Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

27 JULI 1992. - Besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de modaliteiten voor het verlenen van het principieel akkoord bedoeld bij artikel 2bis van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rusthuizen voor bejaarden. <Vertaling> (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG 1998-12-03/30, art. 35, Inwerkingtreding : 1999-02-06) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-08-1992 en tekstbijwerking tot 27-01-1999)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Indiening van de aanvraag.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - Behandeling van de aanvraag.
Art. 3-5
HOOFDSTUK III. - Vervaltermijn.
Art. 6
HOOFDSTUK IV. - Wijzigings- en overgangsbepalingen.
Art. 7-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1972050202  1984024382 



Uitvoeringsbesluit(en):

1996027071  1999027003 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Indiening van de aanvraag.
Artikel 1. (Zie nota onder TITEL) Elke aanvraag om een principieel akkoord betreffende een ontwerp tot opening of uitbreiding van een inrichting bedoeld bij artikel 1 van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rusthuizen voor bejaarden moet gericht worden aan de Minister tot wiens bevoegdheid het beleid inzake derde leeftijd behoort, hierna " de Minister " genoemd.

Art.2. (Zie nota onder TITEL) Om als ontvankelijk te kunnen beschouwd worden, moet de aanvraag om principieel akkoord vergezeld zijn van een beschrijvend dossier tot verantwoording van de aanvraag met betrekking tot de volgende punten :
  a) op demografisch vlak : de demografische toestand van het betrokken arrondissement, inzonderheid wat betreft de verhouding van bejaarden van meer dan 65 jaar en van meer dan 80 jaar ten opzichte van de totale bevolking;
  b) de bestaande en geplande intramurale en extramurale uitrusting bestemd voor de bejaarden, alsook de bijhorende hulpuitrusting;
  c) op structureel vlak : de omvang van de geplande bouw en de opvangcapaciteit ervan en het type van de bejaarde bevolking bedoeld bij het ontwerp;
  d) op sociaal vlak : het type van levensprojekt voor de bejaarden (animatie, uurregeling, ...).

HOOFDSTUK II. - Behandeling van de aanvraag.
Art.3. (Zie nota onder TITEL) De bevoegde administratie behandelt de aanvraag. Zij maakt het dossier over en legt het voor advies voor aan de Raad van Advies voor de Derde Leeftijd van de Franse Gemeenschap, hierna " de Raad " genoemd, binnen de drie maanden na de indiening van de aanvraag.

Art.4. (Zie nota onder TITEL) De Raad maakt zijn advies bekend binnen een termijn van twee maanden die begint te lopen vanaf de dag waarop het dossier bij hem aanhangig werd gemaakt.
  Na het verstrijken van deze termijn, wordt het advies geacht te zijn gegeven.

Art.5. De Minister beslist na advies van de Raad.

HOOFDSTUK III. - Vervaltermijn.
Art.6. (Zie nota onder TITEL) Het principieel akkoord vervalt wanneer de uitvoering van het ontwerp waarvoor het werd toegekend nog geen aanvang heeft genomen binnen de drie jaar waarin het werd gegeven.
  Niettemin mag de Minister, op verzoek van de betrokkene, het principieel akkoord verlengen voor een periode van één jaar.
  De aanvraag tot verlening moet meer dan twee maanden voor het verstrijken van de termijn van drie jaar worden ingediend.

HOOFDSTUK IV. - Wijzigings- en overgangsbepalingen.
Art.7. (Zie nota onder TITEL) Artikel 2, § 1, van het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 10 juli 1984, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 3 september 1990 tot vaststelling van de procedure betreffende de voorlopige werkingsmachtiging, de erkenning, de weigering en de intrekking van de erkenning, en de sluiting van de inrichtingen bedoeld bij artikel 1 van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rusthuizen voor bejaarden, wordt als volgt aangevuld :
  " 5° het principieel akkoord verleend door de Minister over het ontwerp tot opening of uitbreiding van de betrokken inrichting ".

Art.8. (Zie nota onder TITEL) Artikel 1 van het koninlijk besluit van 2 mei 1972 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor het verlenen van toelagen voor het bouwen of het verbouwen van rustoorden voor bejaarden, wordt als volgt aangevuld :
  " 3° het principieel akkoord bekomen hebben, bedoeld bij artikel 2bis van het decreet van 10 mei 1984 betreffende de rusthuizen voor bejaarden ".

Art.9. (Zie nota onder TITEL) Het principieel akkoord wordt niet vereist indien :
  - een ontvankelijke erkenningsaanvraag in verband met het in artikel 1 bedoeld ontwerp vóór 1 augustus 1992 werd ingediend;
  - de uitvoering van de werken vóór 1 augustus 1992 een aanvang heeft genomen;
  - een niet-vervallen bouwvergunning vóór 1 augustus 1992 werd afgeleverd met het oog op het uitvoeren van dit ontwerp.
  (De vrijstelling verstrijkt op 1 december 1995.
  In afwijking van de vorige alinea wordt deze vrijstelling echter gehandhaafd op voorwaarde dat de werken i.v.m. de opening of uitbreiding van het rusthuis vóór 1 december 1995 zijn aangevat met een bouwvergunning die tot die datum geldig is.
  De inrichtingen die de vrijstelling genieten worden opgenomen op de door de Minister afgesloten lijst die het aantal betrokken bedden vermeldt.
  De handhaving van deze vrijstelling geldt slechts tot 31 december 1997 voor de indiening van een ontvankelijke aanvraag om erkenning.
  De inrichting die niet op de lijst opgenomen is en de voorwaarden acht te vervullen om de vrijstelling te genieten of een vrijstelling voor een groter aantal bedden acht te kunnen genieten, stuurt, op straffe van verval, binnen de maand na de bekendmaking van dit besluit en de erbij gevoegde lijst in het Belgisch Staatsblad, een bewijsstuk aan de Minister.
  De Minister beslist na onderzoek en vult de lijst desnoods aan. Hij deelt zijn beslissing mee aan de inrichting.) <BWG 1996-02-01/30, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-03-1996>

Art. 10. (Zie nota onder TITEL) Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 1992.