Details





Titel:

14 DECEMBER 1995. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de reiskosten in verband met de revalidatie. (NOTA : opgeheven voor het Vlaams Gewest bij BVR2018-12-07/30, art. 367, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2019) (NOTA : opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap bij BDG2019-12-19/41, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 19-12-2019) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-12-1995 en tekstbijwerking tot 04-05-2020)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991022620 



Uitvoeringsbesluit(en):

1998022331  2019030061  2020200927 



Artikels:

Artikel 1. § 1. De reiskosten die verband houden met de revalidatieverstrekkingen, bedoeld in artikel 34, 7°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, worden vergoed onder de voorwaarden bepaald in dit besluit.
  § 2. De beslissing nopens de vergoeding van de reiskosten wordt getroffen door :
  1° College van geneesheren-directeurs indien de reiskosten worden gemaakt in verband met verstrekkingen bedoeld in artikel 146, 1°, van het koninklijk besluit van 4 november 1963 tot uitvoering van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen;
  2° de adviserend geneesheer indien de reiskosten worden gemaakt voor in verband met de verstrekkingen bedoeld in artikel 146, 2°, van het genoemd koninklijk besluit van 4 november 1963.

Art.2. Mogen alleen in aanmerking worden genomen, de reizen van de rechthebbende in een voertuig aangepast voor het vervoer in zijn invalidenwagentje, gedaan naar en van een revalidatiecentrum met hetwelk het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging een revalidatieovereenkomst heeft gesloten.

Art.3. Voor de reizen van de rechthebbende in een voertuig aangepast voor het vervoer in zijn invalidenwagentje mag enkel een tegemoetkoming worden verleend op voorwaarde dat het College van geneesheren-directeurs of de adviserend geneesheer heeft erkend dat wegens de aard en de ernst van zijn pathologie de rechthebbende enkel in zijn invalidenwagentje de reizen naar en van het revalidatiecentrum kan doen, wat uit een gemotiveerd geneeskundig getuigschrift moet blijken.

Art.4. Voor de reizen bedoeld in artikel 3, wordt de tegemoetkoming vastgesteld door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging op voorstel van het College van geneesheren-directeurs. Het bedrag van de tegemoetkoming, dat het maximumbedrag bepaald in het reglement dat de maximaprijzen voor het taxivervoer vaststelt niet mag overschrijden, wordt voor elk centrum voor revalidatie bepaald.
  Aan de rechthebbende mag geen enkel stipplement gevraagd worden bovenop het bedrag van de tegemoetkoming dat met toepassing van deze bepaling is vastgesteld.

Art.5. Het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging stelt het model vast van het document op grond waarvan de tegemoetkoming wordt toegekend aan de rechthebbende.

Art.6. Het ministerieel besluit van 3 januari 1991 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering in de reiskosten in verband met de revalidatie wordt opgeheven.

Art. 7. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de tweede maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.