2 APRIL 1979. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het beheersreglement der bosreservaten. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 27-02-2008 en tekstbijwerking tot 25-11-2022)
Art. 1-3
Art. 3 WAALS GEWEST
Art. 4
Art. 4 WAALS GEWEST
Art. 5-6
Art. 6 WAALS GEWEST
Art. 7-9
Art. 9 WAALS GEWEST
Art. 9/1 WAALS GEWEST
Art. 10-11
Artikel 1. De bosreservaten worden door Ons opgericht, krachtens artikel 21 van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud, op voorstel van de Ministers die respectievelijk het natuurbehoud en de bossen in hun bevoegdheid hebben.
Wanneer zij eigendom zijn van de Staat, bezitten de bosreservaten dit statuut voor een onbepaalde duur.
Wanneer zij toebehoren aan een andere eigenaar dan de Staat, wordt dit statuut eraan verleend door overeenkomst met de eigenaar voor een hernieuwbare termijn van negen jaren, te rekenen vanaf de datum van het koninklijk besluit houdende oprichting van het bosreservaat.
Art.2. De bedrijfsregeling en het beheer van bosreservaten zijn gesteund op een wetenschappelijke analyse en moeten aan de doelstellingen beantwoorden, vermeld in artikel 20 van de wet op het natuurbehoud.
Art.3.De bedrijfsregeling van een bosreservaat, dat aan de bosregeling onderworpen is, wordt bij een gezamenlijk besluit vastgelegd door de Ministers die het natuurbehoud en de bossen in hun bevoegdheid hebben.
Dit besluit wordt voorafgaandelijk aan het advies voorgelegd van de betrokken Kamer van de Hoge Raad voor het natuurbehoud.
Art. 3_WAALS_GEWEST. De bedrijfsregeling van een bosreservaat, dat aan de bosregeling onderworpen is, wordt bij een gezamenlijk besluit vastgelegd door de Ministers die het natuurbehoud en de bossen in hun bevoegdheid hebben. Dit besluit wordt voorafgaandelijk aan het advies voorgelegd van de [1 beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden", afdeling "Natuur"]1. (Binnen een maand na ontvangst van het advies van de [2 beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden", afdeling "Natuur"]2 wordt het ontwerp van besluit houdende de inrichting van een bosreservaat dat onder de bosregeling valt onderworpen aan de modaliteiten voor inspraak van het publiek waarin titel III, deel III, van Boek I van het Milieuwetboek voorziet.) <BWG 2007-12-20/A3, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 09-03-2008>
----------
(1)<BWG 2017-06-29/20, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 04-07-2017>
(2)<BWG 2017-06-29/20, art. 17, 003; Inwerkingtreding : 04-07-2017>
Art.4. De bedrijfsregeling van een bosreservaat, dat niet aan de bosregeling onderworpen is, maakt het voorwerp uit van een beheersplan door de eigenaar voorgesteld als onderdeel van de overeenkomst waarvan sprake in artikel één.
Dit beheersplan zal voorgelegd worden aan het advies van de betrokken Kamer van de Hoge Raad voor natuurbehoud en goedgekeurd worden door de Ministers die het natuurbehoud en de bossen in hun bevoegdheid hebben.
Art. 4_WAALS_GEWEST. De bedrijfsregeling van een bosreservaat, dat niet aan de bosregeling onderworpen is, maakt het voorwerp uit van een beheersplan door de eigenaar voorgesteld als onderdeel van de overeenkomst waarvan sprake in artikel één. Dit beheersplan zal voorgelegd worden aan het advies van de [1 beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden", afdeling "Natuur"]1 en goedgekeurd worden door de Ministers die het natuurbehoud en de bossen in hun bevoegdheid hebben.
----------
(1)<BWG 2017-06-29/20, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 04-07-2017>
Art.5. De uitoefening van de jacht, en eventueel van de visvangst, binnen de bosreservaten, die nit aan de bosregeling onderworpen zijn, wordt behouden ten bate van de eigenaar of van zijn rechthebbenden, voor zover deze verenigbaar is met de doelstellingen van artikel 20 van de wet op het natuurbehoud.
Art.6. De uitzetting van wild binnen de bosreservaten is onderworpen aan de goedkeuring van de Ministers die respektievelijk het natuurbehoud en de bossen in hun bevoegdheid hebben, na advies van de betrokken Kamer van de hoge Raad van natuurbehoud.
Art. 6_WAALS_GEWEST. De uitzetting van wild binnen de bosreservaten is onderworpen aan de goedkeuring van de Ministers die respektievelijk het natuurbehoud en de bossen in hun bevoegdheid hebben, na advies van de [1 beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden", afdeling "Natuur"]1.
----------
(1)<BWG 2017-06-29/20, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 04-07-2017>
Art.7. Zijn in de bosreservaten verboden :
a) de opgravingen, groeven en elke extractie van materiaal uit de bodem of uit de ondergrond;
b) alle andere werken die niet in de bedrijfsregeling staan beschreven en die van aard zijn om een wijziging te brengen aan de mineralogische en paleontologische sites, de archeologische grondvesten, het landschap, het bodemreliëf, de natuurlijke waterafvloeiing, de bodemvruchtbaarheid, de zuiverheid en het regime der waterlopen, de vegetatie en de inheemse flora en fauna;
c) het verwijderen van de strooisellaag en van de kruidachtige vegetatie, het gebruik van meststoffen en biociden;
d) het inbrengen van honden, van paarden of van elk ander dier, behalve de dieren gebruikt voor de normale bosbedrijfsvoering of met het oog op de beoefening van de jacht en onverminderd de bepalingen van de artikelen 3 tot 5 van de wet op het natuurbehoud.
e) het bouwen van huizen, hoeven, keten of loodsen, tenzij indien zij uitsluitend dienstig zijn voor de bosbedrijfsvoering of voor de controle van jacht en visvangst;
f) het plaatsen van publiciteitsaanplakbrieven of het aanwenden van om het even welk ander middel voor commerciële publiciteit;
g) het gebruik van transistors, van luidsprekers en de rustverstoring van de omgeving en van de bezoekers, op welke wijze ook; deze verbodsbepaling slaat niet op de zend- of ontvangposten noch op het materiaal in gebruik voor het beheer van het bosreservaat;
h) het achterlaten van resten en afval, van welke aard het ook weze, met uitzondering van de houtachtige afval die voortkomt van de bosexploitatie.
Art.8. In de bosreservaten, is het verkeer en het stationneren van gemotoriseerde voertuigen enkel toegelaten op de openbare wegen.
Parkeerplaatsen en plaatsen voor camping-caravaning mogen niet worden ingericht.
De toegang, het verkeer en het stationneren van dienstwagens en voertuigen, nodig voor de bosbedrijfsvoering en voor de uitvoering van de jacht en de visvangst, zijn toegelaten, mits akkoord van de eigenaar.
Art.9. De Ministers die respektievelijk de bossen, de jacht en het natuurbehoud in hun bevoegdheid hebben, na het advies te hebben ingewonnen van de hoge Bosraad, de hoge Jachtraad en de betrokken Kamer van de hoge Raad voor het natuurbehoud, kunnen in bijzondere gevallen, de verbodsbepalingen voorzien in de artikelen 7, § a, b, c, d en e en 8 van dit besluit, geheel of ten dele of voor een gegeven periode, opheffen.
Art. 9_WAALS_GEWEST. De Ministers die respektievelijk de bossen, de jacht en het natuurbehoud in hun bevoegdheid hebben, na het advies te hebben ingewonnen van de [2 beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden", afdeling "Wouden en Houtfilière"]2, de [2 beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden", afdeling "Jacht"]2 en de [1 beleidsgroep "Landelijke Aangelegenheden", afdeling "Natuur"]1, kunnen in bijzondere gevallen, de verbodsbepalingen voorzien in de artikelen 7, § a, b, c, d en e en 8 van dit besluit, geheel of ten dele of voor een gegeven periode, opheffen.
----------
(1)<BWG 2017-06-29/20, art. 16, 003; Inwerkingtreding : 04-07-2017>
(2)<BWG 2017-06-29/20, art. 18, 003; Inwerkingtreding : 04-07-2017>
Art. 9/1_WAALS_GEWEST. [1 De verboden en beperkingen bedoeld bij dit besluit zijn niet van toepassing op beheers- of uitroeiingsoperaties van invasieve uitheemse soorten die worden uitgevoerd in het kader van het decreet van 2 mei 2019 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2022-09-15/13, art. 32, 004; Inwerkingtreding : 05-12-2022>
Art.10. De strafbepalingen van de artikelen 44, 45, 47 en 49 van de wet op het natuurbehoud zijn toepasselijk op de inbreuken tegen de verbodsbepalingen van dit besluit.
Art. 11. Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.