24 JUNI 1993. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het toestaan van de korting op de huisvuilbelasting.(NOTA : Dit besluit is opgeheven vanaf het aanslagjaar 1998, BWG 1998-04-30/32, art. 27.) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 18-08-1993 en tekstbijwerking tot 19-06-1998)
Art. 1-10
Bijlagen.
Art. N1, N2
Artikel 1. (Zie nota onder title) Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :
1° Minister : de Minister van het Waalse Gewest tot wiens bevoegdheden Leefmilieu behoort;
2° " Office " (Dienst) : de " Office régional wallon des Déchets " (Waalse Regionale Dienst voor Afvalstoffen);
3° plan : het " Plan wallon des Déchets " (Waals Plan voor Afvalstoffen) zoals goedgekeurd bij het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 4 juli 1991 houdende goedkeuring van het Plan 1991-1995 betreffende de voorkoming en de verwijdering van afvalstoffen in het Waalse Gewest;
4° netto-opbrengst van de belasting : de op een aanslagjaar slaande opbrengst van de belasting geïnd vóór 31 maart van het volgende boekjaar en verminderd met een bedrag dat gelijk is aan 10 % van de op die datum vastgestelde opbrengst van de belasting met het oog op de dekking van de inningskosten.
Art.2. (Zie nota onder title) De gemeenten genieten een jaarlijkse korting op de netto-opbrengst van de huisvuilbelasting wanneer zij voldoen aan één of aan meer dan één van de volgende voorwaarden :
1° het door de Minister goedgekeurd gebruik door de gemeente van een op gemeentelijk of intercommunaal initiatief opgericht containerpark, voor zover dat park bij de indiening van de aanvraag sinds minstens zes maanden operationeel is en van een infrastructuur voorzien is die het de mogelijkheid biedt om volgende afvalstoffen op te vangen :
a) grof huisvuil afkomstig van de activiteiten van de gezinnen;
b) inerte afvalstoffen;
c) afvalstoffen afkomstig van het onderhoud van parken en tuinen;
d) minstens vier soorten afvalstoffen te kiezen uit de volgende lijst : ferro- en non-ferro-metalen, plastiek, glas, papier-karton, afvalolie, bijzondere afval.
De gemeente dient alles in het werk te stellen om te zorgen voor de valorisatie-materie van de valoriseerbare afval;
2° de organisatie van de afzonderlijke ophaal, hetzij van composteerbare produkten (vochtige produkten), hetzij van recycleerbare afval (droge produkten) afkomstig van gezinnen;
3° de organisatie door de gemeente, ten minste viermaal per jaar, van een ophaal van bijzondere afvalstoffen op haar grondgebied, behalve wanneer de globale kosten van die dienst door het Waalse Gewest gedragen worden;
4° de oprichting door de gemeente van een systeem dat de landbouwafval (plastiek, verpakkingen van fytofarmaceutische produkten en van ongebruikte fytofarmaceutische produkten) regelmatig kan opvangen, op voorwaarde dat de gemeente alles in het werk stelt om voor de valorisatie-materie van die afval te zorgen;
5° de organisatie door de gemeente, ten einde viermaal per jaar, van een ophaal van grof huisvuil op heel haar grondgebied;
6° de uitvoering door de gemeente overeenkomstig een door de " Office " goedgekeurd plan van de overigens niet-gesubsidieerde rehabilitatie van een verontreinigende site;
7° de organisatie door de gemeente, ten minste éénmaal per jaar, van een dag om de bevolking gevoelig te maken voor de afvalproblematiek en de initiatieven van de gemeente, de intercommunale en het gewest, die in het kader van de gewestelijke bewustmakingsweek past, of de organisatie door de gemeente van bewustmakingsdagen in de scholen;
8° de organisatie door de gemeente van een systeem voor de valorisatie van afvalstoffen afkomstig van het onderhoud van de overigens niet-gesubsidieerde parken en tuinen of de toetreding tot een dergelijk systeem beheerd door de intercommunale binnen wier ambtsgebied de gemeente zich bevindt;
9° de oprichting door de gemeente van een stortplaats van klasse 3 op haar grondgebied of haar toetreding tot een net van stortplaatsen van klasse 3 beheerd door of op initiatief van de afvalbehandelingsintercommunale binnen wier ambtsgebied de gemeente zich bevindt.
Om de korting te kunnen genieten wordt de gemeente ertoe gehouden de bevolking over de voorgestelde diensten in te lichten.
Art.3. (Zie nota onder title) De intercommunales die een centrum van huisvuilbehandeling exploiteren, genieten overeenkomstig het Plan een jaarlijkse korting op de netto-opbrengst van de huisvuilbelasting indien zij voldoen aan al de volgende voorwaarden :
1° het bijhouden van een specifieke boekhouding die op 1 januari 1994 in werking treedt en waarbij de kosten van de eventuele ophaal-, overdracht-, sorteer-, verbrandings- en stortingsverrichtingen afzonderlijk berekend kunnen worden;
2° de weerslag van de behandelingskosten naar rata van de inwoners voor de vaste kosten en van de tonnenmaten voor de variabele kosten;
3° het ten laste nemen door de intercommunale van de jaarlijkse lasten van de aflossing aangaande het niet-gesubsidieerde deel van de globale investeringen die betrekking hebben op het behandelingscentrum;
4° de door de intercommunale aangegane verplichting de in 3° bedoelde jaarlijkse aflossingslasten niet af te wentelen op de gemeentebelastingen en dat naar rata van het bedrag van de korting.
Art.4. (Zie nota onder title) Met ingang van het aanslagjaar 1994 is het bedrag van de in artikel 2 bedoelde korting gelijk aan het bedrag van de door de gemeente werkelijk gedragen en behoorlijk verantwoorde kosten. Het mag echter niet groter zijn dan 50 % van het bedrag van de jaarlijkse opbrengst van de op het grondgebied van de gemeente geïnde huisvuilbelasting. De korting bedraagt maximum 50 % van het restorneerbaar bedrag voor de dekking van de door de gemeente werkelijk gedragen kosten met het oog op de vervulling van de in artikel 2, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 7° en 8° bedoelde voorwaarden en maximum 50 % van het restorneerbaar bedrag voor de dekking van de door de gemeente werkelijk gedragen kosten met het oog op de vervulling van de in artikel 2, 6° en 9° bedoelde voorwaarden.
Art.5. (Zie nota onder title) Het bedrag van de in artikel 3 bedoelde korting is gelijk aan de werkelijke lasten van de aflossing van het niet-gesubsidieerde deel van de investeringen betreffende de huisvuilbehandeling, maar mag niet groter zijn dan 50 % van het totaal bedrag van de netto-opbrengst van de huisvuilbelasting geïnd op het grondgebied van alle door de intercommunale bediende gemeenten.
Art.6. (Zie nota onder title) Alvorens de kortingsaanvraag in te dienen, sluit de gemeente met de Minister een met het model van bijlage I overeenstemmende overeenkomst waarbij zij zich ertoe verplicht tot het verstrijken van het plan aan één of meer dan één van de in artikel 2 bedoelde voorwaarden te voldoen.
Alvorens de kortingsaanvraag in te dienen, sluit de intercommunale met de Minister een met het model van bijlage II overeenstemmende overeenkomst waarin zij al haar investeringsontwerpen tot het verstrijken van het plan voorlegt en waarbij zij zich ertoe verplicht de in artikel 3 bedoelde voorwaarden tot het verstrijken van het plan in acht te nemen.
Art.7. (Zie nota onder title) § 1. De kortingsaanvraag wordt in de loop van het eerste kwartaal van het jaar volgend op het aanslagjaar bij de Minister ingediend.
§ 2. De Minister staat de korting toe vóór 30 december van het jaar volgend op het aanslagjaar, aan de hand van het door de leidinggevende ambtenaar van de " Office " opgemaakte verslag over de goede uitvoering van de overeenkomst, het vervullen van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde voorwaarden en de inachtneming door de gemeente van de regels inzake overheidsopdrachten.
Wanneer de Minister weigert de korting toe te staan, mag bij de Waalse Regering een klacht worden ingediend met het oog op een nieuw onderzoek van de aanvraag.
De klacht wordt op straffe van nietigheid per aangetekende brief bij de Waalse Regering ingediend binnen een termijn van twintig dagen met ingang van de bekendmaking van de weigering.
De Waalse regering beslist binnen een termijn van hoogstens negentig dagen vanaf het verstrijken van de termijn waarin de klacht kon worden ingediend.
Art.8. (Zie nota onder title) De kortingen komen ten laste van de begroting van de " Office ".
Het jaarlijks totaal bedrag van de krachtens dit besluit toegestane kortingen mag dat van de jaarlijkse netto-opbrengst van de belasting niet overschrijden.
Art.9. (Zie nota onder title) Het besluit van de Waalse-Gewestexecutieve van 14 november 1991 betreffende de korting toegestaan op de belasting op het huisvuil wordt opgeheven, behalve wat betreft de korting voor de aanslagjaren 1992 en 1993.
De gemeenten die echter een korting voor de aanslagjaren 1992 en 1993 wensen te genieten, zijn verplicht :
1° al naar gelang het geval een met het model van bijlage I of II overeenstemmende overeenkomst te sluiten;
2° hun kortingsaanvraag voor het aanslagjaar 1992 uiterlijk op 30 september 1993 in te dienen of in te vullen.
Art.10. (Zie nota onder title) De Minister van het Waalse Gewest tot wiens bevoegdheden Leefmilieu behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.
Bijlagen.
Art. N1. (Zie nota onder title) Bijlage 1. - Overeenkomst tussen het Waalse Gewest en de gemeenten over het toestaan van de korting op de huisvuilbelasting. <Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 18/08/1993, p. 18262 tot 18264>
<Gewijzigd bij BWG 1996-03-07/33, art. 1; Inwerkingtreding : 07-04-1996>
<Gewijzigd bij BWG 1997-04-17/31, art. 1, Inwerkingtreding : 04-05-1997; B.St. 24-04-1997, p. 9743>
Art. N2. (Zie nota onder title) Bijlage 2. - Overeenkomst tussen het Waalse Gewest en de intercommunales over het toestaan van de korting op de huisvuilbelasting. <Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 18/08/1993, p. 18264 tot 18265>
<Gewijzigd bij BWG 1996-03-07/33, art. 1; Inwerkingtreding : 07-04-1996>
<Gewijzigd bij BWG 1997-04-17/31, art. 1, Inwerkingtreding : 04-05-1997; B.St. 24-04-1997, p. 9743>