Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

28 NOVEMBER 1991. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling "Niet-eetbare tuinbouwprodukten" opgericht in de schoot van de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten. - (NOTA 1 : opgeheven wat het Brusselse Gewest bij BSL 1994-03-10/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 1994-01-01) - (NOTA 2 : Opgeheven voor het Waalse Gewest door BWG 1995-12-14/61, art. 1; Inwerkingtreding : 01-01-1996) - (NOTA 3 : Opgeheven voor de Vlaamse Gemenschap door BVR 2001-01-26/33, art. 9; Inwerkingtreding : 15-03-2001) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 12-12-1991 en tekstbijwerking tot 15-03-2001)



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1985016021 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. <Zie NOTA onder TITEL> De jaarlijkse verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling "Niet-eetbare tuinbouwprodukten" worden als volgt vastgesteld:
  1° Een vaste bijdrage van drieduizend frank dient betaald te worden door alle in België gevestigde producenten, verkoopspunten, verkopers en dienstverleners in de sektor niet-eetbare tuinbouwprodukten.
  2° Deze bijdrage wordt verhoogd met een variable bijdrage van drieduizend frank voor de bijdrageplichtigen met een tot vier werknemers, zesduizend frank voor de bijdrageplichtigen met vijf tot negen werknemers, negenduizend frank voor de bijdrageplichtigen met tien tot twintig werknemers en vijftienduizend frank voor de bijdrageplichtigen met meer dan twintig werknemers.
  3° De variable bijdrage wordt geïnd op basis van de tewerkstellingsgevens van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is.
  4° Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "werknemers" verstaan: de helpers van zelfstandigen en onder de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ressorterende werknemers en gelijkgestelden, met uitzondering van de leerlingen.
  5° Deze bijdragen zijn van toepassing voor drie jaar met ingang van 1 januari 1992.

Art.2. <Zie NOTA onder TITEL> Met het oog op de toepassing van artikel 1 kan de Nationale Dienst voor Afzet van Land- en Tuinbouwprodukten aan de bijdrageplichtigen vragen een aangifteformulier betreffende de tewerkstelling in hun bedrijf of verkoopspunt gedurende het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdragen verschuldigd is, in te vullen. Dit formulier dient te worden teruggezonden binnen de maand na de datum vermeld op het document.

Art.3. <Zie NOTA onder TITEL> De nationale Dienst voor afzet van land- en tuinbouwprodukten wordt belast met de inning van de verplichte bijdragen.

Art.4. <Zie NOTA onder TITEL> De verplichte bijdragen moeten betaald worden binnen de maand na de datum van fakturatie. Bij gebrek aan tijdige betaling is van rechtswege en zonder aanmaning of ingebrekestelling de wettelijke verwijlintrest verschuldigd.

Art.5. <Zie NOTA onder TITEL> Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 27 december 1938 betreffende de oprichting van een Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 september 1955 en bij de wet van 11 april 1983.
  De ambtenaren door de Minister van Landbouw aangewezen mogen alle lokalen, behalve deze die tot woning dienen, betreden in de uitoefening van hun opdracht.
  Zij kunnen zich alle inlichtingen en bescheiden doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten.
  Voor de burgerrechtelijke inning van deze bijdragen zijn alleen de rechtbanken te Brussel bevoegd.

Art.6. <Zie NOTA onder TITEL> De hiernagenoemde openbare besturen verstrekken de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten, op eenvoudige aanvraag, al de nodige inlichtingen en gegevens die deze nodig heeft voor de toepassing van dit besluit:
  - de diensten van het Ministerie van Landbouw;
  - de diensten van het Ministerie van Economische Zaken;
  - de diensten van het Ministerie van Middenstand;
  - de diensten van het Ministerie van Financiën;
  - de diensten van het Ministerie van Sociale Voorzorg.

Art.7. <Zie NOTA onder TITEL> <opheffingsbepaling van art. 1 en 1bis van KB 1985-01-31/31>

Art. 8. <Zie NOTA onder TITEL> Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.