15 MAART 1995. - Koninklijk besluit houdende aanpassing van de toegelaten inkomensgrenzen ter uitvoering van artikel 62, §§ 1, 2, 4 en 6, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders.
Art. 1-6
Artikel 1. In artikel 1bis, tweede lid, van het koninklijk besluit van 30 december 1975 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat volgt, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juni 1991, worden getallen en woorden "6780", "127,00 (basis 1981 = 100)" en "80" respectievelijk vervangen door de getallen en woorden "15 000", "117,19 (basis 1988 = 100)" en "300".
Art.2. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 maart 1979 tot bepaling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat verbonden is door een leerovereenkomst, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 januari 1980 en 24 juni 1987, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° het eerste lid, 2°, wordt vervangen door de volgende bepaling :
"zijn brutoloon, sociale uitkering of beide samen niet meer bedragen dan 15 000 frank per maand. Dit bedrag wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 117,19 (basis 1988 = 100) van de consumptieprijzen. Het wordt verhoogd of veranderd met 300 frank telkens wanneer de bedragen van de kinderbijslag worden gewijzigd ingevolge een stijging of een daling van dit indexcijfer. (Err 15-03-1995; B.St. 13-10-1995, p. 29124)";
2° het tweede lid wordt vervangen door het volgende lid:
"Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, is het genot van vakantiegeld, betaald bij toepassing van de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie va n de werknemers en vakantiegeld betaald bij toepassing van een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in een paritair orgaan, geen beletsel voor de toekenning van kinderbijslag tijdens de maanden in de loop waarvan dit vakantiegeld wordt uitbetaald.";
3° het derde lid wordt opgeheven.
Art.3. In artikel 1, § 4, van het koninklijk besluit (van 12 augustus 1985 tot regeling van de) voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend voor het kind dat onderworpen is aan de deeltijdse leerplicht, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 augustus 1991, worden de getallen en woorden "6 780", "127,00 (basis 1981 = 100)" en "80" respectievelijk vervangen door de getallen en woorden "15 000", "117,19 (basis 1988 = 100)" en"300". (Err. 15-03-1995; B.St. 13-10-1995, p. 29124)
Art.4. In artikel 4, § 4, van het koninklijk besluit van (12 augustus 1985 tot uitvoering van artikel 62, § 6), van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 maart 1990 en 5 juni 1990, worden de volgende wijzigingen aangebracht : (Err. 15-03-1995; B.St. 13-10-1995, p. 29124)
1° in het eerste lid worden de getallen en woorden "8 700", "140,77 (basis 1981 = 100)" en "80" respectievelijk vervangen door de getallen en woorden "15 000" , "117,19 (basis 1988 = 100)" en "300";
2° in het tweede lid wordt het getal "8 700" vervangen door het getal "15000".
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 april 1995.
Art. 6. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 maart 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken,
Mevr. M. DE GALAN