Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 JUNI 1994. - Ministerieel besluit betreffende het accijnsstelsel van wijn, andere gegiste dranken en tussenprodukten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-06-1994 en tekstbijwerking tot 23-03-1999.)



Inhoudstafel:

TITEL I. - Algemeen.
Art. 1
TITEL II. - Belastingentrepot.
HOOFDSTUK I. - Aanvaarding als erkend entrepothouder.
Art. 2, 2bis, 3
HOOFDSTUK II. - Ingang en inrichting van de lokalen.
Art. 4-10
HOOFDSTUK III. - Vervaardiging.
Afdeling 1. - Arbeidsaangifte.
Art. 11-12
Afdeling 2. - Opslaan van de grondstoffen.
Art. 13
Afdeling 3. - Basislijst.
Art. 14
Afdeling 4. - Boekhouding.
Art. 15-17
HOOFDSTUK IV. - Opslag.
Art. 18-21
HOOFDSTUK V. - Opneming.
Art. 22-24
HOOFDSTUK VI. - Staking van activiteit.
Art. 25-26
HOOFDSTUK VII. - Algemene bepalingen.
Art. 27-31
TITEL III. - Bezitsaangifte.
Art. 32-33
TITEL IV. - Vrijstellingen.
Art. 34-35
TITEL V. - Opheffing, inwerkingtreding.
Art. 36-37
BIJLAGEN.
Art. N1-1N8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1937031350  1939060550 



Uitvoeringsbesluit(en):

1995003265  1998003540  1999003160 



Artikels:

TITEL I. - Algemeen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
  - ambtenaar : iedere ambtenaar van de Administratie der douane en accijnzen;
  - directeur-generaal : de directeur-generaal der douane en accijnzen;
  - directeur : de gewestelijke directeur der douane en accijnzen over het gebied;
  - hoofdcontroleur : de hoofdcontroleur der accijnzen of der douane en accijnzen over het gebied;
  - ontvanger : de ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen over het gebied;
  - sectiechef : de sectiechef der accijnzen over het gebied;
  - (wet : de wet van 7 januari 1998 betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken); <MB 1998-10-16/30, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 23-10-1998>
  - ministerieel besluit : het ministerieel besluit van 23 december 1993 betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controle daarop;
  - champenoise-stelsel : vervaardigingswijze om gegiste dranken schuimend te maken die erin bestaat de dranken te doen gisten op flessen en er daarna door uitloging, het bezinksel uit te verwijderen dat tijdens de gisting is ontstaan en dat onder het klaren (op rekken leggen) op de stop is komen rusten;
  - hermetische sluiting : vervaardigingswijze om gegiste dranken schuimend te maken waarbij de gisting geschiedt in grote luchtdicht gesloten vergaarbakken, bij het verlaten waarvan de schuimend geworden drank gebotteld wordt;
  - gasinpersing : vervaardigingswijze om gegiste dranken schuimend te maken door rechtstreekse inpersing van koolzuur door middel van een bijzonder toestel;
  - produkten in kleinhandelsverpakkingen : produkten die zijn verpakt voor rechtstreekse verkoop aan de verbruiker;
  - produkten in groothandelsverpakking : produkten in bulk en produkten die niet zijn verpakt in kleinhandelsverpakking.

TITEL II. - Belastingentrepot.
HOOFDSTUK I. - Aanvaarding als erkend entrepothouder.
Art.2. Elke bezitter of houder van een in werking zijnde fabriek van wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten is ertoe gehouden zich te laten erkennen als erkend entrepothouder.

Art. 2bis. <MB 1999-03-12/31, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 23-03-1999> § 1. Ieder ander persoon dan deze bedoeld in artikel 2 die wijn, andere gegiste dranken of tussenproducten voorhanden heeft, ontvangt of verzendt onder de schorsingsregeling van accijns, kan zich slechts als erkend entrepothouder laten aanvaarden voor zover hij aan navolgende voorwaarden voldoet :
  1° het beroep van handelaar in wijn, andere gegiste dranken of tussenproducten uitoefenen of beroepsmatig voor diens rekening optreden;
  2° over een gemiddelde voorraad beschikken die op jaarbasis berekend hoger is dan :
  - wijn en andere gegiste dranken : 100 hl;
  - tussenproducten : 75 hl.
  Hij dient echter niet over die gemiddelde voorraad te beschikken indien ten minste 80 % van de voorhanden zijnde producten worden verzonden naar een andere lidstaat of uitgevoerd onder de schorsingsregeling van accijns.
  § 2. De directeur kan afwijken van de verplichting over een gemiddelde voorraad te beschikken zoals bepaald in § 1, 2° indien er een economische behoefte bestaat en voor zover de vereiste toezichts- en controlemaatregelen niet in het gedrang komen.
  § 3. De persoon die voldoet aan de voorwaarde inzake hoeveelheid die is gesteld voor één van de categorieën producten bedoeld bij § 1, 2° of bij artikel 5bis, § 1, 2°, van het ministerieel besluit van 10 juni 1994 betreffende het accijnsstelsel van ethylalcohol is vrijgesteld van de verplichting te voldoen aan de voorwaarden inzake hoeveelheid die voor de andere categorieën producten zijn gesteld.

Art.3. Onverminderd de voorschriften van bijlage I van het ministerieel besluit, moet aan de aanvraag om te worden aanvaard als erkend entrepothouder worden toegevoegd, in drie exemplaren :
  1° de volledige omschrijving van de produkten die zullen worden vervaardigd;
  2° de omstandige omschrijving van de aangewende fabricagemethodes;
  3° een plan op beperkte schaal met legende dat de verschillende lokalen en aanhorigheden der fabriek, hun bestemming en de plaats van alle gereedschappen, tanks, buizen, pompen, goten, enz. aanduidt;
  4° een lijst met volgende gegevens :
  - het aantal, nummer, inhoudsvermogen en plaats van de recipiënten die dienen tot opslag van de in bulk aangekregen wijn, andere gegiste dranken en tussenprodukten;
  - het aantal, het nummer, het inhoudsvermogen en de plaats van de recipiënten dienende tot voortbrenging en opslag van de vervaardigde dranken en eventueel tot voortbrenging van de zetgist;
  - het aantal en soort der toestellen en werktuigen die dienen tot voortbrenging der dranken (persen, pompen, flessenrekken, toestellen tot uitloging, dosering, gasinpersing, kurking, enz.);
  5° een lijst van de plaatsen waar in verbruik gestelde wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten worden opgeslagen.

HOOFDSTUK II. - Ingang en inrichting van de lokalen.
Art.4. Elke fabrikant van wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten moet een communicatiesysteem plaatsen dat de ambtenaren een gemakkelijke en doorlopende toegang verzekert tot de lokalen van de inrichting.

Art.5. § 1. De plaatsen waar de grondstoffen, de halffabrikaten, de wijn, de andere gegiste dranken en de tussenprodukten worden opgeslagen moeten te allen tijde gemakkelijk toegankelijk en behoorlijk verlicht zijn.
  § 2. In de plaatsen bedoeld bij § 1 mogen geen andere stoffen voorhanden zijn dan die welke bestemd zijn voor de vervaardiging van wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten.
  § 3. Wanneer de controle er niet door in het gedrang komt, mag de directeur een afwijking toestaan van het bepaalde in § 2.

Art.6. De fabrikant van wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten moet de ambtenaren de mogelijkheid geven de aard en de hoeveelheid te bepalen van de produkten die aanwezig zijn in de vaten, kuipen en andere vergaarbakken van de fabriek.

Art.7. Al de buizen, goten en pompen van de fabriek moeten duidelijk zichtbaar, afgezonderd en voor gemakkelijke bewaking vatbaar zijn.

Art.8. In de fabriek mag noch ruwketel, noch stookkolom, noch om het even welk toestel voorhanden zijn dat tot afstoken of tot overhalen zou kunnen dienen.

Art.9. Elke verandering aan de lokalen of aan het gereedschap van de fabriek die raakt aan de gegevens van de machtiging erkend entrepothouder, moet vooraf worden aangegeven bij de directeur.
  Zo nodig is de aangifte, overeenkomstig het model voorgeschreven door de directeur-generaal, vergezeld van een verbeterd plan in drievoud.

Art.10. De bepalingen van de artikelen 4 tot 9 zijn van toepassing op belastingentrepots die niet als een fabriek zijn aan te merken.

HOOFDSTUK III. - Vervaardiging.
Afdeling 1. - Arbeidsaangifte.
Art.11. Ten minste achtenveertig uren voor het aanvangen van de vervaardiging, moet de fabrikant van niet-mousserende wijn, andere niet-mousserende gegiste dranken of niet-mousserende tussenprodukten bij de ontvanger een arbeidsaangifte indienen overeenkomstig bijlage I bij dit besluit.

Art.12. De fabrikant van mousserende wijn, andere mousserende gegiste dranken of mousserende tussenprodukten, moet ten minste achtenveertig uren voor het aanvangen van de vervaardiging bij de ontvanger een arbeidsaangifte indienen overeenkomstig bijlage II bij dit besluit.

Afdeling 2. - Opslaan van de grondstoffen.
Art.13. Voor het gebezigd wordt tot de vervaardiging van niet-mousserende wijn of andere niet-mousserende gegiste dranken mag het sap dat als grondstof wordt aangewend niet gisten terwijl er evenmin suiker aan mag worden toegevoegd.

Afdeling 3. - Basislijst.
Art.14. De hoofdcontroleur kan van de fabrikant van wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten de voorlegging eisen van een basislijst der produkten welke hij vervaardigt.
  Deze lijst moet voor elk produkt vermelden :
  1° de handelsbenaming en eventueel het nummer van de voorraadfiche afgewerkte produkten;
  2° het alcoholgehalte van het afgewerkte produkt;
  3° de hoeveelheid, de aard, en eventueel het alcoholgehalte van de alcoholhoudende grondstoffen die in bewerking worden gesteld voor het bekomen van 1 hl afgewerkt produkt alsmede de totale hoeveelheid absolute alcohol vervat in de gebruikte grondstoffen.
  De lijst moet worden opgesteld in vijf exemplaren en ondertekend worden door de houder van de machtiging erkend entrepothouder of door een persoon die gemachtigd is hem te verbinden.
  De basislijst moet worden bijgewerkt door de fabrikant bij elke wijziging van de samenstelling van een produkt die een invloed heeft op de gegevens vermeld onder 2° en 3° evenals bij de produktie van een nieuw produkt.

Afdeling 4. - Boekhouding.
Art.15. De fabrikant van wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten moet een boekhouding houden die alle elementen bevat nodig voor de juiste werking van de fabriek of voor de controle ervan.

Art.16. Voor de fabrikanten van niet-mousserende wijn en andere niet-mousserende gegiste dranken bestaat de boekhouding bedoeld bij artikel 15 inzonderheid uit een register gehouden overeenkomstig het model en volgens de toelichtingen van bijlage III bij dit besluit.

Art.17. Voor de fabrikanten van mousserende wijn en andere mousserende gegiste dranken bestaat de boekhouding bedoeld bij artikel 15 inzonderheid uit :
  - een register gehouden overeenkomstig het model en volgens de toelichtingen van bijlage IV bij dit besluit;
  - een voorraadfiche overeenkomstig het model en de toelichtingen van bijlage V bij dit besluit, voor elk produkt gebruikt als grondstof bij de vervaardiging.

HOOFDSTUK IV. - Opslag.
Art.18. § 1. De opslag van wijn, andere gegiste dranken en tussenprodukten in belastingentrepot moet op overzichtelijke wijze geschieden, derwijze dat de opneming zonder moeilijkheden kan geschieden.
  § 2. De directeur-generaal kan voorschrijven dat de opslag van deze produkten dient te geschieden volgens een door hem te bepalen onderscheid.

Art.19. In inrichtingen waar zowel wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten die ten verbruik werden aangegeven als wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten die zich onder schorsingsregeling inzake accijns bevinden voorhanden zijn, moeten beide categorieën van produkten apart worden opgeslagen in verschillende lokalen of duidelijk afgebakende zones.

Art.20. Wat betreft de in zijn inrichting bekomen en van elders betrokken wijn, andere gegiste dranken en tussenprodukten dient de erkend entrepothouder een door de hoofdcontroleur aanvaarde voorraadboekhouding te voeren.
  Deze voorraadboekhouding bestaat uit :
  - een voorraadregister " produkten in groothandelsverpakking, anders dan in houten vaten " gehouden volgens het model en de toelichtingen van bijlage VI bij dit besluit;
  - een voorraadregister " produkten in houten vaten " gehouden volgens het model en de toelichtingen van bijlage VII bij dit besluit;
  - een voorraadregister " produkten in kleinhandelsverpakking " gehouden volgens het model en de toelichting van bijlage VIII bij dit besluit.

Art.21. De directeur-generaal kan bepalen dat in de in artikel 20 bedoelde registers een onderscheid wordt gemaakt naargelang de aard en het tarief van de produkten.

HOOFDSTUK V. - Opneming.
Art.22. § 1. Ten minste eenmaal per jaar wordt een gecombineerde boekhoudkundige controle en opneming van de hoeveelheden wijnen, andere gegiste dranken en tussenprodukten uitgevoerd, onder de leiding van de hoofdcontroleur.
  § 2. In de fabrieken van wijn, gegiste dranken en tussenprodukten wordt ter gelegenheid van de in § 1 voorziene opneming eveneens een opneming gedaan van de in de inrichting voorradige grondstoffen.
  § 3. In de fabrieken waar volgens het champenoise-stelsel gewerkt wordt, wordt ter gelegenheid van de in § 1 voorziene opneming eveneens een opneming gedaan van de dranken op hopen (in gisting) of op rekken (in klaring).

Art.23. § 1. Onverminderd de toepassing van artikel 25 van het ministerieel besluit, bestaan de te vertonen hoeveelheden uit een balans tussen enerzijds de bevonden hoeveelheden bij de vorige opneming verhoogd met de geproduceerde hoeveelheden en met de onder schorsingsregeling betrokken hoeveelheden en anderzijds de hoeveelheden die voor een toegelaten bestemming werden uitgeslagen.
  § 2. De geproduceerde hoeveelheden worden vastgesteld door boekhoudkundige controle terwijl de voorraden fysiek worden geverifieerd.

Art.24. Na elke opneming maken de ambtenaren een proces-verbaal van opneming op dat door hen en door de erkend entrepothouder of zijn afgevaardigde wordt ondertekend.

HOOFDSTUK VI. - Staking van activiteit.
Art.25. De fabrikant van wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten die zijn activiteiten staakt moet er aangifte van doen bij de directeur binnen de maand volgend op de staking.
  In voorkomend geval moeten beheerders van nalatenschappen, testamentuitvoerders en curators van faillissementen deze aangifte indienen.

Art.26. Wanneer een fabriek van wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten bestendig stil ligt, worden de toestellen en het gereedschap door de ambtenaren verzegeld. Die formaliteit wordt ook vervuld in een werkende fabriek waar toestellen en gereedschap niet meer gebruikt worden.
  Van de verzegeling wordt een proces-verbaal opgesteld in duplo waarvan één exemplaar aan de fabrikant wordt overhandigd.
  De houder moet de onder zegel geplaatste toestellen bij elke vordering vertonen.

HOOFDSTUK VII. - Algemene bepalingen.
Art.27. De erkend entrepothouder moet het toezicht over zijn inrichting vergemakkelijken.
  De toegang tot de verschillende lokalen, apparaten, enz., mag niet belemmerd zijn door enig voorwerp dat de doorgang zou versperren, bemoeilijken of gevaarlijk maken.
  De trappen en ladders naar de verschillende lokalen van het belastingentrepot moeten gebruiksvriendelijk, veilig en goed onderhouden zijn en o.m. een stevige leuning hebben.

Art.28. De erkend entrepothouder moet, desverzocht, aanwezig zijn bij de werkzaamheden van de ambtenaren in zijn inrichting. Hij mag zich evenwel doen vertegenwoordigen. In dat geval ondertekent hij een gedateerde verklaring in duplo, met vermelding van naam, voornaam en functie van zijn plaatsvervangers. Beide exemplaren van de verklaring worden aan de hoofdcontroleur bezorgd.

Art.29. De erkend entrepothouder moet de ambtenaren te allen tijde de middelen verschaffen voor het verrichten van de verificaties en vaststellingen en hen in het bijzonder tijdens de vervaardiging, zo nodig, het vereiste personeel ter beschikking stellen. Hij moet de recipiënten ter beschikking stellen voor het nemen van monsters.

Art.30. In afwijking van de bepalingen van de artikelen 16, 17 en 20 mag de hoofdcontroleur toestaan dat fiches worden gebruikt in plaats van registers. Deze ambtenaar kan eveneens toestaan dat het model van de registers wordt aangepast ten einde beter overeen te stemmen met de bestaande handelsboekhouding of de werkmethode van de erkende entrepothouder.

Art.31. Volgeschreven registers, fiches en andere opgaven moeten ter beschikking van de ambtenaren worden bewaard gedurende drie jaar te rekenen van de laatste inschrijving die erin voorkomt.

TITEL III. - Bezitsaangifte.
Art.32. § 1. Elke bezitter of houder van een stilliggende fabriek van wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten moet er schriftelijk aangifte van doen bij de ontvanger.
  Deze aangifte geschiedt met een formulier waarvan het model door de directeur-generaal wordt bepaald.
  § 2. Deze aangifte moet eveneens worden gedaan door elke bezitter of houder van toestellen, die samen tot het voortbrengen van wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten kunnen dienen.

Art.33. Het bepaalde in artikel 32 is niet toepasselijk op constructeurs en ketelmakers die de toestellen waarvan sprake beroepshalve verkopen, vervaardigen of herstellen, voor zover die toestellen niet zo ter plaatse zijn bevestigd dat zij voor bereiding van wijn, andere gegiste dranken of tussenprodukten kunnen dienen.

TITEL IV. - Vrijstellingen.
Art.34. § 1. De bij de (artikelen 10 en 13 van de wet) bedoelde vrijstelling wordt slechts verleend indien niet meer dan één hectoliter in één keer wordt vervaardigd. <MB 1998-10-16/30, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 23-10-1998>
  § 2. De particulieren die wijn of andere gegiste dranken vervaardigen onder de voorwaarden van § 1 zijn vrijgesteld van de bij artikelen 2 en 32 voorgeschreven formaliteiten.

Art.35. Delegatie wordt verleend aan de directeur-generaal om te bepalen onder welke voorwaarden de bij artikel 16 van het koninklijk besluit omschreven vrijstellingen worden verleend.

TITEL V. - Opheffing, inwerkingtreding.
Art.36. Het ministerieel besluit van 5 juni 1939 waarbij de heffing van de accijns op gegiste vruchtendrank en op sommige alcoholhoudende vloeistoffen gereglementeerd wordt, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 31 december 1947, 16 mei 1961, 12 april 1972, 15 januari 1976, 17 mei 1980, 1 december 1987, 23 december 1991 en 20 maart 1992 en het ministerieel besluit van 13 maart 1937 tot regeling van de heffing der accijnzen van mousserende gegiste dranken, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 31 december 1947, 17 mei 1980, 1 december 1987 en 23 december 1992 worden opgeheven.

Art.37. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1993.
  Brussel, 10 juni 1994.
  Ph. MAYSTADT

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. AANGIFTE voor de vervaardiging van niet-mousserende wijn, andere niet-mousserende gegiste dranken of niet-mousserende tussenprodukten. <Aangifte niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30/06/1994, p. 17514-17516>

Art. N2. Bijlage 2. AANGIFTE voor de vervaardiging van mousserende wijn, andere mousserende gegiste dranken of mousserende tussenprodukten. <Aangifte niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30/06/1994, p. 17517-17519>

Art. N3. Bijlage 3. WERKREGISTER " NIET-MOUSSERENDE WIJN EN ANDERE NIET-MOUSSERENDE GEGISTE DRANKEN ". <Register niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30/06/1994, p. 17520-17521>

Art. 1N3. TOELICHTINGEN.
  § 1. Het werkregister wordt gehouden door de fabrikant van niet-mousserende wijn of andere niet-mousserende gegiste dranken die er de inlichtingen in vermeldt welke vereist zijn volgens de hoofding der kolommen.
  § 2. De grondstoffen dienen in kolommen 1 tot 9 te worden aangetekend naarmate van de ontvangst.
  De inschrijvingen betreffende iedere verrichting (weken of beslaan der vruchten, winnen van het sap, bereiden en tewerkstellen van de zetgist, enz.) moeten geschieden alvorens die verrichtingen beginnen.
  § 3. Indien de fabrikant vruchten uitperst om sap in voorraad te hebben, vult hij kolommen 10 tot 13 in van het werkregister; na uitpersing wordt de bekomen hoeveelheid sap aangeschreven in kolommen 1, 6 en 7 van dat register.

Art. N4. Bijlage 4. WERKREGISTER " MOUSSERENDE WIJN EN ANDERE MOUSSERENDE GEGISTE DRANKEN ". <Register niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30/06/1994, p. 17523>

Art. 1N4. TOELICHTINGEN.
  § 1. Het werkregister wordt gehouden door de fabrikant van mousserende wijn of andere mousserende gegiste dranken die er de inlichtingen in vermeldt welke vereist zijn volgens de hoofding der kolommen.
  Een afzonderlijk register wordt gehouden voor :
  a) dranken met een effectief alcoholvolumegehalte van niet meer dan 8,5 % volume;
  b) dranken met een effectief alcoholvolumegehalte van meer dan 8,5 % volume.
  § 2. De inschrijvingen in het register worden elke dag en naar gelang van de verrichtingen gedaan.
  § 3. De fabrikant telt de verschillende kolommen onderaan elke bladzijde samen en draagt de totalen over naar de volgende bladzijde.

Art. N5. Bijlage 5. MODEL VAN VOORRAADFICHE GRONDSTOFFEN. <Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30/06/1994, p. 17525>

Art. 1N5. TOELICHTINGEN.
  § 1. Algemeen.
  Voor de grondstoffen die hij aanwendt bij de fabrikatie houdt de fabrikant van mousserende wijn en andere mousserende gegiste dranken een voorraadfiche per produkt.
  Vak A is bestemd voor de omschrijving van de grondstof (niet-mousserende wijn, andere niet-mousserende gegiste dranken, suiker, gist ...). Wat betreft niet-mousserende dranken die als grondstof worden aangewend dient benevens de aard eveneens het effectief alcoholgehalte te worden vermeld.
  Kolom 1 vermeldt de datum van de verrichting (inslag, in bewerking stellen).
  § 2. Boeking van de inslag (vak B).
  Kolom 2 geeft de identificatie van het inslagdocument (geleidedocument of commercieel document). Indien de niet-mousserende dranken door de fabrikant zelf werden vervaardigd wordt verwezen naar het werkregister.
  Kolom 3 vermeldt de ingeslagen hoeveelheid in liter of in kilogram naargelang de aard van de grondstof.
  § 3. Boeking van de uitslag (vak C).
  Kolom 4 vermeldt de in bewerking gestelde hoeveelheid.
  Kolom 5 verwijst naar de arbeidsaangifte waarop het in bewerking stellen betrekking heeft.
  § 4. Boeking van de voorraad (vak D).
  De voorraad in kolom 6 wordt positief of negatief beïnvloed naargelang een inschrijving van inslag of uitslag wordt verricht.

Art. N6. Bijlage 6. VOORRAADREGISTER PRODUKTEN INGESLAGEN IN GROOTHANDELSVERPAKKING, ANDERS DAN IN HOUTEN VATEN. <Register niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30/06/1994, p. 17527>

Art. 1N6. TOELICHTINGEN.
  Vak A is bestemd voor de omschrijving van de goederen.
  Kolom 1 : is bestemd voor de datum van de verrichting (in- en uitslag, aftapping).
  a) Boeking van de inslag.
  Vak B is bestemd voor de inslag.
  Kolom 2 : geeft de identificatie van het inslagdocument (geleidedocument) of de arbeidsaangifte die betrekking heeft op de goederen.
  Kolom 3 : vermeldt de hoeveelheden van de in het belastingentrepot vervaardigde dranken.
  Kolom 4 : vermeldt de van elders ingeslagen hoeveelheden.
  Elke inschrijving als inslag beïnvloedt positief de voorraad in kolom 11.
  b) Boeking van de uitslag.
  Vak C is bestemd voor de uitslag.
  Kolom 5 : geeft de identificatie van het document waarmede de dranken in goorthandelsverpakking worden uitgeslagen (geleidedocument, factuur, leveringsbon, 136 F).
  Wat betreft de uitslag van dranken in groothandelsverpakking wordt verder een onderscheid gemaakt tussen :
  - leveringen in België met betaling van de accijns of de bijzondere accijns (kolom 6);
  - leveringen in België met vrijstelling van de accijns of de bijzondere accijns (kolom 7);
  - leveringen onder schorsingsregeling en uitvoer (kolom 8).
  Kolom 9 : vermeldt de hoeveelheden die in bewerking worden gesteld voor aftapping.
  Kolom 10 : vermeldt de na aftappen bekomen hoeveelheden in kleinhandelsverpakking. Deze hoeveelheden worden tegelijkertijd aangeschreven in het register " produkten in kleinhandelsverpakking ".
  Elke inschrijving als uitslag of als in kleinhandelsverpakking bekomen hoeveelheid beïnvloedt negatief de voorraad in kolom 11.
  c) Boeking voorraad.
  Vak D (kolom 11) : vermeldt de in het belastingentrepot aanwezige voorraad.

Art. N7. Bijlage 7. VOORRAADREGISTER " PRODUKTEN OPGESLAGEN IN HOUTEN VATEN ". <Register niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30/06/1994, p, 17529>

Art. 1N7. TOELICHTINGEN.
  § 1. Algemeen.
  Zodra de erkend entrepothouder een hoeveelheid wijn heeft afgetapt, dient hij deze af te schrijven als afgetapte hoeveelheid in kolom 11 en tegelijkertijd aan te schrijven in kolom 5 van het register " produkten in kleinhandelsverpakking ".
  Vak A is bestemd voor de omschrijving van de goederen.
  § 2. Boeking van de inslag.
  Vak B is bestemd voor de inslag.
  Kolom 1 : vermeldt de datum van inslag.
  Kolom 2 : geeft de identificatie van het inslagdocument (geleidedocument).
  Kolom 3 : vermeldt de ingeslagen hoeveelheid.
  Kolom 4 : vermeldt het aantal dagen na de datum van inslag tot en met 31 december van het lopende jaar. (Het jaar wordt geacht driehonderd zestig dagen te tellen, elke maand dertig dagen.)
  Kolom 5 : vermeldt de hoeveelheid die men bekomt door de ingeslagen hoeveelheid te vermenigvuldigen met het aantal dagen van kolom 4 met weglating van de drie laatste cijfers.
  Elke inschrijving als inslag beïnvloedt positief de voorraad in kolom 14.
  § 3. Boeking van de uitslag en het aftappen.
  Vak C is bestemd voor de uitslag.
  Kolom 6 : vermeldt de datum van de uitslag of het aftappen.
  Kolom 7 : geeft de identificatie van het uitslagdocument (geleidedocument, factuur, leveringsbon, 136 F).
  Wat betreft de uitslagen wordt verder een onderscheid gemaakt tussen :
  - leveringen in België met betaling van de accijns of bijzondere accijns (kolom 8);
  - leveringen in België met vrijstelling van de accijns of bijzondere accijns (kolom 9);
  - leveringen onder schorsingsregeling en uitvoer (kolom 10).
  Kolom 11 : vermeldt de afgetapte hoeveelheid.
  Kolom 12 : vermeldt het aantal dagen na de uitslag of het aftappen tot en met 31 december van het lopende jaar. (Het jaar wordt geacht driehonderd zestig dagen te tellen, elke maand dertig dagen.)
  Kolom 13 : vermeldt de hoeveelheid die men bekomt door de uitgeslagen of afgetapte hoeveelheid te vermenigvuldigen met het aantal dagen van kolom 12 met weglating van de laatste drie cijfers.
  Elke inschrijving als uitslag beïnvloedt negatief de voorraad in kolom 14.
  § 4. Boeking van de voorraad.
  Vak D (kolom 14) is bestemd voor de voorraad in entrepot.

Art. N8. Bijlage 8. VOORRAADREGISTER " PRODUKTEN IN KLEINHANDELSVERPAKKING ". <Register niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 30/06/1994, p. 17532>

Art. 1N8. TOELICHTINGEN.
  § 1. Algemeen.
  Vak A is bestemd voor de omschrijving van de goederen.
  § 2. Boeking van de inslag.
  Vak B is bestemd voor de inslag.
  Kolom 2 : geeft de identificatie van het inslagdocument (geleidedocument of de arbeidsaangifte die betrekking heeft op de goederen.
  Kolom 3 : vermeldt de hoeveelheden van de in entrepot vervaardigde dranken.
  Kolom 4 : vermeldt de van elders ingeslagen hoeveelheden.
  Kolom 5 : vermeldt de hoeveelheden die werden bekomen na aftapping van houten vaten.
  Elke inschrijving als inslag beïnvloedt positief de voorraad in kolom 10.
  § 3. Boeking van de uitslag en het aftappen.
  Vak C is bestemd voor de uitslag.
  Kolom 6 : geeft de identificatie van het uitslagdocument (geleidedocument, factuur, leveringsbon, 136 F).
  Verder wordt een onderscheid gemaakt tussen :
  - leveringen in België met betaling van de accijns of bijzondere accijns (kolom 7);
  - leveringen in België met vrijstelling van de accijns of bijzondere accijns (kolom 8);
  - leveringen door schorsingsregeling of uitvoer (kolom 9).
  Elke inschrijving als uitslag beïnvloedt negatief de voorraad in kolom 10.
  § 4. Boeking van de voorraad.
  Vak D (kolom 10) is bestemd voor de voorraad in belastingentrepot.
  Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 10 juni 1994.
  Ph. MAYSTADT