Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

11 APRIL 1995. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 november 1991 inzake het onderzoek op de aanwezigheid van trichinen in vers vlees van als huisdieren gehouden varkens en paarden.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1979121014  1992025006 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Het opschrift van het ministerieel besluit van 18 november 1991 inzake het onderzoek op de aanwezigheid van trichinen in vers vlees van als huisdieren gehouden varkens en paarden, zoals gewijzigd bij het ministerieel besluit van 28 juni 1993, wordt vervangen door het volgende opschrift :
  " Ministerieel besluit inzake het onderzoek op de aanwezigheid van trichinen in vers vlees van als huisdieren gehouden varkens, van paarden en van everzwijnen of andere voor trichinose gevoelige wildsoorten; "

Art.2. § 1. In artikel 1 van hetzelfde besluit, waarvan de tegenwoor- dige tekst § 1 zal vormen, worden in het tweede lid de woorden " dat het voor de export is erkend en waarin geen 5000 dieren per jaar worden geslacht " vervangen door de woorden " waarvan de produktie niet kan worden toegelaten tot het handelsverkeer tussen de Lid-Staten van de E.G. ".
  § 2. Hetzelfde artikel wordt aangevuld met een § 2, luidend als volgt :
  " § 2. Het onderzoek op de aanwezigheid van trichinen dat dient uitgevoerd te worden op het vlees van everzwijnen of van andere voor trichinose gevoelige wildsoorten moeten gebeuren in een laboratorium van de vrij-wildverwerkingsinrichting of in een van de laboratoria bedoeld in § 1."

Art.3. § 1. In artikel 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " halve geslacht dieren, voorvoeten, achtervoeten of delen van geslachte dieren " vervangen door de woorden " delen van dieren ".
  § 2. In hetzelfde artikel, derde lid, worden de woorden " vers varkens- of paardevlees " vervangen door de woorden " vers vlees ".

Art.4. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden tussen de woorden " het onderzoek " en de woorden " op trichinen " de woorden " van vers varkens- of paardevlees " ingevoegd.

Art.5. In de bijlage I bij hetzelfde besluit waarvan de tegenwoordige tekst Afdeling A, met als opschrift : " Vlees van als huisdieren gehouden varkens ", zal vormen, worden volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in de onderafdeling VII, c, 1, achtste streepje wordt " 5 g " vervangen door " 7 g ";
  2° in de onderafdeling VII, c, wordt tussen de rubriek 3 en de rubriek 4, die rubriek 5 wordt, een nieuwe rubriek 4 ingevoegd, luidend als volgt :
  " 4. Gebruik van membraanfilters.
  Een membraanfilter van polycarbonaat mag ten hoogste vijf keer worden gebruikt. Het filter moet na elk gebruik worden gedraaid. Bovendien moet het filter na elk gebruik worden gecontroleerd op eventuele beschadigingen waardoor het ongeschikt zou zijn om nog verder te worden gebruikt. "
  3° in de onderafdeling VII, c, wordt de rubriek 5 de rubriek 6.
  4° dezelfde bijlage wordt aangevuld met de Afdeling B en de Afdeling C, luidend als volgt :
  " Afdeling B. Vlees van paarden.
  Paardevlees moet worden onderzocht volgens een van de in Afdeling A genoemde digestiemethoden, met de volgende wijzigingen:
  - Monsters van ten minste 10 g moeten worden genomen uit de tong- of kauwspieren. Indien geen tong- of kauwspieren voorhanden zijn, wordt een monster van dezelfde grootte genomen uit een middenrifpijler aan de overgang van het spiergedeelte naar het peesgedeelte. De spier moet vrij zijn van aanhangend weefsel en vet.
  - Een monster van 5 g wordt verteerd voor het onderzoek, indien gebruik wordt gemaakt van een verzameldigestiemethode als omschreven in Afdeling A, onderafdelingen III tot en met VII. Voor elke vertering mag het totale spiergewicht dat in onderzoek is genomen, 100 g niet overschrijden voor de methoden in de onderafdelingen III tot en met VI of 35 g voor de methode in de onderafdeling VII;
  - Bij een positieve uitkomst wordt een nieuw monster van 10 g genomen om een nieuw afzonderlijk onderzoek te ondergaan.
  Afdeling C. Vlees van everzwijnen of van andere voor trichinose gevoelige wildsoorten.
  Vlees van everzwijnen of van andere voor trichinose gevoelige wildsoorten moet worden onderzocht met behulp van een van de digestiemethodes bedoeld in Afdeling A of een trichinoscopisch onderzoek met microscopische waarnemingen van veelvuldige monsters van elk dier die ten minste zijn genomen van de kauwspieren en de middenrifspieren, het spierstelsel van de onderpoten, het intercostale spierstelsel en het spierstelsel van de tong. "

Art.6. In de bijlage III bij hetzelfde besluit wordt de rubriek 5 vervangen door de volgende rubriek :
  " 5. Uitsluitend E155 bruin HT mag als kleurstof worden gebruikt voor het rechtstreeks merken van vers vlees. "

Art.7. In de bijlage IV bij hetzelfde besluit wordt voor de tegen- woordige tekst het afdelingsopschrift: " I. Methode 1 " ingevoegd.
  Dezelfde bijlage wordt aangevuld als volgt :
  " II. Methode 2
  Aan de algemene bepalingen van de punten 1 tot en met 5 van methode I moet worden voldaan en de volgende tijdtemperatuurcombinaties moeten worden toegepast :
  1. Vlees met een diameter of een dikte van maximaal 15 cm moet worden ingevroren volgens een van onderstaande tijdtemperatuurcombinaties :
  - 20 dagen bij - 15 °C;
  - 10 dagen bij - 23 °C;
  - 6 dagen bij - 29 °C.
  2. Vlees met een diameter of een dikte tussen 15 en 50 cm moet worden ingevroren volgens een van onderstaande tijd-temperatuurcombinaties :
  - 30 dagen bij - 15 °C;
  - 20 dagen bij - 25 °C;
  - 12 dagen bij - 29 °C.
  De temperatuur in de koelkamer mag nooit hoger zijn van de gekozen inactiveringstemperatuur. Hij moet worden gemeten met geijkte thermo-elektrische meetapparatuur en moet doorlopend worden geregistreerd. Hij mag niet direct in de koude luchtstroom worden gemeten. De meetapparatuur moet achter slot worden gehouden. Op de diagrammen moeten de desbetreffende nummers van het register betreffende de keuring bij invoer worden aangegeven, alsmede de datum en het tijdstip van het begin en van het einde van de invriezing; de diagrammen moeten gedurende een jaar worden bewaard.
  III. Methode 3
  Controle van de kerntemperatuur van de stukken vlees.
  1. Voor de controle van de kerntemperatuur van de stukken vlees worden, voor zover tot en met 6 wordt voldaan, de volgende aangehouden :
  - 106 uur bij - 18 °C;
  - 82 uur bij - 21 °C;
  - 63 uur bij - 23,5 °C;
  - 48 uur bij - 26 °C;
  - 35 uur bij - 29 °C;
  - 22 uur bij - 32 °C;
  - 8 uur bij - 35 °C;
  - 0,5 uur bij - 37 °C.
  2. Vlees dat ingevroren wordt binnengebracht moet ingevroren blijven.
  3. De zendingen moeten in de koelkamer afzonderlijk achter slot worden bewaard.
  4. Voor elke zending moet worden geregistreerd op welke datum en tijdstip zij in de koelkamer is binnengekomen.
  5. De technische inrichting en de koelcapaciteit van de koelkamer moeten zodanig zijn dat de in punt 1 genoemde temperatuur in alle delen van het vlees zeer snel wordt bereikt en wordt gehandhaafd.
  6. De temperatuur wordt gemeten met geijkte thermo-elektrische apparatuur en wordt doorlopend geregistreerd. De sonde van de thermometer wordt geplaatst in het centrum van een geijkt stuk vlees dat niet kleiner mag zijn dan het dikste stuk vlees dat moet worden ingevroren. Het geijkte stuk vlees moet op de minst gunstige plaats in de koelkamer worden geplaatst, niet vlak bij de koelapparatuur noch direct in de koude luchtstroom. De apparatuur moet achter slot worden gehouden. Op de diagrammen moeten de desbetreffende nummers van het register betreffende de keuring bij de invoer worden aangegeven, alsmede de datum en het tijdstip van het begin en het einde van de bevriezing; de diagrammen moeten gedurende een jaar worden bewaard. "

Art. 8. Het ministerieel besluit van 10 december 1979 houdende vaststelling van de methoden voor het opsporen van trichinen in vlees van everzwijn wordt opgeheven.
  Brussel, 11 april 1995.
  J. SANTKIN