Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 MEI 1990. - Koninklijk besluit waarbij de toepassingsregels voor toekenning van betaald educatief verlof aan werknemers die examens voor de centrale examencommissie voorbereiden en afleggen worden bepaald.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2019010609 



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit bepaalt de regels van toepassing bij toekenning van betaald educatief verlof aan werknemers die examens voor de centrale examencommissie voorbereiden en afleggen vanaf de zittijden van het kalenderjaar 1990 en dit in uitvoering van artikel 109, § 1, 7°, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen.

Art.2. In afwijking van artikel 111, § 1 van de voormelde wet, heeft de werknemer, die examens voor de centrale examencommissie voorbereidt en aflegt, het recht om, met behoud van zijn normaal loon dat op het gewone tijdstip moet worden uitbetaald, op het werk afwezig te zijn gedurende een aantal uren dat overeenstemt met het drievoud van het aantal arbeidsuren zoals bepaald in zijn wekelijkse arbeidsduurregeling.

Art.3. De werknemer die gebruik wenst te maken van het betaald educatief verlof, licht zijn werkgever hierover in door middel van een getuigschrift waarin wordt bevestigd dat hij regelmatig ingeschreven is om een examenzittijd af te leggen voor de centrale examencommissie.
  De werknemer bezorgt dit getuigschrift aan zijn werkgever ten laatste binnen dertig dagen die op de inschrijving volgen.
  De handtekening van de werkgever op het duplicaat van dit getuigschrift geldt als bericht van ontvangst van de kennisgeving.
  Het getuigschrift kan eveneens aan de werkgever bij een ter post aangetekende brief toegezonden worden.

Art.4. Het betaald educatief verlof met betrekking tot de voorbereiding en het afleggen van examens voor de centrale examencommissie moet opgenomen worden tussen de vijftiende dag die volgt op de afgifte van het getuigschrift bedoeld bij artikel 3 door de werknemer aan zijn werkgever en de laatste dag van de examenzittijd.
  De werkgever kan echter toelaten dat het betaald educatief verlof wordt opgenomen vanaf de dag van afgifte van het getuigschrift.

Art.5. § 1. De overheidsbesturen belast met de registratie van de inschrijvingen voor de verschillende examens af te leggen voor de centrale examencommissie zijn gehouden aan de werknemers het getuigschrift bedoeld bij artikel 3 uit te reiken.
  Dit getuigschrift bevat volgende vermeldingen :
  1° de naam, de voornaam en de hoedanigheid van de afgevaardigde van het overheidsbestuur belast met de registratie van de inschrijvingen;
  2° de naam, de voornaam, de geboorteplaats en -datum, alsook het adres van de werknemer;
  3° de benaming van de examens waarvoor de werknemer regelmatig is ingeschreven en de zittijd van het jaar waarvoor werd ingeschreven;
  4° de data van de aanvang en het einde van de zittijd waarvoor werd ingeschreven;
  Voormeld overheidsbestuur plaatst zijn stempel op het uitgereikt getuigschrift.
  Ingeval voormeld overheidsbestuur niet in de mogelijkheid is om de inlichtingen, bedoeld bij 4°, te verstrekken, vermeldt het dat ze zullen verstrekt worden door de met de organisatie van de examens belaste instelling.
  § 2. Ingeval de overheidsbesturen belast met de registratie van de inschrijvingen niet in de mogelijkheid zijn om de data van de aanvang en het einde van de examenzittijd waarvoor werd ingeschreven te verstrekken, zijn de instellingen belast met de organisatie van de examens gehouden aan de werknemers een getuigschrift met vermelding van deze data en in de vorm bedoeld bij § 1 uit te reiken.
  § 3. De werknemer geeft het getuigschrift bedoeld bij § 2 aan zijn werkgever af, ten laatste binnen acht dagen volgend op de uitreiking en, in elk geval, ten laatste de eerste dag van de examenzittijd.

Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1990.

Art. 7. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.