22 JULI 1996. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de culturele centra (VERTALING). - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-12-1996 en tekstbijwerking tot 12-12-2001.)
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De procedure tot erkenning en rangschikking in categorieën.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - Schorsing van de toekenning van de toelagen, declassering en intrekking van de erkenning.
Art. 4-5
HOOFDSTUK IV. - De toelagen.
Art. 6-14
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 15-17
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. In de zin van dit besluit wordt verstaan onder:
- het decreet: het decreet van 28 juli 1992 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de culturele centra, gewijzigd bij het decreet van 10 april 1995;
- het Bestuur: de Algemene Directie van Cultuur en Communicatie van het Ministerie van Cultuur en Sociale Zaken;
- de Inspectie: de Algemene Inspectie van Cultuur en Communicatie;
- de Minister: de Minister tot wiens bevoegdheid Cultuur behoort;
- de Commissie: de Adviescommissie voor de culturele centra bedoeld bij het decreet;
- het Centrum: het Cultureel Centrum.
HOOFDSTUK II. - De procedure tot erkenning en rangschikking in categorieën.
Art.2. § 1. In toepassing van artikel 10, lid 1, van het decreet, worden de lokale culturele centra in vier categorieën gerangschikt: categorie 1, categorie 2, categorie 3 en categorie 4. De regionale culturele centra worden in drie categorieën gerangschikt: categorie 1, categorie 2 en categorie 3.
Deze categorieën worden bepaald volgens het in bijlage gevoegde criteriarooster.
Elk cultureel centrum wordt in een van deze categorieën gerangschikt voor een periode van vier jaar. Wanneer een proefperiode voorzien is, is deze in de periode van de 4 jaren inbegrepen.
§ 2. Om de Minister in de mogelijkheid te stellen een cultureel centrum te erkennen en het in een van de in § 1 van dit artikel bedoelde categorieën te rangschikken, is het Centrum ertoe verplicht bij het bestuur en in de vormen die het Bestuur voorhoudt een dossier in te dienen voor erkenning en rangschikking waarin zijn vervat:
1° de in artikel 12 van het decreet bedoelde gegevens;
2° de in de criteria bedoelde gegevens die als bijlage bij dit besluit zijn bepaald;
3° een ontwerp van programma-overeenkomst zoals opgesteld bij besluit van de Regering van 15 mei 1995.
§ 3. Indien het dossier volledig is, geeft het Bestuur aan het centrum dat erop verzoekt kennis van de weigering de aanvraag in te willigen en vestigt de aandacht op de ontbrekende gegevens om zodoende gevolg aan de aanvraag te kunnen geven.
Zodra het Bestuur over het volledig dossier beschikt, stuurt het een bericht aan het cultureel centrum waarin wordt medegedeeld dat de aanvraag zal worden onderzocht en waarin de namen en adressen van de Inspecteurs belast met het opmaken van het verslag bedoeld bij lid 4 van deze paragraaf worden vermeld.
Vanaf deze datum is het Centrum ertoe verplicht de Inspecteur op de hoogte te houden van de data en de plaatsen waar publieke activiteiten worden uitgeoefend, hem alle documenten, oproepingsbrieven en notulen van de vergaderingen van de Algemene Vergadering, de Raad van Bestuur en de Cultuurraad te bezorgen alsook de publicaties gericht tot de leden en de bevolking.
De Inspectie stelt een verslag op binnen de drie maanden die volgen op het bericht waarin wordt medegedeeld dat de aanvraag zal worden onderzocht.
§ 4. Zodra de bij de artikelen 14 en 15 van het decreet voorziene bepalingen zijn nageleefd, laat het Bestuur het volledig dossier van de aanvraag, samen met een voorstel tot erkenning en rangschikking aan de Minister geworden.
§ 5. De Minister geeft aan het Centrum kennis van zijn beslissing om het te erkennen en het te rangschikken in een van de bij artikel 2, § 1 van dit decreet bedoelde categorieën, onder voorbehoud van de ondertekening van de programma-overeenkomst.
Uiterlijk binnen de vier maanden die volgen op deze mededeling, ondertekenen de betrokken partijen de programma-overeenkomst.
Komen de partijen binnen deze termijn niet tot een akkoord, dan wordt de erkenning niet toegekend.
§ 6. Wanneer een Cultureel Centrum een eerste erkenning aanvraagt, kan de Minister, in toepassing van artikel 16 van het decreet, een proefperiode opleggen door het Centrum in een van de categorieën bedoeld bij artikel 2, § 1, van dit besluit onder te brengen.
De Minister geeft aan het Centrum kennis van de duur van de proefperiode, van de lijst van de eventueel ontbrekende voorwaarden voor de toekenning van en de rangschikking en van het bedrag van de specifieke forfaitaire toelage.
De betrokken partijen ondertekenen geen programma-overeenkomst voor de proefperiode.
Deze periode is één maal verlengbaar, zonder een periode van twee jaren te mogen overschrijden.
Indien het centrum op het einde van deze nieuwe periode niet aan de voorwaarden voor de erkenning en aan de criteria voor de rangschikking kan voldoen, kan de aanvraag tot erkenning niet in acht worden genomen. De Minister geeft aan het Centrum kennis van zijn weigering van erkenning.
Art.3. § 1. De rangschikking van ieder centrum wordt hernieuwd in een van de categorieën voornoemd in artikel 2, § 1, van dit besluit, na het verstrijken van en voor periodes van vier jaar.
Daartoe is het cultureel Centrum ertoe verplicht één jaar vóór het vervallen van de lopende periode een dossier tot aanvraag van de rangschikking en een nieuw ontwerp van programma-overeenkomst in te dienen. Dit dossier moet ingediend worden in de vormen voorzien bij artikel 2, § 2, van dit besluit.
§ 2. In geval een erkend cultureel Centrum een aanvraag tot wijziging van de rangschikking indient krachtens artikel 3 § 1 van dit besluit, kan de Minister, in toepassing van artikel 16 van het decreet, een rangschikking voor een proefperiode opleggen.
De Minister geeft kennis van de duur van de proefperiode, van de lijst van de ontbrekende voorwaarden voor de toekenning van de nieuwe rangschikking en van het bedrag van de forfaitaire toelage in verband met deze wijziging van categorie.
De betrokken partijen ondertekenen binnen een termijn van 4 maanden na de bekendmaking bedoeld in het vorig lid, een programma-overeenkomst, die naast de in het type-model van programma-overeenkomst bepaalde inhoud, de duur van de proefperiode, de voorstellen die toelaten de tekortkomingen te verhelpen en het bedrag van de specifieke toelage in de periode nader bepaalt.
Voldoet het centrum op het einde van de proefperiode niet aan bedoelde voorwaarden, dan wordt het vanzelf in de categorie gerangschikt waarin het zich bevond op het ogenblik van de aanvraag tot hernieuwing. De Minister geeft aan het Centrum kennis van zijn beslissing.
In dat geval en uiterlijk binnen de drie maanden na het verstrijken van de proefperiode, stellen de partijen aanhangsels bij de lopende programmaovereenkomst op, die deze rangschikking concretiseren.
HOOFDSTUK III. - Schorsing van de toekenning van de toelagen, declassering en intrekking van de erkenning.
Art.4. § 1. Wanneer, overeenkomstig artikel 18 van het decreet, de Minister vaststelt dat een cultureel centrum de bepalingen van het decreet of de toepassingsbesluiten ervan niet naleeft, kan hij, krachtens artikel 32 van het decreet, een opschorting van de subsidiëring of krachtens artikel 13 van het decreet, een declassering of een intrekking van de erkenning uitspreken.
Het Bestuur stuurt vooraf een ingebrekestelling aan het Centrum.
§ 2. Indien het Centrum binnen de drie maanden aan deze ingebrekestelling geen gevolg geeft, zendt het Bestuur op basis van een met redenen omkleed verslag van de Inspectie aan de in artikel 13 van het decreet bedoelde instanties het dossier waarin een declassering of een intrekking van de erkenning wordt voorgesteld en aan de Minister een dossier waarin de opschorting van de toekenning van de toelagen wordt voorgesteld.
Het Centrum wordt op de hoogte gebracht van dit voorstel en wordt ertoe aangezet, ter bewaring, de gepaste maatregelen inzake beheer te treffen. Het Centrum kan vragen om door de Commissie gehoord te worden vooraleer deze laatste haar advies uitbrengt.
§ 3. De schorsing van de subsidiëring wordt door de Minister beslist, na advies van de Commissie, indien hij van oordeel is dat het Centrum kan voldoen aan de ingebrekestelling, mits inachtneming van een bepaald termijn en volgens de voorwaarden die aan betrokkenen zullen medegedeeld worden. Deze termijn mag niet langer zijn dan twee jaar.
Gedurende de schorsingsperiode kan de uitbetaling van de toelage gedeeltelijk behouden blijven, om te kunnen beantwoorden aan de verplichtingen van de werkgever voortvloeiend uit de wetgeving op de arbeid, waaraan het betrokken Centrum moet voldoen.
Na deze periode wordt de declassering of de intrekking van de erkenning uitgesproken, indien de voorwaarden niet werden nageleefd.
§ 4. De declassering wordt door de Minister uitgesproken na advies van de verschillende instanties bedoeld bij artikel 13 van dit decreet. De Minister geeft aan het Centrum kennis van de categorie waarin het terechtkomt na reclassering.
§ 5. De intrekking van de erkenning wordt door de Minister uitgesproken na advies van de verschillend instanties bedoeld bij artikel 13 van het decreet.
Art.5. Een cultureel centrum waarvan de erkenning werd ingetrokken, kan slechts ten vroegste twee jaar nadat de intrekking is ingegaan, opnieuw erkend worden.
HOOFDSTUK IV. - De toelagen.
Art.6. Binnen de perken van de begrotingsmiddelen van de Franse Gemeenschap, wordt een jaarlijkse toelage toegekend aan elk cultureel centrum in functie van zijn categorie.
Dit is een toelage voor de personeels-, werkings- en activiteitenlasten.
De bedragen van de jaarlijkse toelagen aan de lokale culturele centra zijn als volgt vastgesteld:
- in categorie 4: (24.800 EUR); <BFG 2001-11-08/51, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- in categorie 3: (49.600 EUR); <BFG 2001-11-08/51, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- in categorie 2: (74.400 EUR); <BFG 2001-11-08/51, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- in categorie 1: (99.200 EUR). <BFG 2001-11-08/51, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
De basisbedragen voor de jaarlijkse toelagen aan de regionale culturele centra zijn als volgt vastgesteld:
- in categorie 3: (124.000 EUR); <BFG 2001-11-08/51, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- in categorie 2: (248.000 EUR); <BFG 2001-11-08/51, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- in categorie 1: (421.600 EUR). <BFG 2001-11-08/51, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Vanaf 1 januari 1996, voor zover de stijging van de begroting van de Franse Gemeenschap het mogelijk maakt, worden deze toelagen verhoogd.
Art.7. Krachtens artikel 10, 2°, van het decreet, moet de last die overeenstemt met de personeelskosten, voor elke categorie van cultureel centrum, gelijk zijn aan ten minste 50 % van de gewone lasten van de instelling.
Krachtens artikel 10, 3°, van het decreet moet het minimale kader van het animatiepersoneel, voor elke categorie van cultureel centrum, overeenstemmen met ten minste 50 % van de loonmassa van het vast personeel en een animator-directeur met voltijdse betrekking bevatten.
Art.8. § 1. In toepassing van artikel 26, § 1, laatste lid van het decreet, worden de financiële bijdragen van de overheid ten voordele van een cultureel centrum, na aftrek van de lasten die door deze machten aan het centrum worden aangerekend, in aanmerking genomen.
§ 2. In de valorisatie van de toelagen voor de dienst, komen in aanmerking:
- het personeel,
- de gewone goederen en diensten
- het huurgeld en de onroerende aflossingen, behoudens gemotiveerde weigering van de Minister tot wiens bevoegdheid Cultureel behoort.
Op het ogenblik van de hernieuwing van de programma-overeenkomst, moet de valorisatie van de toelagen voor de dienst betreffende
- het personeel
- de gewone goederen en diensten
om in dezelfde categorie te worden erkend, ten minste gelijk zijn aan deze die overeenstemt met de programma-overeenkomst die komt te vervallen, behoudens afwijking van de Minister tot wiens bevoegdheid Cultuur behoort.
§ 3. De valorisatie van de financiële tegemoetkomingen en toelagen voor de dienst die jaarlijks door de overheid worden bezorgd, is te vinden in een bescheid als bijlage bij de exploitatierekening van het dienstjaar waarbij de regels voor de berekening die deze valorisatie verantwoorden zijn gevoegd.
§ 4. De geassocieerde overheidsbesturen houden al de bewijsstukken ter beschikking van het Bestuur waarmee dit Bestuur betrokken tegemoetkomingen ter plaatse kan controleren.
Art.9. De toelagen waarvan sprake in artikel 6 van dit besluit alsook bedoeld bij artikel 16, lid 2 van dit decreet worden in twee schrijven uitbetaald:
- een eerste schijf van 85 % in de loop van het eerste trimester van het burgerlijk jaar;
- het saldo, zodra het Centrum aan het Bestuur de in artikel 31 van het decreet bedoelde jaarlijkse bewijsstukken heeft bezorgd.
Art.10. Op advies van de Inspectie, doet het Bestuur, binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen van de Franse Gemeenschap, aan de Minister het voorstel uitzonderlijke toelagen toe te kennen in toepassing van artikel 28 van het decreet. Het uitzonderlijk karakter van de culturele manifestatie moet bewezen worden door het cultureel centrum dat de toelage aanvraagt. Deze toelagen moeten door de begunstigde verantwoord worden door de bewijsstukken bij het Bestuur over te leggen.
Deze uitzonderlijke toelagen worden in twee schijven uitbetaald:
- de eerste schijf van 85 %, op het ogenblik van de beslissing;
- de tweede schijf van 15 %, op voorlegging van de bewijsstukken.
Zij mogen niet meer dan eenmaal per semester aan eenzelfde centrum worden toegekend.
Art.11. Op advies van de Inspectie, stelt het Bestuur aan de Minister voor, binnen de perken van de begrotingsmiddelen van de Franse Gemeenschap, uitrustings- of inrichtingstoelagen toe te kennen in toepassing van artikel 30, leden 1 en 2 van het decreet. Deze toelagen mogen niet meer dan 60 % van de uitgave dekken die door het Centrum wordt besteed mits voorlegging van de bewijsstukken aan het Bestuur.
Deze toelagen worden in twee schijven uitbetaald:
- de eerste schijf van 85 %, op het ogenblik van de beslissing;
- de tweede schijf van 15 %, op voorlegging van de bewijsstukken.
Deze toelagen mogen niet meer dan één maal per jaar aan eenzelfde cultureel centrum worden toegekend.
Art.12. In toepassing van artikel 30, lid 3, van het decreet, kent de Minister aan het pas erkende cultureel centrum binnen de perken van de begrotingsmiddelen van de Franse Gemeenschap, een vaste toelage voor eerste vestiging toe ten belope van:
- (7.440 EUR) voor de lokale culturele centra; <BFG 2001-11-08/51, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
- (12.400 EUR) voor de regionale culturele centra. <BFG 2001-11-08/51, art. 49, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2002>
Deze toelagen zijn bestemd voor de bijdrage in de kosten voor vestiging, installatie en eerste inrichting van het centrum. Zij moeten door de begunstigde verantwoord worden door overlegging van de bewijsstukken bij het Bestuur.
Deze toelagen worden in twee schijven uitbetaald:
- de eerste schijf van 85 %, op het ogenblik van de beslissing;
- de tweede schijf van 15 %, op voorlegging van de bewijsstukken.
Deze toelagen worden slechts eenmaal toegekend en voor zover het cultureel centrum geen toelage voor eerste inrichting heeft gekregen in het kader van het koninklijk besluit van 5 augustus 1970.
Art.13. In het verslag in twee exemplaren bedoeld bij artikel 31 van het decreet, dat de culturele centra jaarlijks moeten overleggen om hun erkenning te handhaven, moeten onder meer de volgende inlichtingen voorkomen:
- de samenstelling van de organen van de vereniging en haar personeel;
- elke inlichting betreffende statutenwijzigingen.
Een van beide exemplaren van het verslag moet aan de Inspecteur van het ambtsgebied worden bezorgd.
Art.14. § 1. De balans, de exploitatierekening en de begroting worden opgemaakt overeenkomstig het rekeningenstelsel dat het bestuur bezorgt.
§ 2. Wanneer het Bestuur tot de vaststelling komt dat de balans van het Centrum overgedragen tekorten bevat, kan het Bestuur het Centrum verplichten de balans opnieuw in evenwicht te brengen dank zij een aanzuiveringsplan opgemaakt in het kader van de programma-overeenkomst, ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister. Ingeval dit plan wordt afgewezen of indien deze programma-overeenkomst niet wordt nageleefd, legt het Bestuur aan de Minister het voorstel tot schorsing van de toekenning van de regelmatige toelage, tot declassering of tot intrekking van de erkenning voor.
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.15. Het besluit van 13 juli 1994 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bepaling van de procedure voor de toekenning of de intrekking van de erkenning alsook van de procedure betreffende de rangschikking in categorieën en de toekenning van toelagen aan de culturele centra, wordt opgeheven.
Art.16. De Minister tot wiens bevoegdheid Cultuur behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art.17. Dit besluit treedt in werking op 22 juli 1996.
Brussel, 22 juli 1996.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap:
De Minister van Cultuur en Permanente Opvoeding
Ch. PICQUE
BIJLAGE.
Art. N. Criteriarooster voor de rangschikking van de culturele centra.
Inleiding
Al de criteria dienen te worden geëvalueerd in het licht van de artikelen 2, 3 en 26 van het decreet en steunen, onder meer, op de bepalingen van de artikelen 10 en 10bis.
Opdrachten van de artikelen 2 en 3:
- zorgen voor de socio-culturele ontwikkeling van een bepaald grondgebied om de culturele democratie te bevorderen;
- d.w.z. het geheel van de activiteiten die tot doel hebben culturele projekten en projekten voor communautaire ontwikkeling te verwezenlijken die rusten op de actieve deelneming van een zo hoog mogelijk aantal mensen;
- met een speciale aandacht voor kansarme mensen.
Voor de lokale culturele centra zal men daarenboven rekening houden met artikel 6 van het decreet.
Voor de regionale culturele centra, met de artikelen 7, 8 en 9 van het decreet.
Om het geheel van de actie van het cultureel centrum te evalueren zal men rekening houden met de prioritaire specifieke leidraden van het programma bepaald bij de programmaovereenkomst en met een beschrijving van het sociocultureel milieu van het in acht genomen grondgebied, bedoeld in artikel 12 van het decreet om een verband te leggen tussen de bedoeling en de werkelijkheid van het milieu en de verwezenlijkingen.
Voor zover de programmaovereenkomst over vier jaar zal worden uitgevoerd, zal men, als kwalitatief criterium, rekening houden met het vermogen van het cultureel centrum om doelstellingen op middellange termijn te programmeren.
Aanvullend bij de samengevoegde bijdrage van de overheid zal het cultureel centrum geëvalueerd worden op zijn vermogen tot autonomie en dus op zijn streven naar eigen middelen.
De criteria van onderhavige rooster dienen niet autonoom in acht te worden genomen; zij dienen te worden geïnterpreteerd als "niveau"-aanwijzers. Zij dienen gecombineerd te worden en globaal in aanmerking te worden genomen om een projekt tot culturele ontwikkeling van een bevolking op een grondgebied te evalueren.
Een ander bestanddeel van kwalitatief criterium zijn de evaluatieaanwijzers die het cultureel centrum hanteert.
In principe dienen de culturele centra al de opdrachten te vervullen die bepaald zijn in het decreet met specificiteiten die voortvloeien uit de analyse van het milieu en de collectieve prioriteiten van de indieners van het projekt. Criteria Lokale culturele centra - categorieen 4 3 2 1** Opdrachten Hulpverlening Ter- Ter- Ter- en Dienst- beschikkings- beschikkings- beschikkings- activiteiten verlening telling van telling van telling van materiaal en materiaal en efficiente lokalen lokalen diensten en Technische technische hulp instrumenten, m.i.v. de vorming van het vakpersoneel Info-dienst Verscheidene uitgeruste lokalen Verspreiding Gelegenheids- Regelmatig Omvangrijk Herwaardering programma van programma van programma van het werken- werken- van patrimonium spreiding spreiding voor verspreiding verscheidene van soorten van ge- kwaliteits- differentieerd werken publiek Opening naar Promotionele de animatie hedendaagse kunst* Pedagogische van de toegang tot de werken Perm. Organisatie Organisatie van Idem + Opv. van info- gestructureerde Vormings- Identiteiten activiteit info- acties Vorming activiteiten ontwikkeld m.b.t. met groepen problemen met doels- betreffende tellingen bevolkings- Info-acties groepen -> bewust- wording en verant- woordelijke burgerschap Creatie Hulpverlening Idem Creatie van aan amateur- + werken met groepen met Onthaal van professionele het oog op de creatiegroepen waarde of verbetering onthaal van van hun professionele prestaties creatie- groepen + amateurs Creatie : voleindiging van een actie en/of in correlatie met de specifieke context Creatie en Vrijetijds- Idem, maar expressie activiteiten m.i.v. met als doel projekt- de elementen verbetering voor de verscheidene soorten van publiek Activiteiten op het gebied van maatschappelijke contacten m.b.t. de criteria : creativiteit en communicatie Communicatie Schriftelijk Schriftelijk Schriftelijk Promotie Promotie van Idem -> ver- Kwaliteits- de verschijnen blad voor activiteiten op een meer promotie en Tijdschema regelmatige met achter- voor de basis, grond- activiteiten professioneel artikelen- van de kwaliteit, samenwerking verenigingen wijde van het verspreiding publiek Samenwerking Productie van met andere documentatie Audiovisueel niveau Kwaliteits- programmatie in co-produktie
4 3 2 1 Co-produktie Hoe meer uitgebouwd als Men zal gaan van de partnerships co-produktie met verscheidene eenvoudige medewerking deelneming partners de activiteiten zijn, tot het structureren des te meer krijgen ze een van een solidariteits- hoger indexcijfer netwerk Kwaliteit van de samenwerking met Idem de regionale culturele centra Inplanting Inplanting Gedecentraliseerd Idem Beperkte werk over de uitstraling en gemeente (de decentralisatie voormalige deelgemeenten) Gediversifieerde wijken en sociale groepen Instelling a) VZW : het pluralisme heeft niet enkel betrekking op ideologische tendensen maar tevens op sociale groepen (kansarm publiek, leeftijdscategorieen, geslacht, al dan niet vreemde afkomst) en culturele uitdrukkingswijzen (kunst, sociaal, wetenschap, enz.) Deelneming Aanwezigheid in de instanties en democratie Effectieve Gedynamiseerde Gediversifieerde deelneming van werking vertegenwoordiging van de leden binnen Gediversifieerde de sociale groepen en de instanties deelneming regelmatige deelneming van de leden aan de vergaderingen en actieve democratie in de werking van de instanties Groepen b) Cultuurraad + Regelmatige Werking van de Cultuurraad open voor werking van een werkgroepen de personen en de minimale groepen die deelnemen democratische en die bevoegd zijn, instantie samengesteld uit (10 leden) werkgroepen die met elkaar overleg plegen om een gemeenschappelijk programma voor te dragen Programma c) Democratische werking van de instanties (AV, RvB, bureau, Cr) Hoe meer het cultureel centrum het trefpunt is voor de instellingen (inbegrepen de schepen voor cultuur) en de verenigingen van de entiteit voor de ontwikkeling van een overlegde culturele actie, des te meer krijgt het een hoger indexcijfer toegewezen Deelneming van Gemeente : de overige direkte -> overheids- subsidies Inachtneming van de toepassingsbesluiten besturen Ten minste : de omzendbrieven de aanwerving van een directeur- animator en de werking Indirekte hulp -> Provincie : direktie en -> -> indirekte subsidies Miljoen Het geheel moet Het geheel moet Het geheel Vier ongeveer een tenminste twee moet ten miljoen waard miljoen waard minste drie zijn zijn miljoen waard zijn Infrastructuur Terbeschikkingstelling van het cultureel centrum - Permanente Ten minste Bureaus + Ingerichte + lokalen 1 bureau en polyvalente zalen spektakel- vergader- 1 vergaderzaal zaal zalen werk- plaatsen - bureaus - Lokalen ter beschikking van het CC - Lokalen occasioneel ter beschikking gesteld van het CC
Criteria Regionale culturele centra - categorieen 3 2 1 Opdrachten Hulpverlening Terbeschikkings Organisatie van een en Dienstverlening telling van gedecentraliseerd activiteiten efficiente circuit diensten en technische instrumenten, m.i.v. de vorming van het vakpersoneel Infodienst Verscheidene uitgeruste lokalen Verspreiding Omvangrijk Organiseren van een Herwaardering programma van verspreidingscircuit in van het verspreiding van partnership met LCC en patrimonium kwaliteitswerken de gemeenten van het Opening op de arrondissement hedendaagse Terbeschikkingstelling kunst* van de pedagogische Pedagogie van de instrumenten voor de toegang tot de animatie werken Perm. Info- en Vormingsstructuur voor opv. vormingsacties de maatschappelijke en Identiteiten ontwikkeld met culturele Vorming groepen met verantwoordelijken van doelstellingen het arrondissement, georganiseerd in partnership Perm. Info- en Vormingsstructuur voor opv. vormingsacties de maatschappelijke en Identiteiten ontwikkeld met culturele groepen met verantwoordelijken van doelstellingen het arrondissement, georganiseerd in partnership Vorming -> Bewustwording en verant- woordelijke burgerschap Creatie Creatie van werken met professionele waarde of onthaal van creatiegroepen + amateurs Creatie : voleindiging van een actie en/of in correlatie met de specifieke context Creativiteit en Idem als voor de Logistieke hulpverlening expressie LCC of voor de vorming van de initiatieven inzake creativiteit Activiteiten op het gebied van maatschappelijke contacten m.b.t. de criteria: creativiteit en communicatie Communicatie Schriftelijk Verwerking van de Promotie Kwaliteitsblad regionale info's en tot voor promotie partnership uitgebreide en met achter- verspreiding grondartikel Documentatiecentrum in - samenwerking partnership met de van het publiek bibliotheken Productie van Eventueel, produktie van documentatie uitzendingen met de Audiovisueel communautaire televisies niveau kwaliteits- programmatie in co-produktie Co-producties Krachtens artikel 8 van het decreet, ontwikkeling van een partnerships regionaal aktieprojekt in partnerships. Structureren van deelneming een solidariteitsnetwerk
3 2 1 Inplanting Uitstraling, decentralisatie, net : omvang Instellling VZW : het pluralisme heeft niet enkel betrekking op ideologische tendensen maar tevens op sociale groepen (kansarm publiek, leeftijdscategorieen, geslacht, al dan niet vreemde afkomst) en culturele uitingsvormen (kunst, sociaal, wetenschap, enz.) deelneming Aanwezigheid in de instanties Gediversifieerd plurarisme en regelmatige deelneming van de leden aan de vergadering en democratie in de werking van de instanties Democratie > 25 % van de > 40 % van de 60 % van de gemeenten van het gemeenten van het gemeenten arrondissement arrondissement Cultureel Cultuurraad open Aanwezigheid van Regionale voor de personen en personen of van struktuur van de groepen die groepen van de de Cultuurraad deelnemen en die gemeenten van het bevoegd zijn, arrondissement samengesteld uit werkergroepen die met elkaar overleg plegen om een gemeenschappelijk programma voor te dragen Democratische Hoe meer het cultureel centrum het trefpunt is voor het overleg van de verenigingen en de culturele instellingen van de " moeder-stad " en voor de organisatie van een netwerk met de andere gemeenten en de lokale culturele centra van het arrondissement, des de gekwalificeerder zal het zijn Deelneming van Gemeente : direkte -> van de subsidies overheden Inachtneming van de toepassingsbesluiten en omzendbrieven Indirekte hulp -> -> Provincie : direkte subsidies Indirekte hulp Het geheel van de tegemoetkomingen dient gelijk te zijn aan de financiele tegemoetkoming van de Franse Gemeenschap Infrastruktuur Terbeschikkingstelling van het cultureel centrum - Permanente Ingerichte lokalen spektakelzaal + vergaderzalen werkplaatsen - bureaus - Lokalen prioritair ter beschikking gesteld van het CC - Lokalen occasioneel ter beschikking gesteld van het CC