7 JUNI 1990. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve tot toekenning van toelagen aan de Agglomeratie voor de huisvuilverwerking.
Art. 1-5
Artikel 1. Binnen de perken van de begrotingskredieten kan de Executieve toelagen aan de Agglomeratie toekennen voor de Bouw, de uitbreiding, de verbouwing, de inrichting en de vernieuwing van de installaties voor afvalverwerking, met inbegrip van :
a) het vervoer-, ladings- en opslagmaterieel van het afval en van de gevaloriseerde stoffen;
b) de gebouwen en uitrustingen bestemd voor de controle, de bescherming en de bewaking van de installaties;
c) de bepaling van opslagruimtes voor het afval voor de verwerking ervan of van opslagruimtes voor de stoffen die in de huisvuilverbrandingsfabriek niet kunnen worden verwerkt;
d) de aanleg van de omgeving van de betoelaagde installaties;
e) de verbetering van de werkomstandigheden en de bescherming van het leefmilieu buiten de installaties.
Art.2. Komen in aanmerking voor de berekening van de toelage :
1. a) de marktkost rekening houdend, in voorkomend geval, met het bedrag dat voor de eindrekening niet kan worden vastgesteld;
b) de kost van de wijzigingen en van de bijkomende werken die onmisbaar of onvoorspelbaar zijn en waaraan de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister-Voorzitter zijn goedkeuring heeft gehecht vóór hun uitvoering.
2. De rekeningen die uit de toepassing van de contractuele bedingen voortvloeien en die door de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister-Voorzitter werden goedgekeurd.
3. De algemene kosten m.b.t. de uitvoering van het contract, berekend op een forfaitaire basis bepaald door de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister-Voorzitter en bestaande uit :
a) de honoraria van de auteur van het ontwerp;
b) de kosten i.v.m. het toezicht op de uitvoering van het contract;
c) de aanbestedingskosten;
d) de kosten m.b.t. de controle- en werfverzekering tot de definitieve aanneming.
4. De geotechnische studies die noodzakelijk zijn voor de uitvoering der werken en die voorafgaande goedkeuring van de Minister hebben gekregen.
5. De uitvoeringskosten van de proeven.
Indien de werken in regie worden uitgevoerd, dan wordt de toelage berekend op basis van de goedgekeurde kostenraming, tenzij de werkelijke uitgave lager liggen dan de raming; in dit laatste geval geschiedt de berekening op basis van die uitgaven.
Art.3. Het betoelagingspercentage wordt op 100 % van de totale kostprijs vastgesteld.
Art.4. Artikel 4, 2, e, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 september 1969 in het besluit van de Regent van 2 juli 1949 betreffende de Staatstussenkomst inzake toelagen, wordt afgeschaft voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 5. Dit besluit is van toepassing op de toelagen toegekend vanaf 1 mei 1990.