25 JULI 1996. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de toekenning van een wachtweddetoelage in het officieel gesubsidieerd gewoon en buitengewoon kleuter- en lager onderwijs (VERTALING).
Art. 1-3
Artikel 1. Artikel 7 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap d.d. 28 augustus 1995 tot regeling van de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wachtweddetoelage in het officieel gesubsidieerd gewoon en buitengewoon basisonderwijs, wordt door de volgende bepaling vervangen :
§ 1. De dienstanciënniteit bedoeld in artikel 6 omvat alle door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde diensten, als tijdelijk of vast personeelslid, in de inrichtingen die onder de inrichtende macht ressorteren, alsook de onbezoldigde, met dienstactiviteit gelijkgestelde perioden in het geheel van de categorieën van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel en het sociaal, psychologisch of paramedisch personeel.
§ 2. De ambtsanciënniteit bedoeld in artikel 6 omvat alle door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde diensten, als tijdelijk of vast personeelslid bewezen in het betrokken ambt in het onderwijs dat onder de inrichtende macht ressorteert, alsook de onbezoldigde, met dienstanciënniteit gelijkgestelde perioden.
§ 3. Voor de toepassing van dit artikel worden de door een wachtweddetoelage gedekte periodes van terbeschikkingstelling alsook de diensten bewezen ter gelegenheid van een reaffectatie of van een voorlopige wederoproeping in dienstactiviteit in een door een andere inrichtende macht georganiseerde inrichting gelijkgesteld met door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde diensten, bewezen bij de oorspronkelijke inrichtende macht.
§ 4. Voor de toepassing van dit artikel omvatten de tijdelijke, door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde diensten, de diensten, bedoeld in artikel 34, 3e lid, van voormeld decreet van 6 juni 1994.
§ 5. De in dit artikel bedoelde diensten en ambtsanciënniteit werden berekend overeenkomstig artikel 34, 5e tot 8e lid, van het decreet van 6 juni 1994.
Art.2. De Minister bevoegd voor het statuut van het personeel van het officieel gesubsidieerd onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3. (Niet vertaald.)
Brussel, 25 juli 1996.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
De Minister-Voorzitster, belast met Onderwijs, Audiovisuele Media, Jeugdzorg, Kinderzorg en Gezondheid,
Mevr. L. ONKELINX