Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 SEPTEMBER 1980. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 152, 153 en 155 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 29-07-1980 en tekstbijwerking tot 06-10-2006)



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1995022335  2003022179  2006023015 



Artikels:

Artikel 1. (opgeheven, maar blijft echter van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal zijn ingegaan vóór 1 oktober 2006.) <KB 2006-09-28/36, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-10-2006>

Art.2. (opgeheven, maar blijft echter van toepassing op de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal zijn ingegaan vóór 1 oktober 2006.) <KB 2006-09-28/36, art. 10, 005; Inwerkingtreding : 01-10-2006>

Art.3. § 1. (Wanneer het gaat om een rust- of overlevingspensioen dat vóór 1 januari 1981 is ingegaan en zo het bedrag ervan tenminste de 7/10 bereikt van het gewaarborgd minimum bedoeld bij de artikelen 152 en 153 van de wet van 8 augustus 1980, zijn de in artikel 1, §§ 2 en 3, bedoelde bepalingen niet van toepassing.) <KB 16-2-1981, art. 2.>
  Voor de vaststelling van het bedrag van het in het vorig lid bedoeld pensioen wordt geen rekening gehouden met de verminderingen en beperkingen als voorzien in artikel 4, § 1, van dit besluit.
  § 2. Wanneer het overlevingspensioen werd toegekend overeenkomstig de vóór 1 januari 1962 geldende wetgeving, wordt het verondersteld toegekend te zijn voor een volledige loopbaan van de overleden echtgenoot, indien het tegen het volledig bedrag werd vastgesteld; werd het overlevingspensioen met 1/4 of met de helft verminderd, dan wordt verondersteld dat de loopbaan slechts de 3/4 of de helft van een volledige loopbaan vertegenwoordigt.

Art.4. § 1. De wettelijke en reglementaire bepalingen die aanleiding geven tot een vermindering of een begrenzing van de pensioenen toegekend ten laste van de werknemerspensioenregeling zijn eveneens van toepassing op het gewaarborgd minimum.
  § 2. <Wijzigingsbepaling>.
  § 3. De toepassing van de artikelen 152 en 153 van evengenoemde wet van 8 augustus 1980 kan geen verhoging tot gevolg hebben van de bedragen, vastgesteld bij toepassing van:
  1) het koninklijk besluit van 28 juni 1971 tot wijziging van de koninklijke besluiten van 24 oktober 1936 houdende wijziging en samenordening van de statuten van de Hulp- en Voorzieningskas voor zeevarenden onder Belgische vlag, 17 juni 1955 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor arbeiders, 30 juli 1957 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor bedienden en 28 mei 1958 tot vaststelling van het statuut van het Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers inzake inrichting van de rust- en weduwenpensioenregeling;
  2) het koninklijk besluit van 15 december 1978 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 1958 tot vaststelling van het statuut van het Nationaal Pensioenfonds voor mijnwerkers inzake inrichting van de rust- en weduwenpensioenregeling.

Art.5. De bepalingen van de artikelen 152 en 153 van de wet van 8 augustus 1980 worden van ambtswege toegepast door de Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen op de pensioenen ingegaan vóór 1 januari 1981, indien over de aanvraag om pensioen een administratieve beslissing werd betekend voor de datum van bekendmaking van dit besluit.

Art.6. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1980.

Art. 7. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.