Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 MAART 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het rijkspersoneel en het koninklijk besluit van 17 september 1969 betreffende de vergelijkende examens en examens georganiseerd voor de werving en de loopbaan van het rijkspersoneel .



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1939080750  1969091704 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 29, § 2, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het rijkspersoneel, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 september 1994, worden de woorden " die ten minste vier jaar anciënniteit hebben in één van die niveaus" vervangen door de woorden " die ten minste vier jaar anciënniteit in één van die niveaus of in beide ervan hebben".

Art.2. Artikel 23, § 3, van het koninklijk besluit van 17 september 1969 betreffende de vergelijkende examens en examens georganiseerd voor de werving en de loopbaan van het rijkspersoneel, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 juli 1991, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " § 3. Indien een examen uit een algemeen en één of meer bijzondere gedeelten bestaat, worden de ambtenaren die geslaagd zijn voor het algemeen gedeelte, op hun verzoek van dit gedeelte vrijgesteld wanneer zij later opnieuw deelnemen aan één of meer examens van hetzelfde niveau."

Art.3. Artikel 27 van hetzelfde besluit, hersteld bij het koninklijk besluit van 31 juli 1991, wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Artikel 27. § 1. De vergelijkende examens voor overgang naar niveau 1 bestaan uit een onderhoud uitgaande van een praktijkgeval dat verband houdt met de functie.
  Om te slagen moeten de kandidaten ten minste 60% der punten behalen. De geslaagden worden gerangschikt volgens de behaalde punten.
  § 2. Om tot de vergelijkende examens bedoeld in § 1 te worden toegelaten, moeten de kandidaten in het bezit zijn van vijf brevetten;
  - een brevet waaruit blijkt dat zij geslaagd zijn voor het gedeelte over de algemene vorming met het oog op de deelname aan een vergelijkend examen voor overgang naar niveau 1. De kandidaat die in het bezit is van dit brevet mag deelnemen aan de gedeelten over bepaalde vakken;
  - vier brevetten waaruit blijkt dat zij geslaagd zijn voor de gedeelten over de vakken vastgesteld door de Vaste Wervingssecretaris, na advies van de administratie waartoe de kandidaat behoort.
  § 3. De examengedeelten voor het behalen van de brevetten met het oog op deelneming aan de in § 1 bedoelde vergelijkende examens voor overgang naar niveau 1 worden om de twee jaar georganiseerd.
  Om deel te nemen moeten de kandidaten, op de datum vastgesteld door de Vaste Wervingssecretaris, vastbenoemde ambtenaren van niveau 2+ of 2 zijn en, in dit laatste geval, geslaagd zijn voor het examen voor verhoging in weddeschaal vereist in de graad van rang 20 of geslaagd zijn, voor 27 augustus 1991, voor één van de vakken van het bijzonder gedeelte van een vergelijkend examen voor overgang naar een graad van rang 10, afgesloten na 1 januari 1985.
  Om te slagen moeten de kandidaten ten minste 60 % der punten behalen." Het voordeel van het behalen van een brevet is definitief verkregen".

Art.4. De kandidaat die bij een vergelijkend examen voor overgang naar een graad van rang 10, afgesloten na 1 januari 1985 en voor 27 augustus 1991, ten minste 60 pct. van de punten heeft behaald voor een van de vakken bedoeld in artikel 27, § 2, van het koninklijk besluit van 17 september 1969, wordt, op zijn aanvraag, van dit vak vrijgesteld wanneer hij opnieuw deelneemt aan een zelfde of een gelijkwaardig vergelijkend examen.

Art.5. De kandidaat die bij een vergelijkend examen voor overgang naar een graad van niveau 1, georganiseerd na 27 augustus 1991, ten minste 60 pct. van de punten heeft behaald voor een van de vakken bedoeld in artikel 27, § 2, van het koninklijk besluit van 17 september 1969, wordt, op zijn aanvraag, van dit vak vrijgesteld wanneer hij opnieuw deelneemt aan een zelfde of gelijkwaardig vergelijkend examen, waarvan de uiterste inschrijvingsdatum is vastgesteld na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art.6. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 30 maart 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Ambtenarenzaken,
  J. VANDE LANOTTE