31 JANUARI 1985. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdelingen " Niet-eetbare tuinbouwprodukten ", " Zeevisserij ", " Varkens " en " Runderen, schapen, geiten en paarden " opgericht in de schoot van de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten. - (NOTA 1 : opgeheven wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft bij BESL 1994-03-10/31, art. 1, 1°, 011; Inwerkingtreding : 1994-01-01) - (NOTA 2 : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG 1995-12-14/63, art. 13, en BWG 1995-12-14/65, art. 8, 012; Inwerkingtreding : 01-01-1996) - (NOTA 3 : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap door BVR 2001-01-26/33, art. 9, 013; Inwerkingtreding : 15-03-2001) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1987 en tekstbijwerking tot 15-03-2001)
Art. 1, 1bis, 2, 2bis, 3-5, 5bis, 6-7, 7bis, 7ter, 8-9
Artikel 1. (opgeheven) <KB 1991-11-28/31, art. 7, 008; Inwerkingtreding : 22-12-1991>.
Art. 1bis. (opgeheven) <KB 1991-11-28/31, art. 7, 008; Inwerkingtreding : 22-12-1991>
Art.2. (Opgeheven) <KB 1991-01-02/51, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 03-02-1991>
Art. 2bis. (Opgeheven) <KB 1991-01-02/51, art. 6, 007; Inwerkingtreding : 03-02-1991>
Art.3. (opgeheven) <KB 1990-05-22/30, art. 6, 005; Inwerkingtreding : 10-06-1990>
Art.4. <Zie notes onder titel> <KB 1989-07-31/34, art. 2, 004; Inwerkingtreding : 03-09-1989> De verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling " Runderen, schapen, geiten en paarden " worden als volgt vastgesteld :
1° Wie runderen of kalveren slacht of laat slachten in een openbaar of particulier slachthuis betaalt de volgende bijdrage per geslacht dier, geschikt voor menselijke consumptie :
- per rund : dertig frank;
- per kalf : vijftien frank.
2° Aan de leverancier van de dieren wordt daarvan doorgerekend :
- vijftien frank per geslacht rund,
- zeven frank vijftig centiemen per geslacht kalf.
3° Aan de koper van de geslachte runderen wordt daarvan een bedrag van vijftien frank per geslacht rund doorgerekend; aan de koper van delen van versneden runderen een daarmee gelijkgesteld bedrag van vier centiemen per kilogram rundvlees. Aan de koper van geslachte kalveren wordt zeven frank vijftig centiemen per geslacht kalf doorgerekend; aan de koper van delen van versneden kalveren een daarmee gelijkgesteld bedrag van zes centiemen per kilogram kalfsvlees.
4° Wie paarden, schapen of geiten slacht of laat slachten in een openbaar of particulier slachthuis betaalt de volgende bijdrage per geslacht dier, geschikt voor menselijke consumptie :
- per paard : dertig frank;
- per schaap of geit : vier frank.
Deze bijdragen worden doorgerekend aan de leveranciers van de te slachten dieren.
5° De sub 2°, 3° en 4° vermelde bijdragen worden afzonderlijk vermeld op de faktuur.
6° De openbare en particuliere slachthuizen, betalen de in 1° en 4° gestelde bijdragen aan de Nationale Dienst voor afzet van land- en tuinbouwprodukten en rekenen voor de inning geen onkosten aan.
7° De provinciale verenigingen van houders en kwekers van rundvee betalen aan de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten een bijdrage van twee frank per eerste inseminatie die zij verrichten. Dit bedrag mag doorgerekend worden aan de houder van het dier die de inseminatie laat verrichten.
8° De Belgische Confederatie van het Paard V.Z.W. betaalt aan de Nationale Dienst voor afzet van land- en tuinbouwprodukten een bijdrage van 50 frank per ingeschreven dier bij één van de volgende erkende stamboeken : het Belgisch Warmbloedpaard, de Belgische Halfbloed, het Belgisch Trekpaard, het Ardenner Trekpaard, de Arabische Volbloed, de Haflinger, de Welsh Pony en de Shetland. Dit bedrag wordt doorgerekend aan de houder die het dier inschrijft.
9° (opgeheven) <KB 1993-06-15/31, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 1993-07-20>
Art.5. <Zie notes onder titel> De verplichte bijdragen behoudens deze ten laste van de leverancier bedoeld in de artikelen 3 en 4 zijn van toepassing op de natuurlijke of rechtspersonen die uit hun activiteiten inkomsten verwerven in de zin van de artikelen 20, 1° en 96, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Art. 5bis. <Zie notes onder titel> <KB 1989-07-31/34, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 03-09-1989> Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
- " Openbaar slachthuis " : het slachthuis geëxploiteerd door een overheidslichaam of door een vereniging van overheidslichamen.
- " Particulier slachthuis " : het slachthuis geëxploiteerd door een natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon.
- " Vlees " : het vlees (het spiervlees), het vet, de witte en rode slachtafval van een slachtdier, alsmede het bloed en de beenderen die niet ontvet en niet volledig van spierresten ontdaan zijn; het v'o'or de dood gekeelde dier, het gevilde, van ingewanden ontdane en voor de vleeshouwerij klaargemaakte dier, geschikt voor menselijke consumptie.
- " Varkens " : elk huisdier van de varkenssoort, ongeacht de leeftijd of het geslacht;
- " Rund " : elk huisdier van de rundveesoort, ongeacht het geslacht, met uitsluiting van de kalveren;
- " Kalf " : elk huisdier van de rundveesoort, ongeacht het geslacht, dat alsdusdanig is opgenomen in de maandstaten van het IVK;
- " Paard " : elk éénhoevig dier, ongeacht het geslacht of de leeftijd, dat alsdusdanig is opgenomen in de maandstaten van het IVK;
- " Schaap " : elk huisdier van de schapensoort, ongeacht het geslacht of de leeftijd;
- " Geit " : elk huisdier van de geitensoort, ongeacht het geslacht of de leeftijd;
- " Varkensvlees " : alle vers gekoeld, bevroren en diepgevroren vlees zoals gedefinieerd in art. 5bis, met inbegrip van zwoerd, afkomstig van een varken;
- " Rundvlees ", " kalfsvlees " : alle vers gekoeld, bevroren en diepgevroren vlees, zoals gedefinieerd in art. 5bis, afkomstig van respectievelijk een rund en een kalf;
- " IVK " : Instituut voor Veterinaire Keuring.
Art.6. <Zie notes onder titel> <KB 1989-07-31/34, art. 4, 004; Inwerkingtreding : 03-09-1989> De nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten wordt belast met de inning van de bij dit besluit bedoelde verplichte bijdragen.
De Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten stelt per kwartaal het bedrag van de door elk openbaar of particulier slachthuis over te maken bijdragen, bepaald in artikel 3, 1°, en artikel 4, 1° en 4°, vast op basis van een aangifte door de slachthuizen en de gegevens haar medegedeeld door het IVK of de daartoe bevoegde diensten van het Ministerie van Volksgezondheid.
De ambtenaren door de Minister van Landbouw aangewezen mogen alle lokalen, behalve deze die tot woning dienen, betreden in de uitoefening van hun opdracht, inzonderheid om de aangiften te controleren.
Zij kunnen zich alle inlichtingen en bescheiden doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten. Zij kunnen proces-verbaal opstellen indien zij vaststellen dat de aangiften niet tijdig werden gedaan of onjuiste of onvolledige gegevens bevatten.
Art.7. <Zie notes onder titel> Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 27 december 1938 betreffende de oprichting van een Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 september 1955 en bij de wet van 11 april 1983.
Art. 7bis. <Zie notes onder titel> <KB 23-04-1986, art. 8> De in dit besluit bedoelde bijdragen moeten betaald worden binnen de maand na de datum die op het daartoe bestemde overschrijvingsformulier vermeld is.
(Laattijdige betaling heeft van rechtswege en zonder ingebrekestelling een nalatigheidsinterest tegen de wettelijke rentevoet tot gevolg, evenals een vergoeding van bijkomende administratieve kosten van 500 BF.
Voor de gerechtelijke inning van de bijdragen zijn alleen de rechtbanken te Brussel bevoegd.) <KB 1993-06-15/31, art. 2, 010; Inwerkingtreding : 1993-07-20>
Art. 7ter. <Zie notes onder titel> <KB 23-04-1986, art. 9> De hiernagenoemde openbare besturen en andere organisaties verstrekken de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten op eenvoudige aanvraag al de nodige inlichtingen en gegevens die deze nodig heeft voor de toepassing van dit besluit.
1. De diensten van het Ministerie van Landbouw.
De diensten van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin.
De diensten van het Ministerie van Economische Zaken.
De diensten van het Ministerie van Financiën.
De diensten van het Ministerie van Middenstand.
De diensten van het Ministerie van Sociale Zaken.
2. De Fokverenigingen en Stamboeken van rundveerassen.
De Provinciale Verenigingen van Kwekers en Houders van Rundvee.
De Landsbond van de Belgische Varkensstamboeken, B.E.V.A., vzw.
De krachtens het ministerieel van 13 juli 1976 erkende fokbedrijven gespecialiseerd in de produktie van hybride fokvarkens.
(De fokmaatschappijen vernoemd in artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 maart 1971 betreffende de verbetering van het paarderas.) <KB 1989-07-31/34, art. 5, 004; Inwerkingtreding : 03-09-1989>
Art.8. <Zie notes onder titel> Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1985, met uitzondering van artikel 7 dat in werking treedt de tiende dag na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 9. <Zie notes onder titel> Onze Minister van Buitenlandse Betrekkingen en Onze Staatssecretaris voor landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.