30 APRIL 1993. - Koninklijk besluit betreffende de vaststelling van het bedrag van de vergoedingen toegekend aan de voorzitter en de leden van de Raad voor de Mededinging, aan de deskundigen, alsook aan elke persoon die met de Raad dient samen te werken. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-05-1993 en tekstbijwerking tot 21-12-2001)
Art. 1-3
Artikel 1. <KB 1999-09-21/40, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 05-12-1999> § 1. Aan de leden van de Raad voor de Mededinging die hun functie niet voltijds uitoefenen, wordt per zittingsdag een presentiegeld van 8.000 F toegekend.
Ingeval bovenvermelde leden de voorzitter vervangen, wordt hun een vacatietoelage van (29,75 EUR) per uur toegekend voor de prestaties die buiten de zitting worden geleverd en inherent zijn aan de functie van voorzitter. <KB 2001-12-04/38, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2001>
§ 2. Aan deskundigen en personen die met de Raad voor de Mededinging dienen samen te werken, wordt per zittingsdag een presentiegeld van 1.500 F toegekend.
§ 3. De voorzitter, de ondervoorzitter, de leden en de deskundigen en personen die met de Raad voor de Mededinging dienen samen te werken, hebben recht op vergoedingen wegens reiskosten, overeenkomstig de bepalingen die ter zake gelden voor de ambtenaren-generaal van de ministeries.
Art.2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1993.
Art. 3. Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.