5 APRIL 1995. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 1412bis van het Gerechtelijk Wetboek.
Art. 1-5
Artikel 1. § 1. De verklaring bedoeld in artikel 1412bis, § 2, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, wordt op de in die bepaling bedoelde plaats neergelegd in de vorm van een register of een andere gemakkelijk te raadplegen vorm.
§ 2. Met betrekking tot de verklaring die is opgesteld door een overheid welke onder toepassing valt van de wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van het bestuur, wordt de in die wet bedoelde vraag gericht tot die overheid op de plaats bedoeld in artikel 1412bis, §2, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek.
§ 3. Wanneer apparatuur noodzakelijk is, wordt die ter beschikking gesteld en wordt door een bevoegd persoon bijstand verleend.
Art.2. De verklaring bevat de volgende vermeldingen :
1° de benaming en het adres van de overheid die de verklaring heeft gedaan, alsmede, in voorkomend geval, de benaming van de overheid die de verklaring heeft bekrachtigd of goedgekeurd;
2° de datum waarop de verklaring is gedaan, alsmede, in voorkomend geval, de datum van de bekrachtiging of goedkeuring;
3° de datum waarop de verklaring is neergelegd;
4° voor elk van de goederen, een korte beschrijving ervan;
5° voor elk goed, de plaats waar het zich bevindt;
6° een nummer bij elk goed.
De goederen die zich op eenzelfde plaats bevinden mogen in eenzelfde afdeling worden samengebracht.
De in 6° bedoelde nummering is doorlopend en mag niet worden onderbroken.
Art.3. § 1. Wanneer de verklaring wordt gewijzigd worden dezelfde vermeldingen opgegeven als die welke in artikel 2 worden bedoeld.
In dat geval hebben de rubrieken betreffende de overheid die de verklaring heeft gedaan en betreffende haar beslissing, betrekking op de overheid die de verklaring van wijziging heeft gedaan alsmede op haar beslissing.
De wijzigingen, worden in afzonderlijke addenda met naam "wijzigingen" vermeld.
De addenda worden achteraan bij de oorspronkelijke verklaring toegevoegd, met romeinse cijfers genummerd en naar de datum van de neerlegging gerangschikt.
Elk addendum heeft een afzonderlijke nummering van de erin opgenomen goederen. Ook het nummer waaronder het goed in de oorspronkelijke verklaring was opgenomen, wordt vermeld vergezeld van de afkorting "N.O.V." (nummer van de oorspronkelijke verklaring).
Bij het oorspronkelijk nummer wordt de informatie over dat goed geschrapt en vervangen door een verwijzing naar het addendum en het nummer dat het goed daar heeft gekregen.
De informatie inzake toegevoegde goederen, wordt alleen in addenda vermeld. Wanneer de wijziging geschiedt met betrekking tot een goed dat alleen in een addendum is vermeld, worden de vermeldingen volgens de hierboven beschreven procedure in dit addendum en in het nieuwe addendum aangebracht. In dat geval wordt in de plaats van de afkorting "N.O.V.", de afkorting "N.O.A. " (nummer van het oorspronkelijk addendum) gebruikt.
Wanneer de informatie betreffende een goed meermaals wordt gewijzigd geeft dit telkens tot een nieuw addendum aanleiding. In de oorspronkelijke verklaring of het oorspronkelijk addendum worden dientengevolge bij het nummer van het goed alle verwijzingen vermeld in de volgorde van de addenda waarop zij betrekking hebben.
§ 2. Wanneer het bevoegd orgaan van de publiekrechtelijke rechtspersoon van oordeel is dat de verklaring en de addenda moeilijk te raadplegen zijn geworden, mag het beslissen tot het opmaken van een nieuwe verklaring die de vorige vervangt. Naast de informatie die op grond van artikel 2 wordt vereist, vermelde de nieuwe verklaring de datum van de neerlegging van de verklaring en de addenda die zij vervangt.
In de nieuwe verklaring wordt de laatste stand van zaken van de vorige verklaring en haar addenda overgenomen.
Goederen die sinds de neerlegging van de vorige verklaring bij addendum werden toegevoegd, worden in de nieuwe verklaring opgenomen na de nummers van de goederen die in de vorige verklaring werden vermeld.
Art.4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 5 april 1995.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
M. WATHELET