Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

3 MAART 1983. - Koninklijk besluit houdende uitvoeringsbepalingen van de verordening (E.E.G.) nr. 2967/76 van de Raad van 23 november 1976 houdende vaststelling van gemeenschappelijke normen betreffende het watergehalte van bevroren of diepgevroren hanen, kippen en kuikens.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1983016155 



Artikels:

Artikel 1. Onder verantwoordelijke instantie, kontroleorgaan of een gelijkaardige vermelding waarvan sprake in de verordening (E.E.G.) nr. 2967/76 van de Raad van 23 november 1976 houdende vaststelling van gemeenschappelijke normen betreffende het watergehalte van bevroren of diepgevroren hanen, kippen en kuikens, gewijzigd bij verordening (E.E.G.) nr. 2632/80 van de Commissie van 14 oktober 1980, of bij verordening (E.E.G.) nr. 2785/80 van de Commissie van 30 oktober 1980 wordt verstaan :
  1. De Nationale Dienst voor afzet van land- en tuinbouwprodukten, hierna de Dienst genoemd;
  2. De ambtenaren die hiertoe worden aangewezen door de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft.

Art.2. De bevroren of diepgevroren hanen, kippen en kuikens die uitsluitend bestemd zijn voor de uitvoer naar een land dat geen lid is van de Europese Gemeenschap, vallen niet onder de toepassing van de voormelde verordeningen op voorwaarde dat zij duidelijk afzonderlijk worden opgeslagen en dat de kollektieve verpakkingen ervan herkenbaar zijn gemaakt.
  De kollektieve verpakkingen van dat pluimvee moeten kunnen onderscheiden worden door een merkteken dat goed zichtbaar en onuitwisbaar overeenkomstig een geschreven akkoord tussen de houder van dat pluimvee en de Dienst wordt aangebracht. Het is verboden het merkteken te wijzigen, onleesbaar te maken, te vernietigen of te verwijderen.
  Van het in de eerste alinea bedoelde pluimvee dient de houder ervan een register bij te houden waaruit tenminste de aanwezige voorraad blijkt, de data en de omvang van de wijzigingen daarvan.
  Hij dient tevens op eenvoudig verzoek van de optredende kontroleambtenaar, de bewijsstukken betreffende iedere aflevering voor te leggen.

Art.3. De partij, zoals bepaald in artikel 1, lid 2 van de verordening (E.E.G.) nr. 2785/80 van 30 oktober 1980 ten aanzien waarvan de kontrole op het watergehalte wordt uitgevoerd, kan door de in artikel 1 van dit besluit aangeduide kontroleambtenaren van een merkteken voorzien worden. Het is verboden dit merkteken te wijzigen of te verwijderen.
  De houder van de gekontroleerde partij dient zich te schikken naar de onderrichtingen van de optredende kontroleambtenaar.

Art.4. In de omstandigheden vermeld in artikel 4 van de verordening (E.E.G.) nr. 2967/76 wordt het watergehalte vastgesteld volgens de in bijlage III van deze verordening omschreven analysemethode.
  De monsters bestemd voor dit onderzoek worden genomen in tweevoud, waarvan er één wordt bewaard met het oog op het tegenonderzoek dat door de houder kan aangevraagd worden binnen een termijn van twee werkdagen volgend op de kennisgeving aan de houder van het resultaat van de kontrole.

Art.5. De partij die geacht wordt niet in overeenstemming te zijn met de gestelde normen, blijft onder toezicht van de optredende kontroleambtenaar. Zij mag slechts in de handel gebracht worden na het nemen van de passende maatregelen zoals bedoeld bij artikel 5 van de verordening (E.E.G.) nr. 2967/76 van 23 september 1976.
  Wanneer de in het voorgaande lid bedoelde partij wordt bestemd voor de uitvoer naar een land dat geen lid is van de Europese Gemeenschappen, moet de houder ervan aan de kontroleambtenaar het bewijs van die uitvoer leveren binnen de zes maanden na de vaststelling van het niet in overeenstemming zijn van de betrokken partij met de gestelde normen.

Art.6. De Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft :
  - erkent de laboratoria voor het uitvoeren van de in dit besluit voorziene kontroles van het watergehalte.
  - bepaalt de procedure voor de monsterneming.
  - bepaalt de modaliteiten inzake de inning van bijdragen voor het dekken van de kontrolekosten.
  - koördineert de resultaten van de verrichte kontroles en is belast met het mededelen van alle gegevens vereist bij de betreffende verordeningen aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de overige Lid-Staten.

Art.7. Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijprodukten.

Art. 8. Onze Staatssecretaris voor Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.