27 MAART 1987. - Koninklijk besluit nr. 513 tot afschaffing van de Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen en tot reorganisatie van de Rijksdienst voor werknemerspensioenen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 26-04-1995 en tekstbijwerking tot 30-03-2016)
Art. 1-16
Artikel 1. De Rijksdienst voor werknemerspensioenen opgericht door artikel 40 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioenen voor werknemers, wordt voortaan genoemd "Rijksdienst voor pensioenen".
Art.2. De Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen, opgericht bij artikel 61 van de wetten betreffende de verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood, samengeordend bij het besluit van de Regent van 12 september 1946, is afgeschaft.
Art.3. <Wijzigingsbepaling>
Art.4. <Wijzigingsbepaling>
Art.5. <Wijzigingsbepaling>
Art.6. <Wijzigingsbepaling>
Art.7. <Wijzigingsbepaling>
Art.8. <Wijzigingsbepaling>
Art.9. <Wijzigingsbepaling>
Art.10. <Wijzigingsbepaling>
Art.11.(NOTA 1 : De bepalingen betreffende de personeelsformatie van de Rijksdienst voor Pensioenen vervat in artikel 11 zijn, overeenkomstig § 7 van dit artikel, vervangen door de bepalingen van KB 1995-04-07/36 (art. 3); zie B.St. 26-04-1995, p. 11032).
(NOTA 2 : artikel 11, §§ 1 tot 6, vervangen bij het KB 1995-04-07/36, wordt overeenkomstig § 7 van dit artikel vervangen door KB 1997-12-02/40, art. 3) ; zie B.St. 20-12-1997, p. 34390).
(NOTA 3 : artikel 11, §§ 1 tot 6, vervangen bij het KB 1995-04-07/36 en KB 1995-12-02/40, wordt overeenkomstig § 7 van dit artikel vervangen door KB 1999-11-19/37, art. 3) ; zie B.St. 16-12-1999, p. 47361).
§ 1. De personeelsformatie van [1 van de Federale Pensioendienst]1 wordt vastgesteld overeenkomstig onderstaande tabel: <Tabel niet opgenomen om technische redenen; zie B. St. 10-04-1987, bz. 5294 en 5295>
§ 2. De betrekking van informaticus-directeur wordt tijdelijk vervangen door een betrekking van eerste adviseur.
Deze bepaling zal ophouden uitwerking te hebben bij het vertrek van de titularis van de betrekking van eerste-adviseur.
§ 3. De betrekking van maatschappelijk assistent 1ste klasse _ hoofd van de sociale dienst, afgeschaft op 1 augustus 1973, blijft bestaan zolang de huidige titularis ermee bekleed is; het aantal betrekkingen van maatschappelijk assistent of maatschappelijk assistent 1ste klasse of eerstaanwezend maatschappelijk assistent (1) en van de afgeschafte betrekking van maatschappelijk assistent 1ste klasse _ hoofd van de sociale dienst mag de twaalf eenheden niet overschrijden.
§ 4. 1° Het aantal betrekkingen van inspecteur of eerstaanwezend inspecteur (1) en van bestuurssecretaris mag in totaal de honderd en vijf eenheden niet overschrijden.
2° Het aantal betrekkingen van adjunct-inspecteur 2de klasse of adjunct-inspecteur 1ste klasse of eerstaanwezend adjunct-inspecteur (1), van onderbureauchef en van adjunct-verificateur mag in totaal de driehonderd drieentwintig eenheden niet overschrijden.
3° Het aantal betrekkingen van opsteller en technisch beambte mag in totaal de driehonderd en vier eenheden niet overschrijden.
4° Het aantal betrekkingen van technisch klerk in de gewestelijke diensten, van klerk-comptometrice of eerste klerk-comptometrice en van klerk of eerstaanwezend klerk mag in totaal de tweehonderd vijfentachtig eenheden niet overschrijden.
§ 5. De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van hun huidige titularis: <Tabel niet opgenomen om technische redenen; zie B.S. 10-04-1987, bz. 5296>
§ 6. Opgeheven worden:
1° Het koninklijk besluit van 25 juni 1982 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen.
2° Het koninklijk besluit van 13 juni 1985 houdende vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor werknemerspensioenen.
§ 7. De Koning mag de bepalingen van dit artikel wijzigen.
----------
(1)<W 2016-03-18/03, art. 113, 005; Inwerkingtreding : 01-04-2016>
Art.12. (NOTA : artikel 12, §§ 1 en 2, vervangen bij het KB 1997-12-19/54, wordt overeenkomstig § 3 van dit artikel vervangen door KB 1999-11-19/38, art. 3; zie B.St. 16-12-1999, p. 47363).
(NOTA : Artikel 12, §§ 1 en 2, wordt overeenkomstig § 3 van voornoemd artikel vervangen door KB 200612-18/33, art. 2; Inwerkingtreding : 21-07-2006; zie B.St. 27-12-2006, p. 74728-74729)
§ 3. De Koning mag de bepalingen van dit artikel wijzigen.
Art.13. In afwijking van de in voege zijnde bepalingen en tot het einde van de maand volgend op deze van de bekendmaking van onderhavig besluit, kan de Minister die de pensioenen onder zijn bevoegdheid heeft, overgaan tot de benoeming in de vacante betrekkingen.
§ 2. De statutaire personeelsleden van de Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen, met uitzondering van de administrateur-generaal, worden overgedragen aan de Rijksdienst voor pensioenen in de graad waarmee zij zijn bekleed. Zij behouden het voordeel van hun administratief en geldelijk statuut.
De bepalingen van het koninklijk besluit van 13 november 1967 strekkende tot rationele spreiding van het personeel over de verscheidene Rijksbesturen, zijn van toepassing op de administrateur-generaal van de Rijkskas wiens betrekking wordt opgeheven.
§ 3. De bedrijfsrevisoren werkzaam voor de Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen op de datum van bekendmaking van dit besluit maken van rechtswege deel uit van het college van revisoren bij de Rijksdienst voor pensioenen.
Art.14. De Koning is gemachtigd de bestaande wetsbepalingen aan te passen om ze in overeenstemming te brengen met de bepalingen van dit besluit.
Art.15. Dit besluit treedt in werking op 1 april 1987.
Art. 16. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.