28 FEBRUARI 1985. - Koninklijk besluit betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdelingen " pluimvee, eieren en kleinvee " en " groenten en fruit ", opgericht in de schoot van de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten.
Art. 1-3, 3bis, 4-7, 7bis, 7ter, 8-9
Bijlage
Art. N
Artikel 1. <KB 23-04-1986, art. 1> Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
" eieren " : eieren van hoenderachtigen, duifachtigen en zwemvogels, in de schaal en geschikt voor consumptie in ongewijzigde staat of voor gebruik door de levensmiddelenindustrie;
" eiprodukten " : eieren uit de schaal, eigeel en ovoalbumine;
"pluimvee " : de als huisdieren levende hoenderachtigen, duifachtigen en zwemvogels;
" vlees " : alle karkassen en delen van pluimvee die geschikt zijn voor de menselijke consumptie;
" waarde " : de waarde die aangegeven is op het desbetreffende geldige douanedocument.
(- groepsverpakking : verpakking die bestemd is tot het bevatten, het beschermen en het vervoeren van een bepaalde hoeveelheid produkten, hetzij los, hetzij in kleinverpakkingen, hetzij per stuk voorverpakt, voor witloof worden hiervan uitgesloten : verpakkingen bestemd voor levering aan sorteer- en pakstations;
- verpakker : wie groenten en fruit verpakt in een groeperingsverpakking); <KB 1989-03-08/33, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 02-04-1989>
(- verpakkingsfirma : wie groeperingsverpakkingen produceert;
- de Dienst : de Nationale Dienst voor afzet van land- en tuinbouwprodukten.) <KB 1987-07-14/37, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 14-08-1987>
(- fruit : alle fruit van Belgische oorsprong, bestemd om in verse toestand aan de verbruiker geleverd te worden en waarvoor er gemeenschappelijke kwaliteitsnormen gelden;
- groenten : alle groenten van Belgische oorsprong bestemd om in verse toestand aan de verbruiker geleverd te worden en waarvoor er gemeenschappelijke kwaliteitsnormen gelden.) <KB 1989-03-08/33, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 02-04-1989>
Art.2. <KB 1988-04-25/36, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 24-05-1988> De verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling " pluimvee, eieren en kleinvee " worden als volgt vastgesteld voor pluimvee en eieren :
1° de door het Ministerie van Volksgezondheid erkende pluimveeslachterijen betalen een jaarlijkse bijdrage van drieduizend frank indien ze per jaar minder dan honderdduizend stuks slachten, honderdduizend frank indien ze per jaar meer dan twee miljoen stuks slachten en vijf centiem per geslacht dier indien ze per jaar honderdduizend tot en met twee miljoen stuks slachten;
2° de door de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten erkende pakstations in de eiersector betalen een jaarlijkse bijdrage van zesduizend frank indien ze een technische sorteercapaciteit hebben tot en met vijfduizend eieren per uur, achtduizend frank indien ze een technische sorteercapaciteit hebben van meer dan vijfduizend tot en met vijftienduizend eieren per uur en tienduizend frank indien ze een technische sorteercapaciteit hebben van meer dan vijftienduizend eieren per uur;
3° alle groothandelaars in eieren betalen een jaarlijkse bijdrage van drieduizend frank;
(4° de bedrijven die in nevenactiviteit eiprodukten vervaardigen betalen een jaarlijkse bijdrage van duizendvijfhonderd frank; de gespecialiseerde eiproduktenbedrijven betalen een jaarlijkse bijdrage van twaalfduizend frank, en de bedrijven, waarvan de inrichting beschikt over een werkelijke pasteurisatiecapaciteit van 3 ton per uur of meer, betalen een jaarlijkse bijdrage van dertigduizend frank.) <KB 1989-03-08/33, art. 2, 006; Inwerkingtreding : 02-04-1989>
5° de door het Ministerie van Landbouw erkende broeierijen betalen een jaarlijkse bijdrage in functie van hun broedcapaciteit; namelijk twintigduizend frank voor een broedcapaciteit van meer dan twee miljoen stuks, vijftienduizend frank voor een broedcapaciteit van meer dan één miljoen stuks tot en met twee miljoen stuks, twaalfduizend frank voor een broedcapaciteit van meer dan zevenhonderdvijftigduizend stuks tot en met één miljoen stuks, negenduizend vijfhonderd frank voor een broedcapaciteit van meer dan vijfhonderdduizend stuks tot en met zevenhonderdvijftigduizend stuks, zevenduizend vijfhonderd frank voor een broedcapaciteit van meer dan driehonderdduizend stuks tot en met vijfhonderdduizend stuks, vijfduizend vijfhonderd frank voor een broedcapaciteit van meer dan tweehonderdduizend stuks tot en met driehonderdduizend stuks, vierduizend frank voor een broedcapaciteit van meer dan honderdduizend stuks tot en met tweehonderdduizend stuks en tweeduizend vijfhonderd frank voor een broedcapaciteit van meer dan duizend stuks tot en met honderdduizend stuks;
6° de door het Ministerie van Landbouw erkende vermeerderingsbedrijven betalen een jaarlijkse bijdrage van één frank per moederdier dat op het bedrijf gehouden wordt;
7° de houder van een erkenning voor de invoer of het fabriceren van mengvoeders afgeleverd door het Ministerie van Landbouw, betaalt een jaarlijkse bijdrage van duizend vijfhonderd frank.
Art.3. <KB 1989-03-08/33, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 02-04-1989> De jaarlijkse verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling " groenten en fruit ", worden als volgt vastgesteld voor de hieronder vermelde produkten, uitgezonderd witloof.
1° de teler van tafeldruiven betaalt een bijdrage van honderd frank per serre gebruikt voor de druiventeelt met een minimumbijdrage van van vijfhonderd frank per bedrijf.
2° De teler van eetbare paddestoelen betaalt een bijdrage van vier frank per vierkante meter teeltoppervlakte met een minimumbijdrage van duizend frank per bedrijf.
3° De teler van groenten, met uitzondering van witloof, betaalt door middel van zegels, afgeleverd door de Dienst, per groeperingsverpakking een bijdrage van twintig centiem.
Deze zegel, waarvan model in bijlage, wordt door de verpakker op elke groeperingsverpakking, samen met de wettelijke aanduidingen aangebracht, tenzij ingeval van afwijking zoals voorzien in lid 6 van dit artikel.
4° De teler van fruit, met uitzondering van tafeldruiven, betaalt door middel van zegels, afgeleverd door de Dienst, per groeperingsverpakking andere dan pallox een bijdrage van veertig centiemen per groeperingsverpakking en per pallox een bijdrage van vijftien frank.
Deze zegel, waarvan model in bijlage, wordt door de verpakker op elke groeperingsverpakking, samen met de wettelijke aanduidingen aangebracht, tenzij ingeval van afwijking zoals voorzien in lid 6 van dit artikel.
5° De zegels vermeld in 3° en 4°, mogen slechts eenmaal de volledige handelscyclus doorlopen en worden door de Dienst, mits voorafgaande betaling van de gestelde bijdragen, ter beschikking gesteld.
6° Ten einde de verpakker te ontlasten van de plicht tot het aanbrengen van zegels, kunnen de veilingen een overeenkomst sluiten met de Dienst i.v.m. de modaliteiten van inning van de bijdragen.
7° Ten einde de verpakker te ontlasten van de plicht tot het aanbrengen van zegels, kunnen telers een overeenkomst sluiten met de Dienst, die toelaat gebruik te maken van de zegels, volgens de bepalingen van de overeenkomst. groenten en fruit betalen een bijdrage van vijfduizend frank.
Art. 3bis. <KB 1987-07-14/37, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 14-08-1987> De jaarlijkse verplichte bijdragen bestemd voor de bevordering van de afzet van de produkten van de consultatieve afdeling " groenten en fruit ", worden als volgt vastgesteld voor het produkt witloof en voor de uitvoerhandel in witloof :
1° Wie witloof produceert betaalt door middel van zegels, afgeleverd door de Dienst, per groepsverpakking in de handel gebracht en in België geteeld witloof een bijdrage van vijftig centiemen per groeperingsverpakking van minder dan drie kilo, één frank per groeperingsverpakking van drie tot en met zeven kilo en twee frank per groeperingsverpakking van meer dan zeven kilo.
Deze bijdrage wordt door de Dienst geïnd via de verpakker van het witloof. De bijdrage wordt, via eventuele tussenpersonen in de handelscyclus, doorgerekend aan de producent van het witloof en afzonderlijk vermeld op de faktuur.
Ten einde de inning van de gestelde bijdragen te verzekeren wordt op elke groeperingsverpakking een zegel aangebracht, waarvan het model in bijlage is bijgevoegd.
In geval van open verpakking wordt dit op één van buitenaf zichtbare wijze aangebracht op het inlegblad, dekvel of enig ander in de plaatstredend middel.
In geval van gesloten verpakking wordt dit op een van buitenaf zichtbare wijze aangebracht op één van de zijkanten van de verpakking.
Een zegel mag slechts eenmaal de volledige handelscyclus doorlopen en wordt door de Dienst, mits voorafgaande betaling van de gestelde en doorrekenbare bijdragen, ter beschikking gesteld van de verpakkers.
Ten einde de verpakkers te ontlasten van de plicht tot het aanbrengen van de zegels, kan de verpakkingsfirma een overeenkomst sluiten met de Dienst, die toelaat gebruik te maken van de zegels, volgens de bepalingen van de overeenkomst.
(2° De uitvoerder van witloof betaalt een bijdrage van vijfendertig centiemen per kilogram witloof uitgevoerd met eindbestemming Verenigde Staten of Japan.) <KB 1988-11-21/34, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 27-12-1988>
Art.4. <KB 1989-03-08/33, art. 4, 006; Inwerkingtreding : 02-04-1989> De verplichte bijdragen, voorzien in artikel 2, gelden voor drie jaar, met ingang van 1 januari 1988.
De verplichte bijdragen, voorzien in artikel 3, 1° en 2°, gelden voor twee jaar, met ingang van 1 januari 1988.
De verplichte bijdragen, voorzien in artikel 3, 3° en 4°, gelden tot 31 december 1989.
De verplichte bijdragen voorzien in artikel 3bis, 1°, gelden tot 30 juni 1989.
De verplichte bijdragen voorzien in artikel 3bis, 2°, gelden voor twee jaar met ingang van 1 juli 1987.
Art.5. De verplichte bijdragen zijn van toepassing op de natuurlijke of rechtspersonen die uit hun activiteiten inkomsten verwerven in de zin van de artikelen 20, 1e en 96 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.
Art.6. De Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten wordt belast met de inning van de bij dit besluit bedoelde verplichte bijdragen.
Ten einde deze Dienst toe te laten het bedrag van de bijdrage vast te stellen doen alle bijdrageplichtigen, bedoeld in artikels 3, 1° en 2°, jaarlijks en op uitnodiging van de Dienst, binnen de maand na de dagtekening op het aangifte-formulier, aangifte, betreffende de teelt van het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is, van respectievelijk het aantal serres gebruikt voor de druiventeelt en de teelt van eetbare paddestoelen.
In geval van onjuiste of onvolledige aangifte of bij gebrek aan tijdige aangifte stelt de Dienst van ambtswege het bedrag van de bijdrage vast volgens de gegevens waarover hij beschikt.
Aan eenieder die fruit of groenten waarvoor gemeenschappelijke kwaliteitsnormen zijn vastgesteld, teelt voor de verkoop of verhandelt, levert de Dienst een registratienummer af dat kan dienen als code voorzien bij de gemeenschappelijke kwaliteitsnormen.
Een veiling kan op haar verzoek een registratienummer bekomen. In dit geval wordt het aan de veiling door de Dienst toegekende registratienummer, samen met een door de veiling aan haar leden toegekend telersnummer, beschouwd als het registratienummer van de teler.
Wat betreft artikel 3bis, 2° stelt deze Dienst het bedrag van de individuele verschuldigde bijdragen vast op basis van de gegevens, hem medegedeeld door zijn kontrolediensten.
De ambtenaren door de Minister van Landbouw aangewezen, mogen alle lokalen, behalve deze die tot woning dienen, betreden in de uitoefening van hun opdracht inzonderheid om de aangiften te controleren.
Zij kunnen zich alle inlichtingen en bescheiden doen verstrekken die zij tot het volbrengen van hun opdracht nodig achten. Zij kunnen proces-verbaal opstellen indien zij vaststellen dat de aangifte niet tijdig werden gedaan of onjuiste of onvolledige gegevens bevatten.
Art.7. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en gestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 27 december 1938 betreffende de oprichting van een Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 september 1955 en bij de wet van 11 april 1983.
Art. 7bis. (opgeheven) <KB 1987-07-14/37, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 14-08-1987>
Art. 7ter. <KB 23-04-1986, art. 6> Volgende openbare besturen en private organisaties verstrekken op eenvoudige aanvraag aan de Nationale Dienst voor de afzet van land- en tuinbouwprodukten alle inlichtingen die deze nodig heeft voor de toepassing van dit besluit :
I. De diensten van het Ministerie van Financiën;
De diensten van het Ministerie van Landbouw;
De diensten van het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin;
De diensten van het Ministerie van Economische Zaken.
II. Het Verbond voor Pluimvee en Eieren VZW, Houtenkruisstraat 35, 2760 Kruibeke.
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1985, met uitzondering van (het artikel 7) dat in werking treedt de tiende dag na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. <KB 23-04-1986, art. 7>
Art.9. Onze Minister van Buitenlandse Betrekkingen en Onze Staatssecretaris voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Bijlage
Art. N. <Ingevoegd door KB 1987-07-14/37, 003; Inwerkingtreding : 14-08-1987> Model van zegel. <Niet opgenomen om technische redenen; zie B.St. 04-08-1987, p. 11700> <Gewijzigd bij KB 1989-03-08/33, art. 6, 006; Inwerkingtreding : 02-04-1989, B.St. 23-03-1989, p. 5165>