Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

30 DECEMBER 1982. - Koninklijk besluit nr. 186 houdende de sociale solidariteitsbijdrage verschuldigd voor het jaar 1983 door de genieters van bedrijfsinkomsten die niet aan de index van de consumptieprijzen gebonden zijn. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 13-12-1996)



Inhoudstafel:


Art. 1-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1983018117  1983018142  1984018004  1984018127  1987018081 



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan :
  1° onder "zelfstandigen", de natuurlijke personen die in België een beroepswerkzaamheid uitoefenen waardoor zij onderworpen zijn aan de wetgeving houdende organisatie van het sociaal statuut van de zelfstandigen, met inbegrip van de apothekers, en de opticiens, maar met uitsluiting van de beoefenaars van de geneeskunst en van de paramedische beroepen die op 1 januari 1983 verbonden zijn door een akkoord of overeenkomst afgesloten in het kader van de wet van 9 augustus 1963, tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering;
  2° onder "bedrijfsinkomsten", de inkomsten die als dusdanig beschouwd worden door artikel 11 van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 ter organisatie van het sociaal statuut van de zelfstandigen.

Art.2. Zijn de sociale solidariteitsbijdrage verschuldigd, de zelfstandigen waarvan de bedrijfsinkomsten van het jaar 1983 terzelfdertijd hoger zijn dan :
  1° het bedrag voor het jaar 1983 van het minimumloon bepaald bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 23 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen met aftrekking van de sociale bijdragen die opgelegd worden aan de handarbeiders;
  2° de bedrijfsinkomsten van het jaar 1982 vermenigvuldigd met een coëfficiënt, bepaald door de Koning, gelijk aan de gemiddelde verhoging toegelaten in 1983 in het stelsel van de loon- en weddetrekkenden die genieten van de indexering rekening houdende met het feit dat de zelfstandigen niet van de arbeidstijdverkorting genieten.

Art.3. Het bedrag van de bijdrage is gelijk aan het verschil tussen de bedrijfsinkomsten van 1983 en de bedrijfsinkomsten van 1982 verhoogd met de coëfficiënt voorzien in artikel 2, 2°, van dit besluit.
  Het bedrag van de bijdrage kan echter niet hoger liggen dan 3 pct. van de bedrijfsinkomsten van 1982.

Art.4. De zelfstandigen die de bijdrage voorzien door dit besluit verschuldigd zijn moeten hun betaling ten laatste op 31 december 1983 uitvoeren.
  Indien deze betaling niet uitgevoerd werd of indien zij ontoereikend blijkt te zijn, zijn nalatigheidsinteresten verschuldigd tegen een rentevoet van 1 pct. per kalendermaand, met ingang van 1 januari 1984 tot en met de maand dat de schuldenaar de door hem verschuldigde bijdrage betaald heeft.
  Indien de (...) betaling hoger ligt dan het bedrag van de sociale solidariteitsbijdrage worden moratoriuminteresten toegekend tegen een rentevoet van 0,8 pct. per kalendermaand met ingang van de maand van betaling tot en met de maand waarin de teruggave plaatsgrijpt. <W 1989-12-14/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1983>
  (De moratoriuminteresten zijn verschuldigd, ook als de betaling die tot het ontstaan van het creditbedrage heeft geleid, buiten de voorgeschreven termijn heeft plaatsgehad.) <W 1989-12-14/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-1983>
  De interesten bedoeld in het 2e en 3e lid worden berekend op een naar het lagere duizendtal afgeronde grondslag; zij zijn niet verschuldigd wanneer het bedrag ervan lager is dan 100 frank of wanneer de berekeningsgrondslag lager is dan 5 000 frank.

Art.5. Het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, hierna Rijksinstituut genoemd, is belast :
  1° de sociale solidariteitsbijdrage alsook de nalatigheidsinteresten voorzien door dit besluit te berekenen, te innen en, desnoods gerechtelijk, in te vorderen;
  2° de niet-verschuldigde betalingen verhoogd met de moratoriuminteresten terug te geven.

Art.6. (Opgeheven) <KB 1996-11-18/37, art. 17, 004; Inwerkingtreding : 01-01-1997>

Art.7. De Sociale Verzekeringsfondsen voor zelfstandigen zijn ertoe gehouden aan het Rijksinstituut alle gegevens te verstrekken waarover zij beschikken en die deze laatste onontbeerlijk acht voor het volbrengen van de taken die het worden opgelegd krachtens dit besluit.

Art.8. De Koning bepaalt bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit de nadere toepassingsmodaliteiten van dit besluit voor de gevallen waarin een beroepswerkzaamheid is aangevangen in de loop van de jaren 1982 of 1983 of is stopgezet in de loop van het jaar 1983.

Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1983.

Art. 10. Onze Minister van Middenstand, Onze Minister van Buitenlandse Betrekkingen en Onze Staatssecretaris voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.