Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 MEI 1996. - [Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 10 mei 1996 tot vaststelling van de nadere regels voor de controle op de wegens ziekte of gebrekkigheid afwezige personeelsleden van de Diensten van de Regering, van de Hoge raad voor de Audiovisuele sector en van de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren] <Opschrift vervangen door BFG2018-03-21/24, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018> (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-08-1996 en tekstbijwerking tot 19-04-2018)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-9
HOOFDSTUK II. - Spontane controle.
Art. 10-11
HOOFDSTUK III.
Art. 12
HOOFDSTUK IV. - Controle van de afwezigheden.
Art. 13-14
HOOFDSTUK V. - Bijkomend medisch onderzoek.
Art. 15-20
HOOFDSTUK VI. - Bevallingsverlof.
Art. 21
HOOFDSTUK VIbis. [1 Verzuim van informatie, van toezending van het medisch attest, van medisch onderzoek of van hervatting van de activiteit]1
Art. 21bis
HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art. 22-23



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2012029350  2018040123 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient te worden verstaan onder :
  1° [2 Personeelslid: de ambtenaren, stagiairs, de personen aangeworven met een arbeidsovereenkomst van de Diensten van de Regering, van de Hoge raad voor de Audiovisuele sector en van de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren]2;
  2° [1 dienst voor medisch toezicht : de dienst voor medisch toezicht gekozen door de Regering of door het bevoegd gezag en waaraan elk personeelslid onderworpen wordt voor afwezigheid wegens ziekte]1;
  3° Administratieve entiteit waartoe een personeelslid behoort : de administratieve entiteit waarin het personeelslid zijn beroepsactiviteiten uitoefent;
  4° [2 Bevoegd ambtenaar-generaal: de Directeur-generaal van de Algemene directie Ambtenarenzaken en Human resources van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, of de Leidend ambtenaar van een instelling van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteert of de Voorzitter van de Hoge raad voor de audiovisuele sector]2.
  ----------
  (1)<BFG 2012-07-12/33, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 09-09-2012>
  (2)<BFG 2018-03-21/24, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

Art.2.De dienst voor medisch toezicht heeft als opdracht na te gaan of de wegens ziekte of gebrekkigheid afwezige personeelsleden werkelijk arbeidsongeschikt zijn.
  [1 Het toezicht wordt uitgeoefend op initiatief van de dienst voor medisch toezicht of op aanvraag van de ambtenaar-generaal die de functionele leiding heeft van de administratieve entiteit waartoe het personeelslid behoort of van de ambtenaar die hij daartoe machtigt.]1
  Het toezicht wordt uitgeoefend door een arts aangesteld door de dienst voor medisch toezicht, hierna "controlearts" genoemd.
  ----------
  (1)<BFG 2012-07-12/33, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 09-09-2012>

Art.3.[1 Het personeelslid dat wegens ziekte of gebrekkigheid verhinderd wordt zich naar zijn werkplaats te begeven of met zijn arbeid te beginnen als hij telewerk verricht, licht er zijn onmiddellijke hiërarchische meerdere ervan in en/of geeft er bericht van aan het secretariaat van zijn dienst, zodra mogelijk en in ieder geval voor 10 's morgens of, ingeval het personeelslid onderworpen wordt aan een bijzonder tijdsschema, volgens de nadere regels bepaald in het huishoudelijk reglement dat op hem van toepassing is. Hij geeft kennis van zijn verblijfplaats of vraagt dat deze plaats meegedeeld worden.
   Indien het personeelslid geen nauwkeurige informatie kan geven omtrent de duur van zijn afwezigheid, neemt hij opnieuw contact met zijn onmiddellijke hiërarchische meerdere zodra hij er kennis van heeft.
   Het personeelslid dat in de onmogelijkheid verkeert zijn werk voort te zetten tijdens de dagelijkse activiteit geeft er kennis van aan zijn onmiddellijke hiërarchische meerdere voordat hij weggaat of vooraleer zijn werk stop te zetten wanneer hij telewerkt.]1
  ----------
  (1)<BFG 2018-03-21/24, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

Art.4.[1 § 1.]1 Het zieke personeelslid dat vermoedt dat zijn arbeidsongeschiktheid meer dan een dag zal duren, laat zich op eigen kosten in de loop van de eerste dag afwezigheid door een arts naar eigen keuze onderzoeken die onmiddellijk een medisch attest aflevert.
  Dit attest wordt opgesteld op een formulier waarvan het model, met instemming van [2 de bevoegde ambtenaar-generaal]2, door de dienst voor medisch toezicht wordt bepaald.
  Ieder personeelslid moet dit model steeds in voorraad hebben en, bij gevolg, deze tijdig laten aanvullen.
  [1 § 2. Wanneer het personeelslid reeds in ongeschiktheid is geweest voor een duur van niet langer dan één dag drie keer gedurende eenzelfde burgerlijk jaar, of twaalf keer voor het personeelslid dat aan een als ernstige ziekte van lange duur door de medische toezichtdienst erkende aandoening lijdt, wordt hij ertoe gehouden voor elke afwezigheid die daarna plaatsvindt van een duur die niet langer is dan een dag in de loop van hetzelfde jaar, een medisch attest te laten opmaken volgens de nadere regels bedoeld bij § 1.]1
  ----------
  (1)<BFG 2018-03-21/24, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>
  (2)<BFG 2018-03-21/24, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

Art.5.Het personeelslid deelt aan de dienst voor medisch toezicht het adres mede waar de controle kan uitgeoefend worden indien dit adres niet overeenstemt met zijn woonplaats.
  Behoudens dwingende reden, verblijft het personeelslid tijdens de eerste drie dagen van zijn afwezigheid op het adres waarvan hierboven sprake.
  Indien het personeelslid medische toelating heeft gekregen om zich te verplaatsen en het verwittigd werd dat de controle niet kon plaatshebben, moet het lid zich bij de dienst voor medisch toezicht binnen de vierentwintig uren aanmelden.
  [1 ...]1
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BFG 2018-03-21/24, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

Art.6. Het verblijf in het buitenland van het wegens ziekte of gebrekkigheid afwezige personeelslid wordt ter voorafgaande toestemming aan de dienst voor medisch toezicht voorgelegd.
  Het personeelslid dat een dergelijke toestemming wenst aan te vragen, neemt ten minste een week vóór de datum van zijn vertrek voor dit verblijf contact op met deze dienst.
  Daartoe legt hij ter attentie van de controle-arts een attest van zijn behandelende arts voor ter verantwoording van het voorstel tot verblijf in het buitenland.

Art.7.[1 Het medisch attest]1 waarvan sprake in artikel 4 moet de dag waarop het wordt afgeleverd onder een als brief gefrankeerde omslag naar de dienst voor medisch toezicht worden verstuurd.
  Het personeelslid zorgt ervoor dat zijn behandelende arts het aantal dagen ziekteverlof vermeldt dat hij nodig acht en dat hij ook vermeldt of het lid al dan niet zijn woonplaats mag verlaten. De naam van de arts moet altijd leesbaar zijn.
  De dienst voor medisch toezicht stuurt naar [2 de bevoegde ambtenaar-generaal]2 het luik [1 van het in artikel 4 bedoeld medisch attest]1, waarin de arbeidsongeschiktheid van het personeelslid wordt bevestigd.
  ----------
  (1)<BFG 2018-03-21/24, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>
  (2)<BFG 2018-03-21/24, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

Art.8.Duurt de afwezigheid langer dan de in het medisch attest vastgestelde termijn, dan wordt, overeenkomstig de artikelen 3 tot 7, een nieuw [1 medisch attest]1 ingevuld en uiterlijk de dag vóór de datum bepaald voor het hervatten van het werk opgezonden.
  Het personeelslid verwittigt binnen dezelfde termijn zijn hiërarchische meerdere van de verlenging.
  Zonder bijkomende informatie vanwege het betrokken personeelslid, deelt zijn hiërarchische meerdere de verlenging van de afwezigheid mede aan de dienst voor medisch toezicht.
  ----------
  (1)<BFG 2018-03-21/24, art. 10, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

Art.9.[1 Indien de controlearts meent dat het personeelslid zijn werk kan hervatten zonder zijn gezondheidstoestand in gevaar te brengen, brengt hij het betrokken lid ervan op de hoogte via een formulier waarvan het model wordt bepaald door de dienst voor medisch toezicht met de instemming van de bevoegde ambtenaar-generaal.
   Daarna geeft de controlearts bericht aan de bevoegde ambtenaar-generaal ervan dat het personeelslid het werk kan hervatten.]1
  Het personeelslid is verplicht zich zonder verwijl aan te melden bij zijn onmiddellijke hiërarchische meerdere om hem te laten weten dat hij het werk hervat.
  Onder voorbehoud van een gunstig advies van de behandelende arts of de controle-arts, neemt het personeelslid zijn ambt weder op zodra zijn gezondheidstoestand het hem toelaat, zelfs wanneer het attest van de behandelende arts een langere afwezigheidsduur had bepaald.
  ----------
  (1)<BFG 2018-03-21/24, art. 11, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

HOOFDSTUK II. - Spontane controle.
Art.10.De dienst voor medisch toezicht kan[1 ...]1 van rechtswege een personeelslid aan een controle-onderzoek onderwerpen wanneer [2 de bevoegde ambtenaar-generaal]2 beslist heeft op dat lid het stelsel van de spontane controle toe te passen.
  Deze ambtenaar-generaal neemt deze beslissing ofwel op eigen initiatief, ofwel op de voordracht van de ambtenaar-generaal die het functioneel gezag uitoefent over de administratieve entiteit waarvan het personeelslid afhangt.
  Er wordt bij een aangetekende brief aan het personeelslid kennis gegeven van de beslissing van de ambtenaar-generaal bevoegd voor het personeelsbeleid dat het onder spontane controle wordt gesteld.
  ----------
  (1)<BFG 2012-07-12/33, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 09-09-2012>
  (2)<BFG 2018-03-21/24, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

Art.11.Buiten de verplichtingen vermeld onder de artikelen [1 3]1 tot 7 of deze bedoeld bij artikel 12, is het personeelslid onderworpen aan het stelsel van de spontane controle verplicht de dienst voor medisch toezicht vanaf de eerste dag van zijn afwezigheid en vóór tien uur 's morgens te verwittigen van zijn afwezigheid.
  ----------
  (1)<BFG 2018-03-21/24, art. 12, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

HOOFDSTUK III.   
Art.12.
  <Opgeheven bij BFG 2018-03-21/24, art. 13, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

HOOFDSTUK IV. - Controle van de afwezigheden.
Art.13. De controle-onderzoeken hebben plaats in de woning van het zieke personeelslid of op het in artikel 5 lid 1 bedoelde adres.
  Zij worden niet aangekondigd.
  De personeelsleden die toelating hebben gekregen hun woon- of verblijfplaats te verlaten kunnen verzocht worden zich aan te melden voor een controle-onderzoek.

Art.14.Indien de controle-arts van oordeel is dat de afwezigheid wegens ziekte of gebrekkigheid verantwoord is, deelt hij onmiddellijk zijn beslissing aan betrokkene mede.
  Indien de controle-arts van oordeel is dat een afwezigheid medisch niet verantwoord is, beveelt hij aan betrokken lid het werk te hervatten op de werkdag die volgt op zijn beslissing.
  Hij verzoekt het betrokken personeelslid het document met zijn beslissing voor gezien te tekenen op een formulier waarvan het model wordt bepaald door de dienst voor medisch toezicht, met de instemming van [1 de bevoegde ambtenaar-generaal]1.
  ----------
  (1)<BFG 2018-03-21/24, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

HOOFDSTUK V. - Bijkomend medisch onderzoek.
Art.15.Wanneer een personeelslid zich door een beslissing tot werkhervatting die hem aanbelangt benadeeld voelt, kan hij, [1 ...]1, vanaf de eerste werkdag die volgt op de beslissing, aan de dienst voor medisch toezicht een bijkomend medisch onderzoek aanvragen via zijn behandelende arts.
  ----------
  (1)<BFG 2018-03-21/24, art. 14, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

Art.16. Het bij artikel 15 bedoeld onderzoek wordt uitgevoerd door een arts die wordt aangesteld in onderlinge overeenstemming tussen de dienst voor medisch toezicht en de behandelende arts van het betrokken personeelslid, gekozen uit een lijst van artsen die door deze dienst wordt bezorgd.
  De artsen die opgenomen zijn op de in het vorig lid bedoelde lijst mogen geen controle-activiteiten uitoefenen of hebben uitgeoefend in de zin van artikel 2, in opdracht van deze dienst.
  Het onderzoek gebeurt op het kabinet van de aangestelde arts indien het personeelslid zich kan verplaatsen.

Art.17.De aangestelde arts onderzoekt het personeelslid binnen de [1 drie]1 werkdagen die volgen op de ontvangst van het in artikel 15 bedoeld beroep.
  Het personeelslid mag vergezeld zijn van zijn behandelende arts.
  De behandelende arts kan zich laten vertegenwoordigen door een daartoe gemachtigde collega.
  De aangestelde arts geeft onmiddellijk na het onderzoek kennis van zijn beslissing aan het personeelslid.
  ----------
  (1)<BFG 2018-03-21/24, art. 15, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>

Art.18. Indien de aangestelde geneesheer beschouwt dat de afwezigheid wegens ziekte niet verantwoord is, hervat het personeelslid het werk op de werkdag die volgt op deze beslissing.

Art.19. Tijdens de procedure van het bijkomend medisch onderzoek, is de beslissing van de arts controleopgeschort.

Art.20. De kosten voortvloeiend uit deze procedure vallen ten laste van de partij waarvan het standpunt door de beslissing van de aangestelde arts wordt tegengesproken.

HOOFDSTUK VI. - Bevallingsverlof.
Art.21. Voor het bevallingsverlof moet een attest worden ingediend bij de dienst voor medisch toezicht, dat de hele duur van het bevallingsverlof dekt.
  Dit attest wordt uiterlijk verstuurd op de dag die door de behandelende arts als begin van het bevallingsverlof wordt vastgesteld en vermeldt de voor de bevalling bepaalde datum.
  Voor de miskramen vóór de 181e dag van de zwangerschap moet een bij artikel 4 bedoeld medisch attest worden ingediend.

HOOFDSTUK VIbis. [1 Verzuim van informatie, van toezending van het medisch attest, van medisch onderzoek of van hervatting van de activiteit]1   ----------   (1)
Art.21bis. [1 Aan het personeelslid dat niet aan zijn verplichtingen inzake informatie van zijn afwezigheid, toezending van het medisch attest overeenkomstig de artikelen 7 en 8, medisch onderzoek of hervatting van de activiteit volgens de wijze en binnen de termijnen bepaald in dit besluit of dat zijn activiteit niet hervat na een beslissing van de controlearts of van de arts aangewezen met toepassing van artikel 16 van dit besluit, kan door de bevoegde ambtenaar-generaal het genot van zijn wedde geweigerd worden voor de dagen afwezigheid voor de dag van deze informatie, zending of controle, of de dagen afwezigheid die de werkdag volgen van de beslissing tot vervroegde hervatting van de activiteit.
   De weigering bedoeld bij het eerste lid wordt noodzakelijkerwijze voorafgegaan van een uitnodiging gericht aan het personeelslid om zijn uitleg te laten gelden. Indien het personeelslid gehoord wenst te worden, kan hij zich door de persoon van zijn keuze laten bijstaan. In geval van overmacht kan het genot van de wedde niet geweigerd worden wanneer het verzuim van informatie, het verzuim aan toezending van een medisch attest, het verzuim van medisch onderzoek of het verzuim aan vervroegde hervatting van de activiteit met redenen wordt omkleed.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BFG 2018-03-21/24, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 01-06-2018>


HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen.
Art.22. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 23. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.