4 AUGUSTUS 1994. - Ministerieel besluit tot invoeging van een artikel 32bis in het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering en tot wijziging van de artikelen 48 en 54 van hetzelfde besluit.
Art. 1-4
Artikel 1. Een artikel 32bis, luidend als volgt, wordt in het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering ingevoegd :
" Artikel 32bis. Het passend karakter van een activiteit die uitgeoefend wordt in het kader van een plaatselijk werkgelegenehdisagentschap, wordt bepaald, rekening houdend met de criteria opgenomen in de onderhavige afdeling, met uitsluiting van artikel 24.
De activiteit wordt evenwel als niet passend beschouwd indien :
1° de wettelijke of reglementaire bepalingen inzake de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen, inzake arbeidsduur of inzake arbeidsvoorwaarden door de begunstigde op volgehouden wijze niet worden nageleefd;
2° de activiteit wordt uitgevoerd tussen 18 uur en 7 uur of tijdens het weekend of een feestdag;
3° de activiteit niet uitgeoefend wordt in de gemeente waarin de werkloze verblijft en de verplaatsingskosten die de werkloze zou moeten maken, niet worden terugbetaald door het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap of door de begunstigde;
4° de werkloze niet beschikt over de lichamelijke of intellectuele geschiktheid vereist voor de uitoefening van de activiteit;
5° de werkloze niet beschikt over de vorming of over de beroepservaring vereist voor de uitoefening van de activiteit en deze vorming of ervaring niet op korte termijn verworven kan worden. "
Art.2. Artikel 48, 11°, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt :
" Het prestatieformulier bedoeld in voormeld artikel 79 wordt voor deze werkloze, samen met de gewone controlekaart, als controlekaart in de zin van artikel 71 van het koninklijk besluit beschouwd. "
Art.3. Artikel 54 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 54. § 1. De kandidaat-begunstigde kan bij de uitgever minstens tien PWA-cheques bestellen die op zijn naam worden opgesteld. Hij voegt bij zijn bestelling het bewijs dat hij in het bezit is van een gevalideerd gebruikersformulier en betaalt vooafgaandelijk deze PWA-cheques.
De kandidaat-begunstigde die in het bezit is van een gevalideerd gebruikersformulier kan bij het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap naamloze PWA-cheques aankopen.
Deze PWA-cheques kunnen niet gebruikt worden voor activiteiten ten behoeve van de land- en tuinbouwsector. Indien de begunstigde een rechtspersoon is kunnen deze PWA-cheques slechts gebruikt worden voor occasionele activiteiten.
De begunstigde bewaart de overzichtsstaat, vermeldend het nummer van de uitgegeven PWA-cheque, de naam van de werkloze die de activiteit heeft verricht en de datum waarop de activiteit plaats vond, gedurende één jaar, te rekenen vanaf de dag waarop de laatste PWA-cheque werd uitgegeven.
§ 2. De uitgever van de PWA-cheques maakt jaarlijks vóór 1 maart aan de begunstigde natuurlijke persoon een fiscaal attest over, vermeldend de nominale waarde van de PWA-cheques die op zijn naam werden opgesteld en die betaald werden tijdens het voorafgaande kalenderjaar. Van dit bedrag wordt in mindering gebracht de nominale waarde van de hiervoor bedoelde PWA-cheques die niet werden gebruikt en die tijdens hetzelfde kalenderjaar door de begunstigde aan de uitgever werden terugbezorgd. De gegevens vermeld in de fiscale attesten worden door de uitgever vóór hetzelfde tijdstip overgemaakt aan de Administratie der directe belastingen.
§ 3. Voor de berekening van de werkloosheidsduur van ten minste twee jaar in hoofde van de werkloze die wachtuitkeringen geniet of ten minste drie jaar in hoofde van de werkloze die werkloosheidsuitkeringen geniet, wordt rekening gehouden met de duurtijd van de recentste ononderbroken periode van vergoede volledige werkloosheid.
Worden gelijkgesteld met een periode van vergoede volledige werkloosheid :
1° de periodes van arbeidsongeschiktheid;
2° de andere onderbrekende gebeurtenissen met inbegrip van de periodes van deeltijdse arbeid met een duurtijd korter dan drie maanden.
In afwijking van de voorgaande leden wordt de werkloze, die voldoet aan de vereisten inzake werkloosheidsduur en ingeschreven werd als kandidaat bij een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap, verder geacht te voldoen aan deze vereisten, zolang hij niet gerechtigd is op de aanpassingstoeslag, voorzien in artikel 114, § 2, van het koninklijk besluit.
§ 4. Het bedrag tot dekking van de administratiekosten van de uitbetalingsinstelling wordt vastgesteld op 2 F per uitbetaalde PWA-cheque. "
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op de dag bepaald krachtens artikel 4, tweede lid, van het koninklijk besluit van 10 mei 1994 tot uitvoering van artikel 73 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van de artikelen 79 en 83 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
Brussel, 4 augustus 1994.
Mevr. M. SMET