30 DECEMBER 1982. - Koninklijk besluit nr. 141 tot oprichting van een databank betreffende de personeelsleden van de overheidssector. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-02-1990 en tekstbijwerking tot 30-03-2012)
Art. 1-9
1984009254 1984009255 1984021141 1992801301 1993801432 1993801484 1994000386 1994801541 1996801745 2005002125 2012002024
Artikel 1. (opgeheven) <W 1993-07-22/33, art. 36, 004; Inwerkingtreding : 31-12-1994>
Art.2.Dit besluit is toepasselijk op :
1° de besturen en andere diensten van de Staat, de krijgsmacht (...); <W 1993-07-22/33, art. 23, 003; Inwerkingtreding : 1993-08-14>
2° de magistratuur en de onder de Rechterlijke Macht ressorterende diensten;
3° de Raad van State;
4° de instellingen van openbaar nut onderworpen aan het gezag de controle of het toezicht van de Staat;
5° de diensten van de buitenlandse betrekkingen;
6° het Bestuur Erediensten, Giften, Legaten en Stichtingen ressorterend onder het Ministerie van Justitie en op welker begroting de bedienaars der erediensten worden aangerekend.
[1 7° op de openbare instellingen van sociale zekerheid.]1
----------
(1)<W 2012-03-29/01, art. 51, 007; Inwerkingtreding : 09-04-2012>
Art.3.<W 1993-07-22/33, art. 25, 004; Inwerkingtreding : 1994-12-31>
§ 1. Elke overheidspersoon, bedoeld in artikel 2 van dit besluit, houdt, wat de leden van zijn personeel betreft, een databank bij die beheerd wordt door middel van de informatica of de kantoorautomatisering en die de administratieve en geldelijke toestand bevat van de personen van wie de bezoldiging ten laste van zijn begroting is. (Deze databank bevat ook de inlichtingen nodig voor het opmaken van het verslag bedoeld in artikel 163 van de programmawet van 8 april 2003.) <W 2003-04-08/33, art. 164, 006; Inwerkingtreding : 01-07-2004>
De gegevens die zich minstens in elk van deze databanken moeten bevinden, worden vastgelegd door de Minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren.
§ 2. Elke overheidspersoon, bedoeld in artikel 2 van dit besluit, deelt om de zes maanden aan de Minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren de statistische inlichtingen mee per 30 juni en [1 31 december ]1, zoals ze bijgehouden worden in zijn databank.
De Minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren, verstrekt de onderrichtingen betreffende het doorsturen van deze inlichtingen en bepaalt er het model van.
§ 3. Op verzoek van de minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren en binnen de termijn die hij aangeeft, levert elke overheidspersoon, bedoeld in artikel 2, telkens de aanvullende en specifieke inlichtingen uit zijn databank.
----------
(1)<W 2012-03-29/01, art. 52, 007; Inwerkingtreding : 09-04-2012>
Art.4. (opgeheven) <W 1998-12-11/54, art. 49, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2001>
Art.5. (opgeheven) <W 1998-12-11/54, art. 49, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2001>
Art.6. (opgeheven) <W 1990-01-15/31, art. 83, 002; Inwerkingtreding : onbepaald >
Art.7. (opgeheven) <W 1998-12-11/54, art. 49, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2001>
Art.8. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 9. Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen worden, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.