19 NOVEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne wat betreft de normering van vast en tijdelijk opgestelde zendantennes voor elektromagnetische golven tussen 10 MHz en 10 GHz(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 13-01-2011 en tekstbijwerking tot 13-01-2012)
Art. 1-5
Artikel 1. Aan artikel 1.1.2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2009, wordt een subtitel " Definities elektromagnetische golven " toegevoegd, die luidt als volgt :
" DEFINITIES ELEKTROMAGNETISCHE GOLVEN (hoofdstuk 2.14 en 6.9)
1° afdeling, bevoegd voor milieuhinder van elektromagnetische golven : de afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheersing, Milieu & Gezondheid van het departement, zoals bepaald met toepassing van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries;
2° BIPT : het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;
3° gemiddeld effectief uitgestraald vermogen : het gemiddelde vermogen over een willekeurige periode van zes minuten dat aan de zendantenne wordt geleverd, vermenigvuldigd met de maximale antennewinst ten opzichte van een standaarddipoolzendantenne;
4° grenswaarde : de elektrische veldsterkte, uitgedrukt in volt per meter (V/m), die gedurende een of meer vastgestelde perioden niet mag worden overschreden;
5° veiligheidszone : een zone rond een vast opgestelde zendantenne die tot stand gebracht wordt door de exploitant en die niet vrij toegankelijk is voor het publiek. Onder publiek wordt verstaan elke natuurlijke persoon die niet op de hoogte is van de mogelijke gezondheidsrisico's van een blootstelling aan de elektromagnetische golven van een vast opgestelde zendantenne, of die zich er niet van bewust is dat op een bepaalde locatie een of meer vast opgestelde zendantennes aanwezig zijn, of die niet de mogelijkheid heeft zich eenvoudig te onttrekken aan de blootstelling van de elektromagnetische golven van een of meer vast opgestelde zendantennes;
6° zendantenne : een element dat elektromagnetische golven uitzendt met een frequentie tussen 10 MHz en 10 GHz;
7° vast opgestelde zendantenne : een zendantenne die op permanente wijze op een vaste drager geplaatst wordt. Dat kan zowel een individuele zendantenne zijn als een combinatie van zendantennes van dezelfde exploitant die dicht bij elkaar zijn opgesteld, die dezelfde geografische zone dekken en die gebruikt worden voor dezelfde toepassingen. Multibandzendantennes die ontwikkeld zijn om tegelijkertijd elektromagnetische golven voor N verschillende technologieën (zoals gsm, DCS en UMTS) uit te zenden, worden beschouwd als N afzonderlijke vast opgestelde zendantennes;
8° mobiele zendantenne : een zendantenne die draagbaar of eenvoudig verplaatsbaar is en gebruikt kan worden terwijl ze in beweging is of stilstaat op om het even welke locatie;
9° tijdelijk opgestelde zendantenne : een zendantenne die op één bepaalde geografische locatie is opgericht om te voldoen aan een tijdelijke behoefte gedurende maximaal twee weken;
10° conformiteitsattest : attest dat, als de elementen in de aanvraag voor dit attest de werkelijke situatie weergeven, certificeert dat de in de aanvraag vermelde vast opgestelde zendantennes van dezelfde exploitant op dezelfde geografische locatie voldoen aan de bepalingen van deel 2, hoofdstuk 2.14, afdeling 2.14.2, en deel 6, hoofdstuk 6.9, afdeling 6.9.2;
11° Egem, 6 min : gemiddelde (RMS) elektrische veldsterkte over een willekeurige periode van zes minuten, uitgedrukt in V/m;
12° bestaande vast opgestelde zendantenne : elke vast opgestelde zendantenne die voor de inwerkingtreding van deel 2, hoofdstuk 2.14, en deel 6, hoofdstuk 6.9, in bedrijf is gesteld;
13° azimut : de richting waarin de vast opgestelde zendantenne het grootste deel van het vermogen uitzendt (0°= noorden, 90°= oosten, 180°= zuiden, 270°= westen). Voor omnidirectionele zendantennes (zendantennes die in elke richting evenveel uitzenden) heeft de opgave van een azimut geen zin;
14° tilt : de hoek ten opzichte van het horizontale vlak waarin de zendantenne het meeste vermogen uitzendt;
15° horizontale openingshoek : hoek in het horizontale vlak waarin het meeste vermogen uitgezonden wordt;
16° verticale openingshoek : hoek in het verticale vlak waarin het meeste vermogen uitgezonden wordt;
17° winst : het quotiënt van de stralingsintensiteit in het vrije veld van een zendantenne in een bepaalde richting ten opzichte van de stralingsintensiteit die onder gelijke omstandigheden geproduceerd zou worden door een hypothetische ideale zendantenne die in alle richtingen evenveel straalt (isotrope zendantenne). Als geen specifieke richting is opgegeven, is dit de grootst mogelijke quotiënt over alle richtingen;
18° verandering aan een vast opgestelde zendantenne : elke wijziging van de technische karakteristieken (bijvoorbeeld azimut, afmetingen, hoogte vanaf het grondniveau tot het midden van de zendantenne, frequentie, het aan de antenne geleverde maximale vermogen, tilt, horizontale openingshoek, verticale openingshoek, stralingspatroon en winst) van een vast opgestelde zendantenne;
19° verblijfplaats : een plaats die voldoet aan een of meer van de volgende beschrijvingen :
a) lokaal van een gebouw waar personen kunnen verblijven, zoals lokalen van woningen, scholen, crèches, ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen;
b) bedrijfsruimte waar werknemers zich regelmatig bevinden;
c) speelplaatsen van scholen;
20° enkelvoudig SAR : het specifieke absorptietempo van een vast opgestelde zendantenne. Het specifieke absorptietempo is de hoeveelheid elektromagnetische energie die per tijdseenheid en per massa wordt geabsorbeerd. "
Art.2. Aan deel 2 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2009, wordt een hoofdstuk 2.14 toegevoegd, dat luidt als volgt :
" HOOFDSTUK 2.14. - Milieukwaliteitsnormen voor elektromagnetische golven en beleidstaken ter zake
Afdeling 2.14.1. - Algemene bepalingen
Art. 2.14.1.1. De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op elektromagnetische golven met een frequentie tussen 10 MHz en 10 GHz, afkomstig van vast en tijdelijk opgestelde zendantennes.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op elektromagnetische golven die afkomstig zijn van :
1° mobiele zendantennes;
2° medische apparatuur en industriële toepassingen voor de ruimte waarin de bron van de elektromagnetische golven zich bevindt.
Voor vast opgestelde zendantennes die gebruikt worden om de veiligheid van de luchtvaart te garanderen kan een uitzondering gevraagd worden aan de minister als een beperking van het vermogen van de vast opgestelde zendantennes in strijd is met de internationale normen en regelgeving inzake de veiligheid van de luchtvaart (ICAO).
Afdeling 2.14.2. - Milieukwaliteitsnormen voor elektromagnetische golven met een frequentie tussen 10 MHz en 10 GHz
Art. 2.14.2.1. De in de onderstaande tabel vermelde waarden voor elektrische veldsterkte in V/m gelden als grenswaarden voor het Egem, 6 min-niveau van elektromagnetische golven, waarbij f de frequentie in MHz is, en Eiref het referentieniveau voor de elektrische veldsterkte.
frequentie : f in MHz | elektrische veldsterkte : E in V/m (Eiref) |
10 tot 400 | 13,7 |
400 tot 2000 | 0,686 Mrf |
2000 tot 10.000 | 30,7 |