Details





Titel:

26 AUGUSTUS 1980. - Koninklijk besluit tot instelling van een controlemerk voor de melk. (NOTA : opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2009-01-29/43, art. 27, 004; Inwerkingtreding : 01-05-2009) (NOTA : opgeheven voor het Vlaamse Gewest bij BVR2022-10-28/19, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-04-2023)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-07-1996 en tekstbijwerking tot 24-01-2023)



Inhoudstafel:


Art. 1-2
Art. 2 Vlaams Gewest
Art. 3-8, N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1983016208  1996016151  1996016183  2003035794  2006036855  2009201393 



Artikels:

Artikel 1. (Overeenkomstig de bepalingen van dit besluit kunnen de producenten-venters van hoevemelk en de erkende melkinrichtingen de toelating bekomen om op de door hen te koop aangeboden produkten het officieel controlemerk AA, waarvan het model door de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft wordt vastgesteld, aan te brengen. Deze toelating moet aangevraagd worden bij het Bestuur voor de Dierengezondheid en de Kwaliteit van de Dierlijke Produkten (DG 5) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
  Het controlemerk AA doet ervan blijken dat het om hoevemelk, gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk, gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk van een bijzondere kwaliteit gaat. Het mag slechts aangebracht worden op de voor de verbruiker bestemde recipiënten die hoevemelk, gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk, gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk bevatten, en wel zo dat na opening van de recipiënt geen wedergebruik mogelijk is. Deze hoevemelk, gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk, gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk mag niet gesteriliseerd zijn.) <KB 1996-07-10/35, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 30-07-1996>
  (De datum van minimale houdbaarheid moet op de recipiënt aangeduid worden op de wijze vastgesteld door artikel 6 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1980 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen.
  Voor de (gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk) behandeld met ultra hoge temperatuur (U.H.T.), wordt de duur van minimale houdbaarheid op ten hoogste zeventig dagen na die behandeling vastgesteld) <KB 29-06-1981, art. 1> <KB 1996-07-10/35, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 30-07-1996>
  Artikel 1. (Vlaamse Gewest)
  (Overeenkomstig de bepalingen van dit besluit kunnen de producenten-venters van hoevemelk en de erkende melkinrichtingen de toelating bekomen om op de door hen te koop aangeboden produkten het officieel controlemerk AA, waarvan het model door de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft wordt vastgesteld, aan te brengen. Deze toelating moet aangevraagd worden bij (het Departement Landbouw en Visserij van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap). <BVR 2006-09-22/45, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 04-12-2006>
  Het controlemerk AA doet ervan blijken dat het om hoevemelk, gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk, gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk van een bijzondere kwaliteit gaat. Het mag slechts aangebracht worden op de voor de verbruiker bestemde recipiënten die hoevemelk, gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk, gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk bevatten, en wel zo dat na opening van de recipiënt geen wedergebruik mogelijk is. Deze hoevemelk, gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk, gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk mag niet gesteriliseerd zijn.) <KB 1996-07-10/35, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 30-07-1996>
  (De datum van minimale houdbaarheid moet op de recipiënt aangeduid worden op de wijze vastgesteld door artikel 6 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1980 betreffende de etikettering van voorverpakte voedingsmiddelen.
  Voor de (gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk) behandeld met ultra hoge temperatuur (U.H.T.), wordt de duur van minimale houdbaarheid op ten hoogste (negentig) dagen na die behandeling vastgesteld) <KB 29-06-1981, art. 1> <KB 1996-07-10/35, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 30-07-1996> <BVR 2006-09-22/45, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 04-12-2006>

Art.2. § 1. Het gunnen van het gebruik van het controlemerk AA is onderworpen aan de volgende algemene vereisten:
  Voor de melk als grondstof.
  A. Veterinaire schikkingen bij de produktie.
  Het rundveebeslag moet vrij zijn van tuberculose en brucellose. Deze gezondheidstoestand blijkt uit de getuigschriften afgeleverd door de inspecteur dierenarts voor het ambtsgebied.
  Bovendien moeten de koeien die de melk voortbrengen, evenals het vee dat in dezelfde stallen gehouden wordt, vrij zijn van elke door de melk overdraagbare ziekte of van elke andere ziekte die voor de kwaliteit van de melk nadelig kan zijn.
  De controle van de gezondheidstoestand van het rundveebeslag wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen en onder het toezicht van de diergeneeskundige dienst van het Departement van Landbouw;
  B. Installatie.
  De stallen, het gebruikte materiaal en installaties voor de melkwinning, de koeling en de bewaring van de melk, de inrichting van het melkhuis dienen te beantwoorden aan de voorwaarden gesteld door de Minister die de Landbouw in zijn bevoegdheid heeft.
  C. De kwaliteit van de melk.
  1. De melk moet onmiddellijk na het melken afgekoeld worden tot een temperatuur welke vijf graden Celsius niet overtreft;
  2. Zij moet op deze temperatuur behouden worden tot bij het vertrek van de hoeve;
  3. De melk moet aan de voorgeschreven analyses onderworpen worden en voldoen aan de voorwaarden die opgelegd worden door de Minister die de Landbouw in zijn bevoegdheid heeft.
  § 2. (Het gunnen van het gebruik van het controlemerk AA aan de erkende melkinrichtingen is bovendien onderworpen aan de volgende speciale vereisten :
  1. De melk als grondstof moet :
  a) behouden blijven op een temperatuur die ten hoogste gelijk is aan 7 graden Celsius tot bij de aankomst in de melkinrichting,
  b) minstens om de twee dagen opgehaald worden,
  c) opgehaald en behandeld worden in recipiënten of apparaten verschillend van deze gebruikt voor andere melk of afzonderlijk van deze andere melk.
  2. De gepasteuriseerde gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk moet tijdens de bewaring en tot bij het vertrek uit de zuivelfabriek die de gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk heeft behandeld aan de volgende eisen voldoen:
  a) het aantal kweekbare kiemen mag niet hoger zijn dan 25 000 per ml.
  b) micro-organismen van de groep coli moeten afwezig zijn in 1 ml.
  c) de fecale Coli moeten afwezig zijn in 10 ml.
  d) de phosphataseproef moet negatief zijn.
  e) de peroxydaseproef moet positief zijn.
  3. De gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk behandeld met ultra-hoge temperatuur (U.H.T.) moet tijdens de bewaring en tot bij het vertrek uit de onderneming die de melk heeft behandeld aan de volgende eisen voldoen:
  a) na tien dagen bewaring bij 30° C +/- 1 in de oorspronkelijke verpakking, geen enkel teken van bederf vertonen.
  b) in dezelfde omstandigheden niet meer dan 100 kweekbare kiemen per ml. bevatten.
  c) bij de turbiditeitsproef, geen turbiditeit vertonen die lager is dan 50 NTU (nephelometrische turbiditeitseenheden).
  Nochtans wordt die turbiditeit teruggebracht op 30 NTU gedurende de twee eerste toepassingsjaren van dit besluit.
  § 3. Het gunnen van het gebruik van het controlemerk AA voor hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk is bovendien onderworpen aan de volgende speciale vereisten:
  A. Rauwe hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk.
  1. Benevens de voorwaarden voorzien onder de letters A, B en C, hierboven moet de rauwe hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk tijdens de bewaring en tot bij de levering aan de verbruiker aan de volgende eisen voldoen:
  a) het aantal kweekbare kiemen mag niet hoger zijn dan 100 000 per ml.
  b) de micro-organismen van de groep Coli moeten afwezig zijn in 1/10 ml.
  c) de fecale Coli moeten afwezig zijn in 1 ml.
  2. Op de verpakkingen van de rauwe hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk moet de aanduiding "koken voor gebruik" uitdrukkelijk vermeld zijn.
  B. Gepasteuriseerde hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk.
  De gepasteuriseerde hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk moet tijdens de bewaring en tot bij het vertrek uit de hoeve die de melk heeft behandeld voldoen aan de eisen gesteld onder § 2, 2.) <KB 1996-07-10/35, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 30-07-1996>

Art.2_VLAAMS_GEWEST.   § 1. Het gunnen van het gebruik van het controlemerk AA is onderworpen aan de volgende algemene vereisten:  Voor de melk als grondstof.  A. Veterinaire schikkingen bij de produktie.  Het rundveebeslag moet vrij zijn van tuberculose en brucellose. Deze gezondheidstoestand blijkt uit de getuigschriften afgeleverd door de inspecteur dierenarts voor het ambtsgebied.  Bovendien moeten de koeien die de melk voortbrengen, evenals het vee dat in dezelfde stallen gehouden wordt, vrij zijn van elke door de melk overdraagbare ziekte of van elke andere ziekte die voor de kwaliteit van de melk nadelig kan zijn.  De controle van de gezondheidstoestand van het rundveebeslag wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen en onder het toezicht van de diergeneeskundige dienst van het Departement van Landbouw;  B. Installatie.  De stallen, het gebruikte materiaal en installaties voor de melkwinning, de koeling en de bewaring van de melk, de inrichting van het melkhuis dienen te beantwoorden aan de voorwaarden gesteld door de Minister die de Landbouw in zijn bevoegdheid heeft.  C. De kwaliteit van de melk.  1. De melk moet onmiddellijk na het melken afgekoeld worden tot een temperatuur welke vijf graden Celsius niet overtreft;  2. Zij moet op deze temperatuur behouden worden tot bij het vertrek van de hoeve;  3. De melk moet aan de voorgeschreven analyses onderworpen worden en voldoen aan de voorwaarden die opgelegd worden door de Minister die de Landbouw in zijn bevoegdheid heeft.  § 2. (Het gunnen van het gebruik van het controlemerk AA aan de erkende melkinrichtingen is bovendien onderworpen aan de volgende speciale vereisten :  1. De melk als grondstof moet :  a) behouden blijven op een temperatuur die ten hoogste gelijk is aan 7 graden Celsius tot bij de aankomst in de melkinrichting,  b) minstens om de [1 [2 twee]2 kalenderdagen]1 opgehaald worden,  c) opgehaald en behandeld worden in recipiënten of apparaten verschillend van deze gebruikt voor andere melk of afzonderlijk van deze andere melk.  2. De gepasteuriseerde gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk moet tijdens de bewaring en tot bij het vertrek uit de zuivelfabriek die de gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk heeft behandeld aan de volgende eisen voldoen:  a) het aantal kweekbare kiemen mag niet hoger zijn dan 25 000 per ml.  b) micro-organismen van de groep coli moeten afwezig zijn in 1 ml.  c) de fecale Coli moeten afwezig zijn in 10 ml.  d) de phosphataseproef moet negatief zijn.  e) de peroxydaseproef moet positief zijn.  3. De gestandaardiseerde volle melk of halfvolle melk behandeld met ultra-hoge temperatuur (U.H.T.) moet tijdens de bewaring en tot bij het vertrek uit de onderneming die de melk heeft behandeld aan de volgende eisen voldoen:  a) na tien dagen bewaring bij 30° C +/- 1 in de oorspronkelijke verpakking, geen enkel teken van bederf vertonen.  b) in dezelfde omstandigheden niet meer dan 100 kweekbare kiemen per ml. bevatten.  c) bij de turbiditeitsproef, geen turbiditeit vertonen die lager is dan 50 NTU (nephelometrische turbiditeitseenheden).  Nochtans wordt die turbiditeit teruggebracht op 30 NTU gedurende de twee eerste toepassingsjaren van dit besluit.  § 3. Het gunnen van het gebruik van het controlemerk AA voor hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk is bovendien onderworpen aan de volgende speciale vereisten:  A. Rauwe hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk.  1. Benevens de voorwaarden voorzien onder de letters A, B en C, hierboven moet de rauwe hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk tijdens de bewaring en tot bij de levering aan de verbruiker aan de volgende eisen voldoen:  a) het aantal kweekbare kiemen mag niet hoger zijn dan 100 000 per ml.  b) de micro-organismen van de groep Coli moeten afwezig zijn in 1/10 ml.  c) de fecale Coli moeten afwezig zijn in 1 ml.  2. Op de verpakkingen van de rauwe hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk moet de aanduiding "koken voor gebruik" uitdrukkelijk vermeld zijn.  B. Gepasteuriseerde hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk.  De gepasteuriseerde hoevemelk en gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk moet tijdens de bewaring en tot bij het vertrek uit de hoeve die de melk heeft behandeld voldoen aan de eisen gesteld onder § 2, 2.) <KB 1996-07-10/35, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 30-07-1996>  
  ----------
  (1)<BVR 2020-03-27/19, art. 1, 005; Inwerkingtreding : 18-03-2020>
  (2)<BVR 2021-09-03/13, art. 1, 006; Inwerkingtreding : 11-10-2021>

Art.3. De Minister die Landbouw in zijn bevoegdheid heeft erkent de producent die beantwoordt aan de veterinaire schikkingen, en die telkens een gunstig resultaat bekomt betreffende de melkkwaliteit ter gelegenheid van 3 opeenvolgende monsternemingen. Hij mag de erkenning intrekken indien één van de drie gestelde voorwaarden onder punten A, B en C, van (artikel 2, §1) niet nageleefd wordt. <KB 1996-07-10/35, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 30-07-1996>

Art.4. <KB 29-06-1981, art. 3> De Minister die de Landbouw in zijn bevoegdheid heeft bepaalt de manier waarop de monsters genomen worden en stelt de methoden vast van de ontledingen die nodig zijn voor de toepassing van dit besluit. <KB 1996-07-10/35, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 30-07-1996>

Art.5. Ieder gebruik van of zinspeling op het controlemerk AA voor andere produkten dan (hoevemelk, gedeeltelijk afgeroomde hoevemelk, gestandaardiseerde volle melk en halfvolle melk). <KB 1996-07-10/35, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 30-07-1996>

Art.6. Het koninklijk besluit van 28 januari 1953 tot instelling van een crontrolemerk voor kwaliteitsmelk, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 augustus 1953 en 20 december 1955 wordt opgeheven.

Art.7. Dit besluit treedt in werking één jaar na zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art.8. Onze Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. N. Bijlage: Model <Wegens technische redenen werd deze bijlage niet in het systeem opgenomen, zie B. St. 01-10-1980, p. 11209>