25 JUNI 1984. - Koninklijk besluit tot inrichting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en [Ambtenarenzaken]. <KB 07-02-1992, art. 1>
Art. 1-5
Artikel 1. <Opgeheven door KB 1993-12-31/34, art. 5, Inwerkingtreding : 01-01-1994>
Art.2. § 1. De in artikel 1, sub 2 en 5 tot 8, vermelde besturen behouden de ambtsopdrachten en bevoegdheden welke zij hadden bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken vóór de inwerkingtreding van dit besluit.
§ 2. De Dienst van Algemeen Bestuur vermeld in artikel 1, 3°, behoudt de ambtsopdrachten en bevoegdheden vastgesteld in het koninklijk besluit van 30 maart 1939 tot instelling van een Dienst van Algemeen Bestuur.
Voormeld koninklijk besluit van 30 maart 1939 wordt gewijzigd als volgt :
1° in artikel 1, worden de woorden " bij de Eerste Minister " vervangen door de woorden " bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt ";
2° in de artikelen 2, 4 en 6 worden de woorden " Onze Eerste Minister " vervangen door de woorden " Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt ";
§ 3. De Algemene Directie voor Selectie en Vorming, vermeld in artikel 1, 4°, behoudt de ambtsopdrachten en bevoegdheden vastgesteld in het koninklijk besluit van 12 december 1963 tot instelling van een Algemene Directie voor Selectie en Vorming.
Artikel 1 van voormeld koninklijk besluit van 12 december 1963 wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 1. In het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt wordt een Algemene Directie voor Selectie en Vorming ingesteld ".
Art.3. In artikel 1, II, van het koninklijk besluit van 2 mei 1961 tot regeling van de uitoefening van het ministerieel gezag over de Diensten van de Eerste Minister, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 december 1961 en 12 december 1963, worden de littera b en c geschrapt.
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1984.
Art. 5. Onze Eerste Minister, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Openbaar Ambt en Onze Staatssecretaris voor Openbaar Ambt zijn belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 juni 1984.
BOUDEWIJN
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
W. MARTENS
De Minister van Buitenlandse Zaken en Openbaar Ambt,
Ch.-F. NOTHOMB
De Staatssecretaris voor Openbaar Ambt,
L. WALTNIEL