Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

9 JANUARI 1995. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 september 1988 tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van het college van provinciegouverneurs ingesteld bij artikel 131bis van de provinciewet.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1988000303 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 6 van het koninklijk besluit van 6 september 1988 tot vaststelling van de nadere regels voor de werking van het college van provinciegouverneurs ingesteld bij artikel 131bis van de provinciewet worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In § 2 wordt een tweede lid toegevoegd, luidend als volgt :
  " Elke gouverneur brengt de voorzitter op de hoogte van de punten die bij op de dagorde van het college wenst te laten inschrijven. ";
  2° Na § 3 wordt een § 4 toegevoegd, luidend als volgt :
  " § 4. Het college publiceert een jaarlijks verslag van zijn activiteiten voor elke termijn van één jaar bedoeld in artikel 2, tweede lid. ".

Art.2. In artikel 7 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° het enige lid van dit artikel wordt § 1;
  2° na § 1 wordt een § 2 toegevoegd, luidend als volgt :
  " § 2. Als de gouverneur van de provincie Henegouwen of van de provincie Limburg met toepassing van artikel 264 van de nieuwe gemeentewet een beslissing van de gemeenteoverheid van Komen-Waasten of Voeren schorst, brengt hij zijn schorsingsbesluit en de geschorste beslissing dadelijk ter kennis aan de voorzitter van het college. ".

Art.3. In hoofdstuk II wordt na artikel 9 een nieuw artikel 9bis ingevoegd, luidend als volgt :
  " Art. 9bis. - Als de gouverneur van de provincie Henegouwen of van de provincie Limburg met toepassing van de artikelen 265, § 3, en 267 van de nieuwe gemeentewet oordeelt dat een beslissing van de gemeenteoverheid van Komen-Waasten of Voeren wegens schending van de taalwetgeving dient vernietigd te worden of niet kan worden goedgekeurd, brengt hij dadelijk de voorzitter van het college op de hoogte van zijn voornemen. Hij brengt hem tevens op de hoogte van zijn motivering. Hij maakt hem eveneens de betrokken beslissing van de gemeenteoverheid over. De voorzitter van het college geeft deze informatie onmiddellijk door aan de leden van het college en plaatst deze op de agenda van de eerstvolgende vergadering. Op deze vergadering die in ieder geval plaats heeft vooraleer de gouverneur zijn wettelijke bevoegdheid uitoefent, spreekt het college zich, na beraadslaging, uit over de toepasselijkheid van de uitzondering voorzien in de artikelen 265, § 3, en 267 van de nieuwe gemeentewet. ". (NOTA : bij arrest nr. 90758 van 14 november 2000, betekend op 11 december 2000, heeft de Raad van State, afdeling administratie, XIIe kamer, onderhavig artikel 3 vernietigd; B.S. 31-01-2001, p. 2571.)

Art.4. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5. De Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 9 januari 1995.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Binnenlandse Zaken,
  J. VANDE LANOTTE