Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

18 SEPTEMBER 1992. - Koninklijk besluit betreffende de benamingen en de eigenschappen van vaste minerale brandstoffen en de levering voor huisbrand. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 22-10-1992 en tekstbijwerking tot 06-07-2009.)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Benamingen en eigenschappen van de vaste minerale brandstoffen.
Art. 1-7
HOOFDSTUK II. - Levering aan consumenten van vaste minerale brandstoffen voor huisbrand.
Art. 8-12
HOOFDSTUK III. - Controle van de hoeveelheid en de voorwaarden waaraan de voorverpakkingen van vaste minerale brandstoffen voor huisbrand moeten voldoen.
Art. 13-16
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 17-19



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1982100260  1985011222 



Uitvoeringsbesluit(en):

1993011383  2009011203 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Benamingen en eigenschappen van de vaste minerale brandstoffen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder vaste minerale brandstoffen :
  - de steenkolen en steenkoolagglomeraten;
  - de bruinkool en bruinkoolbriketten;
  - cokes en halfcokes van steenkool en hun agglomeraten;
  - bruinkool- en petroleumcokes.

Art.2.
  § 1. Steenkolen mogen slechts op de markt worden gebracht met vermelding van de hierna volgende benamingen, naargelang van hun gehalte aan vluchtige bestanddelen en hun kroeszwellingsindex :
  Antraciet A : minder dan 10 % vluchtige bestanddelen;
  Antraciet B : van 10 tot minder dan 12 % vluchtige bestanddelen;
  Mager : van 12 tot minder dan 14 % vluchtige bestanddelen;
  1/2 vet : van 14 tot minder dan 18 % vluchtige bestanddelen;
  3/4 vet : van 18 tot minder dan 20 % vluchtige bestanddelen;
  Vet A : van 20 tot minder dan 28 % vluchtige bestanddelen;
  Vet B : 28 % vluchtige bestanddelen en meer evenals een kroeszwellingsindex van 6 en meer;
  Vlamkolen : 28 % vluchtige bestanddelen en meer evenals een kroeszwellingsindex van minder dan 6.
  Het gehalte aan vluchtige bestanddelen wordt bepaald volgens de methode NBN 831-01, gehomologeerd door het koninklijk besluit van 2 februari 1971 houdende bekrachtiging van Belgische normen uitgewerkt door het Belgisch Instituut voor Normalisatie, en dan door berekening uitgedrukt ten opzichte van watervrije kolen met een asgehalte van 5 % t.t.z. in acht nemende 95 % van de brandstof, droog en asvrij.
  De kroeszwellingsindex wordt geanalyseerd volgens de methode NBN MO2-009, gehomologeerd door het koninklijk besluit van 29 januari 1979 houdende bekrachtiging van Belgische normen uitgewerkt door het Belgisch Instituut voor Normalisatie.
  § 2. De mixten, stofkolen en schammkolen hebben dezelfde benaming als de steenkolen met een kaliber van 3 milimeter of meer afkomstig van hetzelfde ruw produkt.

Art.3. De vaste minerale brandstoffen mogen enkel op de markt worden gebracht met vermelding van hun asgehalte, uitgedrukt in de hierna vastgestelde percentages :
  1° voor de steenkolen antraciet A, antraciet B, magere en 1/2 vette, alsook voor steenkoolagglomeraten, bruinkool en bruinkoolbriketten, cokes en halfcokes van steenkool en hun agglomeraten, bruinkool- en petroleumcokes :
  minder dan 1 % asgehalte;
  van 1 tot minder dan 3 % asgehalte;van 3 tot minder dan 5 % asgehalte;
  van 5 tot minder dan 8 % asgehalte;
  van 8 tot minder dan 10 % asgehalte;
  van 10 tot minder dan 13 % asgehalte;
  van 13 tot minder dan 18 % asgehalte;
  18 % ashalte en meer.
  2° voor de steenkolen 3/4 vette, vette A, vette B en vlamkolen :
  minder dan 3 % asgehalte;
  van 3 tot minder dan 8 % asgehalte;
  van 8 tot minder dan 13 % ashalte;
  13 % asgehalte en meer.
  Het asgehalte wordt geanalyseerd volgens de methode NBN 831-03, gehomologeerd door het koninklijk besluit van 2 februari 1971 houdende bekrachtiging van Belgische normen uitgewerkt door het Belgisch Instituut voor Normalisatie.

Art.4. De vaste minerale brandstoffen mogen slechts op de markt worden gebracht met vermelding van hun vluchtig zwavelgehalte, uitgedrukt in de hierna vastgestelde percentages :
  - minder dan 1 % vluchtig zwavelgehalte;
  - van 1 tot minder dan 1,5 % vluchtig zwavelgehalte;
  - 1,5 % vluchtig zwavelgehalte en meer.
  Het vluchtig zwavelgehalte wordt beschouwd als 85 % van het totaal zwavelgehalte vastgesteld volgens de methode NBN 831-07, gehomologeerd door het koninklijk besluit van 2 februari 1971 houdende bekrachtiging van Belgische normen uitgewerkt door het Belgische Instituut voor Normalisatie.

Art.5. Voor het op de markt brengen van hoeveelheden vaste minerale brandstoffen van duizend ton en meer, mag worden afgeweken van de percentages vermeld in artikel 3, 1e lid en in artikel 4, 1e lid voor zover in de desbetreffende contracten specifieke clausules met betrekking tot het as- en zwavelgehalte zijn opgenomen.

Art.6. De mengsels van de vaste minerale brandstoffen moeten het percentage van hun componenten vermelden die, voor steenkolen, met de bij artikel 2, § 1, 1e lid bepaalde benamingen dienen aangeduid te zijn. De aanduiding van het percentage van de componenten is echter niet vereist indien de mengsels zijn samengesteld uit steenkolen die eenzelfde benaming dragen en waarvan het asgehalte overeenstemt met dat vermeld in eenzelfde rubriek als bepaald in artikel 3, 1e lid, 1° en 2°.
  Het percentage van het asgehalte en van het vluchtig zwavelgehalte uitgedrukt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 3, eerste lid, en 4, eerste lid, moet betrekking hebben op het geheel van het mengsel.

Art.7. Steenkoolagglomeraten mogen slechts op de markt worden gebracht met vermelding van :
  1° de benaming van de voor hun fabricage gebruikte vaste minerale brandstoffen;
  2° hun asgehalte, uitgedrukt in de bij artikel 3, 1e lid bedoelde percentages, en hun vluchtig zwavelgehalte, uitgedrukt in de bij artikel 4, 1e lid bedoelde percentages.
  De bij 1° bedoelde vermelding is niet vereist voor de verkoop van ontrookte en rookvrije agglomeraten.

HOOFDSTUK II. - Levering aan consumenten van vaste minerale brandstoffen voor huisbrand.
Art.8. De vaste minerale brandstoffen voor huisbrand, los verkocht of voorverpakt moeten :
  1° minimum 85 % aan gewicht bevatten van het kaliber dat het voorwerp uitmaakt dat op de markt wordt gebracht. De fijne kleiner dan 3 mm mogen aan gewicht niet meer dan 3 % bedragen van de totale geleverde hoeveelheid. Het kaliber wordt bepaald volgens de norm NBN M 02-11 geregistreerd door het Belgisch Instituut voor Normalisatie;
  2° maximaal zo een partieel watergehalte vertonen, dat het gewicht van het droogprodukt minstens 95 % bedraagt van datgene vermeld in artikel 10, 1° en 2° of van datgene aangeduid op basis van artikel 10, 4°;
  Het gewicht van het droog produkt is datgene van de vaste minerale brandstof voor huisbrand verminderd met het partieel watergehalte bepaald bij 50 °C overeenkomstig de norm NBN 831.06, § 4.2.2.5.D, gehomologeerd door het koninklijk besluit van 22 juni 1971 houdende bekrachtiging van Belgische normen uitgewerkt door het Belgische Instituut voor Normalisatie.
  Voor de petroleumcokes moet het partieel watergehalte dusdanig zijn dat het gewicht van het droog produkt tenminste 91 % bedraagt van datgene uitgedrukt in artikel 10, 1° en 2° of van datgezne aangeduid op basis van artikel 10, 4°.
  De bepalingen voorzien in 2° zijn niet toepasselijk op cokes en halfcokes van steenkool.

Art.9. Op verzoek van de consument moet bij iedere levering aan huis van vaste minerale brandstoffen gratis een leveringsnota of factuur worden afgegeven welke ten minste vermeldt :
  - de naam en het adres van de leverancier en van de bestemmeling;
  - de leveringsdatum;
  - het nominaal gewicht;
  - de benaming;
  - het kaliber;
  - het asgehalte;
  - het vluchtig zwavelgehalte;
  - de prijs per kg of per ton;
  - de totale prijs van de geleverde brandstof;
  - de leveringsvoorwaarden zoals bepaald bij artikel 10, 1°, 2° en 4° van dit besluit.

Art.10.De levering moet volgens de hierna bepaalde voorwaarden geschieden :
  [1 1° Indien in open verpakkingen aan eenzelfde koper wordt geleverd, is hun nominale hoeveelheid identiek.
   Het etiket van die verpakkingen draagt de volgende onuitwisbare, gemakkelijk leesbare en zichtbare vermeldingen, uitgedrukt in tekens die minimum 6 mm groot zijn :
   a) het nominaal gewicht;
   b) de benaming;
   c) het kaliber;
   d) het asgehalte;
   e) het vluchtig zwavelgehalte;
   f) het nummer van het vulbedrijf toegekend door de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie of bij ontstentenis de identificatie van het vulbedrijf.]1
  [1 2° Indien wordt geleverd in voorverpakkingen zijn deze uitsluitend gesloten door het vulbedrijf. Het etiket van die voorverpakkingen draagt de volgende onuitwisbare, gemakkelijk leesbare en zichtbare vermeldingen, uitgedrukt in tekens die minimum 6 mm groot zijn :
   a) het nominaal gewicht;
   b) de benaming;
   c) het kaliber;
   d) het asgehalte;
   e) het vluchtig zwavelgehalte;
   f) het nummer van het vulbedrijf toegekend door de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie of bij ontstentenis de identificatie van het vulbedrijf.]1
  3° Indien in verpakkingen of voorverpakkingen wordt geleverd, overeenkomstig 1° en 2° hierboven, moet de prijs per kg of per ton brandstof worden aangebracht op de plaats waar tot de verkoop aan verbruiker wordt overgegaan.
  4° Indien los wordt geleverd moeten de bij artikel 9 van dit besluit bedoelde documenten bovendien ook het nettogewicht vermelden.
  Wanneer evenwel geleverd wordt aan eenzelfde koper mag deze laatste, voor de levering, de verkoper vrijstellen van de weging van iedere vrachtwagen als de levering los geschiedt per volledige wagon of volledige lichter, en van de weging van iedere zak als de levering geschiedt per volledige vrachtwagen, per volledige wagon of per volledige lichter.
  De verantwoording van de geleverde hoeveelheid brandstof blijkt uit de vermeldingen op de leveringsnota of factuur, en in voorkomend geval uit het aantal geleverde conditioneringen.
  ----------
  (1)<KB 2009-06-19/09, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 16-07-2009>

Art.11.
  § 1. Er wordt een raadgevend comité opgericht waarin de betrokken beroepsorganisaties zijn vertegenwoordigd.
  De Minister van Economische Zaken bepaalt de samenstelling van het comité en benoemt de leden ervan. Hij stelt de werkingsregels vast.
  § 2. Op advies van het raadgevend comité kan de Minister van Economische Zaken afwijkingen toestaan op de bepalingen van artikel 10, eerste lid, 1° en 2°. Die afwijkingen zijn herroepbaar.
  De Minister van Economische Zaken bepaalt de procedure voor het aanvragen van een afwijking.

Art.12. De conditionering van de brandstof bedoeld voor de kleinhandel moet geschieden op een daartoe ingerichte en uitgeruste opslagplaats waarvan de oppervlakte groot genoeg is om de verschillende op de markt gebrachte minerale brandstoffen op te slaan.

HOOFDSTUK III. - Controle van de hoeveelheid en de voorwaarden waaraan de voorverpakkingen van vaste minerale brandstoffen voor huisbrand moeten voldoen.
Art.13. De controle van de nettohoeveelheid vaste minerale brandstoffen voor huishoudelijk gebruik, los verkocht of voorverpakt, gebeurt door de tarra van de brutohoeveelheid af te trekken. Worden beschouwd voor de controle als los geleverd, de vaste minerale brandstoffen voor huishoudelijk verbruik die zodanig verpakt zijn dat de betreffende hoeveelheid manueel kan worden gewijzigd zonder de verpakking op aantoonbare wijze te beschadigen.

Art.14.
  § 1. Het is verboden om voorverpakkingen van vaste minerale brandstoffen voor huishoudelijk verbruik op de markt te brengen die op zulke wijze geconditioneerd werden dat zij niet beantwoorden aan de volgende voorwaarden :
  1° de nettohoeveelheid mag gemiddeld niet lager zijn dan de nominale hoeveelheid;
  2° geen enkele voorverpakking mag een afwijking in min vertonen welke groter is dan tweemaal de maximaal toelaatbare afwijking vermeld in de tabel van § 2.
  3° maximum 3 % van de voorverpakkingen mogen een afwijking in min vertonen welke groter is dan de maximaal toelaatbare afwijking voorzien in de tabel van § 2.
  § 2. De maximaal toelaatbare afwijking in min op de hoeveelheid van een voorverpakking wordt bepaald overeenkomstig de volgende tabel :
  Maximaal toelaatbare afwijkingen in min  Nominaal hoeveelheid (Qn) in kg              in % van QN       In gram                -                                  -                -  tot en met 10 kg                                1,5               -  van meer dan 10 kg tot en met 15 kg             -                150  van meer dan 15 kg tot en met 25 kg             1                 -  van meer dan 25 kg tot en met 50 kg             -                250  van meer dan 50 kg                             0,5                -
§ 3. De controle op de voorverpakkingen gebeurt overeenkomstig de voorgeschreven bepalingen van het koninklijk besluit van 28 december 1979 betreffende het voorverpakken naar gewicht of naar volume van bepaalde produkten in voorverpakkingen, aangepast aan de voorwaarden hiervoor vermeld onder §§ 1 en 2.
  Wanneer evenwel een lot van dezelfde voorverpakkingen maximaal 10 eenheden omvat wordt het werkelijk gemiddelde berekend op grond van de meetresultaten, bekomen na het schrappen van het hoogste en het laagste.

Art.15. De controle van het partieel watergehalte, bedoeld in artikel 8, kan gebeuren, hetzij afzonderlijk, hetzij samen met een controle uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 13 en 14. In geen geval kan een uitdroging ingeroepen worden voor het dekken van een tekort aan gewicht.

Art.16. De Minister van Economische Zaken duidt de ambtenaren aan die met het onderzoek naar en de vaststelling van de inbreuken op dit besluit belast zijn.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.17. Worden opgeheven :
  1° <Opheffingsbepaling van KB 1982-06-02/32>
  2° <Opheffingsbepaling van KB 1985-06-21/31>

Art.18. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de zesde maand volgend op die gedurende dewelke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 19. Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie en Economische Zaken en Onze Minister van Kleine en Middelgrote Ondernemingen en Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.