6 MEI 1988. - Besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve tot regeling van de werking van de Commissie van beroep van het Speciaal Onderstandsfonds en tot vaststelling van de aan de voorzitter en aan de leden toegekende vergoedingen en bezoldigingen.
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-8
HOOFDSTUK II. - De rechtspleging vóór de Commissie van beroep.
Art. 9-13
HOOFDSTUK III. - Overneming van de werkingskosten.
Art. 14-17
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 18-20
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° Commissie van beroep : de Commissie van beroep van het Speciaal Onderstandsfonds.
2° De Minister : de Minister-lid van de Franse Gemeenschapsexecutieve tot wiens bevoegdheid de sociale hulpverlening behoort.
Art.2. De Commissie van beroep heeft haar zetel te Brussel. Ze wordt door de voorzitter bijeengeroepen telkens als hij het nodig acht voor de regelmatige behandeling van de zaken.
Het convocatiebriefje vermeldt de plaats, de dag en het uur van de vergadering, de notulen van de voorafgaande vergadering worden er bij gevoegd, het wordt vijf volle dagen vóór de datum van de vergadering verstuurd aan de leden.
In spoedgevallen hoeft deze termijn niet te worden in acht genomen.
Art.3. In geval van afwezigheid of verhindering van de voorzitter wordt hij vervangen door het oudste lid.
Art.4. De secretaris en eventueel de adjunct-secretaris zijn belast met het houden van het register en met het maken van de notulen en het jaarverslag.
Art.5. De Commissie van beroep beraadslaagt slechts geldig indien de voorzitter en vier leden ten minste aanwezig zijn.
Ze beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
De stemming geschiedt met zitten en opstaan.
De Commissie van beroep zetelt met gesloten deuren.
Art.6. De Commissie van beroep kan in haar midden permanent afdelingen oprichten die in het bijzonder belast zijn met het onderzoek van de gevallen die betrekking hebben op zekere ziekten of gebreken.
Art.7. Voor iedere zaak kan een verslaggever worden aangewezen, ofwel door de voorzitter, ofwel door de permanente afdeling die belast is met de zaak.
De naam van de verslaggever, met de aanduiding van de zaken die hij behandelt en de vermelding van de datum waarop hij belast werd met de zaak, wordt door de secretaris in een daartoe bestemd register ingeschreven.
Art.8. Elk jaar laat de Commissie van beroep een geschreven verslag over haar activiteiten aan de Minister toekomen.
HOOFDSTUK II. - De rechtspleging vóór de Commissie van beroep.
Art.9. Het beroep tegen de beslissing van de Minister over een aanvraag om tegemoetkoming uit het Speciaal Onderstandsfonds wordt ingesteld bij de Commissie van beroep door een bij de voorzitter van deze Commissie ingediend verzoekschrift.
Het verzoekschrift is gedagtekend en vermeldt :
1° de naam, voornamen en woonplaats van de persoon voor wie de tegemoetkoming gevraagd is;
2° de datum van de beslissing van de Minister;
3° de tegen deze beslissing ingeroepen redenen;4° de naam, voornamen en woonplaats van de verzoeker.
Het verzoekschrift is getekend door de verzoeker; als deze niet kan tekenen of daartoe niet in staat is, wordt het verzoekschrift door twee meerderjarige getuigen getekend.
Dit beroep moet worden ingesteld vóór het verstrijken van de dertigste dag die volgt op de kennisgeving van de beslissing van de Minister, bij één ter post aangetekende brief.
Art.10. De Commissie van beroep doet haar uitspraak, niet alleen op basis van de door de eiser in beroep ingeroepen redenen maar ook op basis van al de andere gegevens die haar ter kennis gekomen zijn, zelfs als ze niet in aanmerking werden genomen door de overheid die in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan.
Als het onderzoek de noodzaak van een medisch onderzoek doet blijken, wijst de Commissie van beroep een geneesheer-specialist aan onder de op haar voordracht door de Minister erkende geneesheren.
Art.11. De verzoeker is ertoe gehouden al de inlichtingen te overleggen die van hem door de Commissie van beroep worden vereist.
Indien de Commissie van beroep deze inlichtingen niet ontvangt binnen de vijftien dagen vanaf haar ter post aangetekende brief, kan de Commissie van beroep het onderzoek sluiten.
Art.12. De beslissingen van de Commissie van beroep zijn met redenen omkleed; ze vermelden de naam, de voornamen en de woonplaats van de persoon die het voorwerp uitmaakt van het beroep, de indentiteit van de verzoeken en de datum van de uitspraak.
Deze beslissingen zijn getekend door de voorzitter in naam van de Commissie van beroep en medeondertekend door de secretaris of de adjunct-secretaris.
Art.13. De secretaris of de adjunct-secretaris geeft kennis van de beslissing aan de betrokken partijen en aan de Minister.
HOOFDSTUK III. - Overneming van de werkingskosten.
Art.14. De voorzitter en de leden van de Commissie van beroep kunnen aanspraak maken op :
1° een presentiegeld per vergadering van ten minste drie uur, het bedrag ervan wordt vastgesteld op 500 F van de voorzitter en op 400 F voor de leden;
2° de terugbetaling van de reiskosten in overeenstemming met het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten;
3° de terugbetaling van de verblijfkosten in overeenstemming met het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van het personeel der ministeries.
Voor de toepassing van dit artikel wordt de voorzitter gelijkgesteld met de personeelsleden die bekleed zijn met een graad ingedeeld in een van de rangen 10 tot 14.
Art.15. De voorzitter en de leden van de Commissie van beroep mogen hun eigen wagen gebruiken voor de reizen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun opdracht. In dit geval krijgen ze een vergoeding die gelijk is aan het bedrag dat betaald zou zijn geweest bij het gebruik van de gemeenschappelijke vervoermiddelen.
De Franse Gemeenschap dekt niet de risico's die voortvloeien uit het gebruik van een persoonlijke wagen.
Art.16. Het bedrag van de erelonen toegekend aan de geneesheren-specialisten aangewezen door de Commissie van beroep bij toepassing van artikel 10, 2e lid van dit besluit wordt vastgesteld in overeenstemming met de terugbetalingstarief inzake de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Art.17. Zijn ten laste van de Franse Gemeenschap de presentiegelden, de reis- en verblijfkosten en de erelonen van de geneesheren en de andere kosten die betrekking hebben op de werking van de Commissie van beroep.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.18. Het koninklijk besluit van 6 december 1956 tot vaststelling van de werkwijze der Advizerende Commissies van het Speciaal Onderstandsfonds gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 april 1971 en van 28 april 1978 wordt opgeheven voor wat de Franse Gemeenschap betreft.
Art.19. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 20. De Minister tot wiens bevoegdheid de sociale hulpverlening behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.