20 DECEMBER 1995. - Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de kritische grenswaarde en de richtwaarde voor fosfaatdoorslag, tot bepaling van de criteria voor aanduiding van fosfaatverzadigde gebieden op zure zandgronden en tot aanduiding van fosfaatverzadigde gebieden op zure zandgronden in uitvoering van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-12-1995 en tekstbijwerking tot 26-04-2000)
Art. 1-10
Bijlagen.
Art. N1, N2, N3, N4, N5
Artikel 1. (NOTA : het onderhavig besluit is opgeheven, met uitzondering van de bijlagen 3 en 4. <BVR 2000-03-31/35, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>)
Art.2. (NOTA : het onderhavig besluit is opgeheven, met uitzondering van de bijlagen 3 en 4. <BVR 2000-03-31/35, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>)
Art.3. (NOTA : het onderhavig besluit is opgeheven, met uitzondering van de bijlagen 3 en 4. <BVR 2000-03-31/35, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>)
Art.4. (NOTA : het onderhavig besluit is opgeheven, met uitzondering van de bijlagen 3 en 4. <BVR 2000-03-31/35, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>)
Art.5. (NOTA : het onderhavig besluit is opgeheven, met uitzondering van de bijlagen 3 en 4. <BVR 2000-03-31/35, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>)
Art.6. (NOTA : het onderhavig besluit is opgeheven, met uitzondering van de bijlagen 3 en 4. <BVR 2000-03-31/35, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>)
Art.7. (NOTA : het onderhavig besluit is opgeheven, met uitzondering van de bijlagen 3 en 4. <BVR 2000-03-31/35, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>)
Art.8. (NOTA : het onderhavig besluit is opgeheven, met uitzondering van de bijlagen 3 en 4. <BVR 2000-03-31/35, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>)
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1996.
Art.10. De Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 december 1995.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,
Th. KELCHTERMANS
Bijlagen.
Art. N1. Bijlage 1. (NOTA : het onderhavig besluit is opgeheven, met uitzondering van de bijlagen 3 en 4. <BVR 2000-03-31/35, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>)
Art. N2. Bijlage 2. (NOTA : het onderhavig besluit is opgeheven, met uitzondering van de bijlagen 3 en 4. <BVR 2000-03-31/35, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>)
Art. N3. Bijlage 3. Methode om de FVG van een zure zandgrond te bepalen.
1° Monstername.
Deze mag niet gebeuren binnen een periode van een week na toediening van dierlijke mest en andere meststoffen.
De monstername gebeurt altijd tot op 90 cm onder het maaiveld.
Afhankelijk van het doel van de bepaling geschiedt de monstername als volgt :
- in het kader van een inventarisatie :
per minerale bodemlaag van 30 cm wordt een mengmonster gemaakt dat afkomstig is van 5 boringen binnen een oppervlakte van 30 m2.
- in het kader van het bekomen van een uitzondering op artikel 15, § 6 van het decreet :
per minerale bodemlaag van 30 cm wordt een mengmonster gemaakt dat afkomstig is van 15 boringen per ha (of 1 boring per 25 m2) gelegen op de hoekpunten van een raster; extremiteiten zoals de toegang tot het perceel dienen hierbij vermeden te worden.
De gemiddeld hoogste grondwaterstand op de plaats van de boringen wordt genoteerd aan de hand van de aanwezigheid van gleyvlekken, tenzij ander bewijsmateriaal aanwezig is.
Voorafgaand aan de analyse worden de monsters gedroogd aan de lucht en gezeefd tot een korrelgrootte kleiner dan 2 mm.
2° Bepaling van de fosfaatverzadigingsgraad.
Om de fosfaatverzadigingsgraad van de bodem op een bepaalde plaats te bepalen worden FBV en het oxalaat extraheerbaar fosfaat van een monster van die laag bepaald. Hiervan worden de gewogen gemiddelde waarden over het profiel berekend.
De FVG wordt berekend op basis van de volgende formule :
FVG = (Pox/FBV * 100) %
met Pox = de profielgemiddelde waarde van het oxalaat extraheerbare fosfor.
en FBV = de profielgemiddelde waarde van het FBV.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot bepaling van de kritische grenswaarde en de richtwaarde voor fosfaatdoorslag tot bepaling van de criteria voor aanduiding van fosfaatverzadigde gebieden op zure zandgronden en tot aanduiding van fosfaatverzadigde gebieden op zure zandgronden in uitvoering van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
Brussel, 20 december 1995.
De minister-president van de Vlaamse regering,
L. VAN DEN BRANDE
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling,
Th. KELCHTERMANS
Art. N4. Bijlage 4. (Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30/12/1995, p. 36217 tot 36428)
Art. N5. Bijlage 5. (NOTA : het onderhavig besluit is opgeheven, met uitzondering van de bijlagen 3 en 4. <BVR 2000-03-31/35, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2000>)