Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

20 DECEMBER 1996. - Koninklijk besluit houdende maatregelen met het oog op de invoering van een solidariteitsbijdrage voor het gebruik van een voertuig ter beschikking gesteld door de werkgever voor de verplaatsingen van de woonplaats naar de werkplaats, met toepassing van artikel 3, § 1, 4° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie.



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1981001048 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Een artikel 38, § 3quater, luidend als volgt, wordt in de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, zoals hij later werd gewijzigd, ingevoegd :
  " Artikel 38.
  § 3quater. Een solidariteitsbijdrage is verschuldigd door de werkgever op het voordeel betreffende het persoonlijk en individueel gebruik van een voertuig ter beschikking gesteld door de werkgever.
  Het voordeel wordt geraamd overeenkomstig de desbetreffende bepalingen genomen ter uitvoering van het artikel 36 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Voor de vaststelling van het voordeel, mag het aantal kilometers voor een trimester evenwel niet lager zijn dan 1 250.
  De bijdragevoet wordt vastgesteld op 33 pct. van het bedrag van het voordeel.
  De bijdrage wordt door de werkgever betaald aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid, binnen dezelfde termijnen en onder dezelfde voorwaarden als de sociale-zekerheidsbijdragen voor de werknemers.
  De opbrengst van de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, wordt door de Rijksdienst voor sociale zekerheid gestort aan het Fonds voor het financieel evenwicht van de sociale zekerheid, bedoeld in artikel 39bis van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.
  De bepalingen van het algemeen stelsel van de sociale zekerheid voor werknemers, met name wat betreft de aangiften met verantwoording van de bijdragen, de betalingstermijnen, de toepassing van de burgerlijke sancties en de strafbepalingen, het toezicht, de bevoegde rechter ingeval van betwisting, de verjaring inzake rechtsvorderingen, het voorrecht en de mededeling van het bedrag van de schuldvordering van de Rijksdienst voor sociale zekerheid, zijn van toepassing.

Art.2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1997.

Art. 3. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 20 december 1996.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Begroting,
  H. VAN ROMPUY
  De Minister van Sociale Zaken,
  Mevr. M. DE GALAN