12 DECEMBER 1996. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Art. 3. Het bedrag van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, beoogd in artikel 6, § 3 van de wet, varieert in functie van de graad van zelfredzaamheid en is gelijk aan 92.913 F., 112.967 F, 133.015 F of 163.390 F, naargelang de gehandicapte behoort tot de categorie I, II, III of IV.
De zelfredzaamheid wordt gemeten aan de hand van de handleiding voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid, gevoegd bij het ministerieel besluit van 30 juli 1987 tot vaststelling van de categorieën en van de handleiding voor de evaluatie van de graad van zelfredzaamheid met het oog op het onderzoek naar het recht op de integratietegemoetkoming.
De categorieën worden als volgt bepaald :
a) tot de categorie I behoort de gehandicapte wiens graad van zelfredzaamheid op 9 tot 11 punten wordt vastgesteld;
b) tot de categorie II behoort de gehandicapte wiens graad van zelfredzaamheid op 12 tot 14 punten wordt vastgesteld;
c) tot de categorie III behoort de gehandicapte wiens graad van zelfredzaamheid op 15 tot 16 punten wordt vastgesteld;
d) tot de categorie IV behoort de gehandicapte wiens graad van zelfredzaamheid op 17 tot 18 punten wordt vastgesteld.
De gehandicapte aan wie minder dan 9 punten worden toegekend kan geen aanspraak maken op een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. "
Art.2. De bepalingen van artikel 1 van dit besluit worden ambtshalve toegepast op de personen die op de datum van in werking treden van dit besluit, een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden genieten, evenals op de personen wier recht op deze tegemoetkoming nog niet bij een administratieve of gerechtelijke beslissing is vastgesteld.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1997.
Art. 4. Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 december 1996.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
M. COLLA
De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie,
J. PEETERS