintenis begint, krachtens de wetgeving over de rijbewijzen gerechtigd zijn om de leervergunning met het oog op het verkrijgen van het rijbewijs van klas B aan te vragen.
§ 2. De personen die op het ogenblik bepaald voor het begin van de leerovereenkomst reeds in het bezit zijn van het rijbewijs klas C1E, CE resp. van een ermee gelijkgestelde vergunning om te sturen, mogen niet een leerovereenkomst onder de door de Duitstalige Gemeenschap voor het beroep van " beroepschauffeur " bepaalde algemene en bijzondere voorwaarden afsluiten.
§ 3. De kosten aangegaan door de leerling om de rijbewijzen B, C1, C, C1E en CE te verkrijgen, moeten door het opleidingsbedrijf worden gedragen.
§ 4. Tijdens de opleiding mag de leerling niet met een voertuig op de openbare weg rijden zonder begeleid te zijn door de in de leerovereenkomst vermelde opleider(s).
Art.4. Worden afgeschaft :
1. het ministerieel besluit van 24 november 1982 houdende vaststelling, wat het Duitse taalgebied betreft, van bepaalde bijzondere modaliteiten voor de toepassing van de reglementering op het stuk van de voortdurende vorming in de Middenstand;
2. het besluit van de Executieve van 3 oktober 1984 tot wijziging van het ministerieel besluit van 24 november 1982 houdende vaststelling van de bijzondere erkenningsvoorwaarden van de leerovereenkomsten en van de gecontroleerde leerverbintenissen voor de beroepen van kleinhandelaar en groothandelaar in de voortdurende vorming van de Middenstand;
3. het besluit van de Executieve van 24 januari 1989 houdende vaststelling van de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van de leerovereenkomsten en van de gecontroleerde leerverbintenissen voor het beroep van verzekeringsmakelaar in de voortdurende vorming van de Middenstand;
4. het besluit van de Executieve van 24 januari 1989 houdende vaststelling van de bijzondere voorwaarden voor de erkenning van de leerovereenkomsten en van de gecontroleerde leerverbintenissen voor het beroep van rekenplichtige in de voortdurende vorming van de Middenstand.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1995.
Art. 6. De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 10 oktober 1995.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap :
De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Volksgezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme,
J. MARAITE
De Minister van Jeugd, Vorming, Media en Sociale Aangelegenheden,
K.-H. LAMBERTZ