14 SEPTEMBER 1994. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen betreffende de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 21-09-1994 en tekstbijwerking tot 11-05-1995).
Art. 1-2, 2bis, 3-4
1994912980 1995012260 1995012275 2001022194 2001022512 2001022544 2002022036 2002022333 2002022659 2003022338 2003022340 2004022083 2004022315 2004022496 2004022625 2005022026 2005022667 2006022550 2008022503 2008022560 2012009336 2013022439 2019014517
Artikel 1. § 1. De datum vanaf dewelke de activiteiten binnen het kader van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen dienen uitgeoefend te worden volgens de bepalingen van artikel 8 van de besluitwet van 28 december 1944 en van de artikelen 79 en 79bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, zoals gewijzigd en ingevoegd bij de koninklijke besluiten van 10 mei 1994, wordt vastgesteld op 1 oktober 1994.
§ 2. In afwijking van § 1 mogen activiteiten verricht voor (1 februari 1995) nog vergoed worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 79, § 3, eerste en tweede lid van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, zoals van kracht voor de inwerkingtreding van dit besluit. <KB 1994-12-23/42, 002, Inwerkingtreding : 01-01-1995>
Deze afwijking geldt slechts voor zover gelijktijdig voldaan wordt aan volgende voorwaarden :
1° de activiteit wordt verricht in het kader van een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap dat door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid erkend werd voor 1 juni 1994;
2° het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap heeft nog geen beslissing genomen in toepassing van artikel 79bis van het voormelde koninklijk besluit van 25 november 1991 omtrent het bedrag van het inschrijvingsrecht en van de uurvergoeding;
3° het betreft een activiteit die verricht mocht worden in toepassing van de reglementering zoals van kracht voor de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.2. De plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen erkend door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid voor 1 juni 1994 dienen ten laatste op 1 maart 1995 vervangen te worden door een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap opgericht volgens de bepalingen van artikel 8 van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
Art. 2bis. <ingevoegd door AR 1994-12-23/42, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1995> De gemeente kan bekomen dat de datum van 1 februari 1995 voorzien bij artikel 1, § 2 en/of de datum van 1 maart 1995 voorzien bij artikel 2 uitgesteld wordt (...), onder de volgende voorwaarden : <KB 1995-04-06/56, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-04-1995>
1° dat zij het bewijs levert van uitzonderlijke omstandigheden die verhinderen dat één of beide voormelde data gerespecteerd kunnen worden;
2° dat zij een precies tijdschema mededeelt inzake de omvorming en de werking van het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap en dat zij belooft dit tijdschema te respecteren.
Het college van burgemeester en schepenen dient hiertoe (...) een aanvraag in te dienen in 2 exemplaren waarvan één geadresseerd wordt aan het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en het andere aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. <KB 1995-04-06/56, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-04-1995>
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 september 1994.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mevr. M. SMET