Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 APRIL 1995. - Decreet tot instelling van het politiek verlof om lid te worden van de Raad of van de Regering van de Franse Gemeenschap. (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-05-1995 en tekstbijwerking tot 23-04-1999)



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1998029234 



Artikels:

Artikel 1. Dit decreet is van toepassing op de vast benoemde, stagedoende, tijdelijke en hulppersoneelsleden, zelfs deze onder arbeidsovereenkomst :
  1° van de diensten van de Regering;
  2° van het onderwijs ingericht door de Franse Gemeenschap bedoeld bij het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs-, en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaal onderwijs van de Staat alsmede de internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen;
  3° van het onderwijs bedoeld bij de wet van 29 mei 1959 houdende wijziging van sommige bepalingen van de wetgeving op het onderwijs.

Art.2. De bij artikel 1 bedoelde personeelsleden krijgen van rechtswege voltijds politiek verlof met het oog op het uitoefenen van een mandaat van lid van de Raad of van de Regering.

Art.3. § 1. De periodes waarin men met politiek verlof zijn, mogen de personeelsleden hun aanspraak op bevordering niet laten gelden.
  § 2. Wat de onder arbeidsovereenkomst aangeworven personeelsleden betreft, wordt de overeenkomst opgeschort tijdens de periodes waarin zij met politiek verlof zijn. Er wordt met deze periodes rekening gehouden als aanrekenbare diensten met het oog op een verhoging in wedde.

Art.4. § 1. Het politiek verlof neemt, voor het lid van de Raad, aanvang op de dag van de eedaflegging die volgt op de verkiezing en, voor het lid van de Regering, op de datum van de eedaflegging in de handen van de Voorzitter van de Raad.
  § 2. Het politiek verlof neemt een einde uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op deze waarin het mandaat eindigt (of de eerste dag van de maand die volgt op het einde van de readaptatievergoeding). <DFG 1999-02-08/37, art. 52, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1999>
  Op dat ogenblik herkrijgt de betrokkene zijn statutaire of contractuele rechten. Indien hij in zijn betrekking niet werd vervangen, bezet hij deze betrekking bij de hervatting van zijn activiteiten. Werd hij vervangen, dan wordt hij voor een andere betrekking aangewezen, overeenkomstig de bepalingen die naargelang van het geval door de Regering werden vastgesteld.
  § 3. Na hun dienstherstel mogen de personeelsleden hun wedde niet cumuleren met mogelijke voordelen, zoals een readaptatievergoeding, gebonden aan de uitoefening van de bij artikel 2 bedoelde politieke mandaten.
  § 4. In afwijking van §§ 2 en 3, wordt het bij artikel 1 bedoeld personeelslid, titularis van een graad vanaf rang 15 of gelijkgesteld, slechts in zijn betrekking hersteld na het verstrijken van en termijn die overeenstemt met deze waarin hij een readaptatievergoeding of elk gelijksoortig voordeel ontvangt.
  Tijdens die periode mag hij geen enkel leidend ambt in een administratie noch enige betaalde activiteit in de privé-sector uitoefenen. In zijn bestuur van herkomst oefent hij elke opdracht van consultatie, opzoeking en ander uit, in overeenstemming met zijn graad of zijn ervaring. Met uitzondering van zijn bezoldiging, geniet hij de faciliteiten verbonden aan zijn graad.

Art. 5. Dit decreet treedt in werking de dag van de eerste integrale hernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers die volgt op de bekrachtiging ervan door de Regering.
  Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
  Brussel, 10 april 1995.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap,
  De Minister-Voorzitster van de Franse Gemeenschap, belast met Ambtenarenzaken, Kinderwelzijn en Gezondheidspromotie,
  Mevr. L. ONKELINX
  De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek, Hulpverlening aan de Jeugd en Internationale Betrekkingen,
  M. LEBRUN
  De Minister van Begroting, Cultuur en Sport,
  E. TOMAS
  De Minister van Onderwijs en de Audiovisuele sector,
  P. MAHOUX