11 APRIL 1983. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2, § 3, 6°, van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-04-1983 en tekstbijwerking tot 29-06-2001)
Art. 1-4
Artikel 1. Het gedeelte van (10,27) pct. begrepen in de bijdrage van (16,27) pct. bedoeld bij artikel 2, § 3, 6°, van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 96 van 28 september 1982, is verschuldigd op 31 maart van het jaar dat volgt op het vakantiedienstjaar en wordt ten laatste op 30 april van hetzelfde jaar (aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid) gestort. <KB 1998-09-23/30, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 02-11-1998> <KB 2001-06-13/32, art. 8, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2001>
Art.2. Het koninklijk besluit van 9 april 1975 ter uitvoering van het artikel 2, § 6, vijfde lid, van de besluitwet van 10 januari 1945 betreffende de maatschappelijke zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden wordt opgeheven.
Art.3. Dit besluit is voor de eerste maal van toepassing op het gedeelte van de in 1983 te storten bijdrage.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.