Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

31 JULI 1989. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling " pluimvee, eieren en kleinvee ", opgericht in de schoot van de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten. - (NOTA 1 : opgeheven wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft bij BESL 1994-03-10/31, art. 1, 4°, 004; Inwerkingtreding : 1994-01-01) - (NOTA 2 : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG 1995-12-14/63, art. 13, 005; Inwerkingtreding : 01-01-1996) - (NOTA 3 : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap door BVR 2001-01-26/33, art. 9, 006; Inwerkingtreding : 15-03-2001) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-08-1989 en tekstbijwerking tot 18-04-1996)



Inhoudstafel:


Art. 1-2, 2bis, 3-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1985016040 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. <Zie notas onder titel> Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " Eieren " : eieren van hoenderachtigen, duifachtigen en zwemvogels, in de schaal en geschikt voor consumptie in ongewijzigde staat of voor gebruik door de levensmiddelenindustrie;
  " Eiprodukten " : eieren uit de schaal, eigeel en ovoalbumine;
  " Pluimvee " : de als huisdieren levende hoenderachtigen, duifachtigen en zwemvogels;
  " Vlees " : (alle karkassen en delen van pluimvee en konijnen die geschikt zijn voor de menselijke consumptie;) <KB 1991-08-05/54, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1991>
  (" konijnevlees " : alle vers, gekoeld, bevroren of diepgevroren vlees zoals hierboven gedefinieerd, afkomstig van een konijn;
  " konijn " : elk tam konijn, ongeacht de leeftijd of geslacht;
  " openbaar slachthuis " : het slachthuis geëxploiteerd door een overheidslichaam of door een vereniging van overheidslichamen;
  " particulier slachthuis " : het slachthuis geëxploiteerd door een natuurlijke persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon;) <KB 1991-08-05/54, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1991>
  2° " de Dienst " : de Nationale Dienst voor afzet van land- en tuinbouwprodukten;
  (" I.V.K. " : Instituut voor Veterinaire Keuring;
  " C.D.C.V. " : Centrale Dienst voor Contingenten en Vergunningen.) <KB 1991-08-05/54, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1991>

Art.2. <Zie notas onder titel> De verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling " pluimvee, eieren en kleinvee " worden als volgt vastgesteld :
  1° de door het Ministerie van Volksgezondheid erkende pluimveeslachterijen betalen een jaarlijkse bijdrage van drieduizend frank indien ze per jaar minder dan honderdduizend stuks slachten, honderdduizend frank indien ze per jaar meer dan twee miljoen stuks slachten en vijf centiem per geslacht dier indien ze per jaar honderdduizend tot en met twee miljoen stuks slachten;
  2° de door de Dienst erkende pakstations in de eiersector betalen een jaarlijkse bijdrage van zesduizend frank indien ze een technische sorteercapaciteit hebben tot en met vijfduizend eieren per uur, achtduizend frank indien ze een technische sorteercapaciteit hebben van meer dan vijfduizend tot en met vijftienduizend eieren per uur en tienduizend frank indien ze een technische sorteercapaciteit hebben van meer dan vijftienduizend eieren per uur;
  3° Alle groothandelaars in eieren betalen een jaarlijkse bijdrage van drieduizend frank;
  4° De bedrijven die in nevenactiviteit eiprodukten vervaardigen betalen een jaarlijkse bijdrage van duizend vijfhonderd frank; de gespecialiseerde eiproduktenbedrijven betalen een jaarlijkse bijdrage van twaalfduizend frank, en de bedrijven, waarvan de inrichting beschikt over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit van 3 ton per uur of meer, betalen een jaarlijkse bijdrage van dertigduizend frank;
  5° de door het Ministerie van Landbouw erkende broeierijen betalen een jaarlijkse bijdrage in functie van hun broedcapaciteit, namelijk twintigduizend frank voor een broedcapaciteit van meer dan twee miljoen stuks, vijftienduizend frank voor een broedcapaciteit van meer dan één miljoen stuks tot en met twee miljoen stuks, twaalfduizend frank voor een broedcapaciteit van meer dan zevenhonderdvijftigduizend stuks tot en met één miljoen stuks, negenduizend vijfhonderd frank voor een broedcapaciteit van meer dan vijfhonderdduizend stuks tot en met zevenhonderdvijftigduizend stuks, zevenduizend vijfhonderd frank voor een broedcapaciteit van meer dan driehonderdduizend stuks tot en met vijfhonderdduizend stuks, vijfduizend vijfhonderd frank voor een broedcapaciteit van meer dan tweehonderdduizend stuks tot en met driehonderdduizend stuks, vierduizend frank voor een broedcapaciteit van meer dan honderdduizend stuks tot en met tweehonderdduizend stuks en tweeduizend vijfhonderd frank voor een broedcapaciteit van meer dan duizend stuks tot en met honderdduizend stuks;
  6° de door het Ministerie van Landbouw erkende vermeerderingsbedrijven betalen een jaarlijkse bijdrage van één frank per moederdier dat op het bedrijf gehouden wordt;
  7° de houder van een erkenning voor de invoer of het fabriceren van mengvoeders, afgeleverd door het Ministerie van Landbouw, betaalt een jaarlijkse bijdrage van duizend zevenhonderd frank.
  (8° de houders van hennen voor de eiproduktie, al of niet op ouderdom van de leg en afgedankte inbegrepen, betalen een jaarlijkse bijdrage van :
  - F 1 000, in geval van een bedrijfsgrootte van 5 000 tot en met 14 999 dieren;
  - F 2 000, in geval van een bedrijfsgrootte van 15 000 tot en met 29 999 dieren;
  - F 4 000, in geval van een bedrijfsgrootte van 30 000 of meer dieren.
  9° De houders van braadkippen (uitgezonderd eendagskuikens) betalen een jaarlijkse bijdrage van :
  - F 1 500 in geval van een bedrijfsgrootte van 10 000 tot en met 24 999 dieren;
  - F 3 000 in geval van een bedrijfsgrootte van 25 000 of meer dieren.) <KB 1992-05-04/32, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 1992-05-31>

Art. 2bis. <Zie notas onder titel> <KB 1991-08-05/54, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1991> De verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de produkten van de sector " konijnen " worden als volgt vastgesteld :
  A. 1° Wie konijnen slacht of laat slachten in een openbaar of particulier slachthuis betaalt een bijdrage van één frank vijfentwintig centiemen per geslacht konijn.
  Aan de leverancier van de konijnen, met uitzondering van de invoerder van levende konijnen uit een EEG-land, wordt daarvan vijftien centiemen per kilogram levend gewicht doorgerekend.
  Aan de koper van de geslachte konijnen wordt daarvan vijftig centiemen per kilogram konijnevlees doorgerekend, met uitzondering van produkten die niet ter consumptie worden aangeboden of die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie. De betrokken bijdrageplichtigen brengen vijftig centiemen per kilogram niet ter consumptie aangeboden of niet voor menselijke consumptie geschikt produkt in mindering van de door hen verschuldigde bijdragen.
  2° De openbare en particuliere slachthuizen betalen de in 1° gestelde bijdragen, met een minimum van zesduizend frank per jaar, aan de Nationale Dienst voor afzet van land- en tuinbouwprodukten en rekenen voor de inning geen onkosten aan.
  B. Wie geslachte konijnen uit derde landen invoert, betaalt een bijdrage van één frank per kilogram ingevoerd konijnevlees.

Art.3. (opgeheven) <KB 1992-05-04/32, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 1992-05-31>

Art.4. <Zie notas onder titel> De verplichte bijdragen zijn van toepassing op de natuurlijke of rechtspersonen die uit hun activiteiten inkomsten verwerven in de zin van de artikelen 20, 1e, en 96 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

Art.5. <Zie notas onder titel> De Dienst wordt belast met de inning van de bij dit besluit bedoelde verplichte bijdragen.
  (De Dienst stelt per kwartaal het bedrag van de door elk openbaar of particulier slachthuis over te maken bijdragen, bepaald in artikel 2bis, A, 1°, vast op basis van een aangifte door de slachthuizen en de gegevens haar medegedeeld door het I.V.K. of de daartoe bevoegde diensten van het Ministerie van Volksgezondheid.
  De Dienst stelt per jaar het bedrag van de door elke invoerder over te maken bijdragen, bepaald in artikel 2bis, B, vast op basis van een aangifte door de invoerders en de gegevens haar medegedeeld door de C.D.C.V. of de daartoe bevoegde diensten van het Ministerie van Economische Zaken.) <KB 1991-08-05/54, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1991>
  (De Dienst stelt per jaar het bedrag van de door elke houder van leghennen en/of braadkippen, zoals bepaald in artikel 2, 8°, 9°, vast op basis van de gegevens over het kalenderjaar voorafgaand aan het bijdragejaar, haar medegedeeld door het Ministerie van Economische Zaken.) <KB 1992-05-04/32, art. 3, 003; Inwerkingtreding : 1992-05-31>
  De ambtenaren door de Minister van Landbouw aangewezen, mogen alle lokalen, behalve deze die tot woning dienen, betreden in de uitoefening van hun opdracht inzonderheid om de aangiften te controleren.
  Zij kunnen zich alle inlichtingen en bescheiden doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten. Zij kunnen proces-verbaal opstellen indien zij vaststellen dat de aangiften niet tijdig werden gedaan of onjuiste of onvolledige gegevens bevatten.
  (Voor de burgerrechtelijke inning van deze bijdragen zijn alleen de rechtbanken te Brussel bevoegd.) <KB 1991-08-05/54, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-10-1991>

Art.6. <Zie notas onder titel> Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 27 december 1938 betreffende de oprichting van een Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten.

Art.7. <Zie notas onder titel> Volgende openbare besturen en private organisaties verstrekken op eenvoudige aanvraag aan de Dienst alle inlichtingen die deze nodig heeft voor de toepassing van dit besluit :
  1. De Diensten van het Ministerie van Financiën;
  De Diensten van het Ministerie van Landbouw;
  De Diensten van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin;
  De Diensten van het Ministerie van Economische Zaken.
  2. Het Verbond voor Pluimvee en Eieren VZW, Houtenkruisstraat 35, 2760 Kruibeke.

Art.8. <Zie notas onder titel> Het koninklijk besluit van 28 februari 1985 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdelingen " pluimvee, eieren en kleinvee " en " groenten en fruit " opgericht in de schoot van de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 oktober 1985, 23 april 1986, 21 april 1987, 14 juli 1987, 25 april 1988, 21 november 1988 en 8 maart 1989, wordt opgeheven.

Art. 9. <Zie notas onder titel> Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Staatssecretaris voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.