5 JANUARI 1977. - Wet houdende uitgifte van een tweede tranche van de lening van het Belgisch-Kongolees fonds voor delging en beheer en tot regeling van de problemen betreffende de leningen in Kongolese frank " Koloniale Schuld 4 1/4 pct. 1954-1974 " en " Kongolese Schuld 4 pct. 1955-1975 " (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 30-01-1997 en tekstbijwerking tot 31-12-2004).
Art. 1-7
Artikel 1. Het Belgisch-Kongolees Fonds voor Delging en Beheer is belast in eigen naam en uitsluitend voor zijn rekening een tweede tranche van zijn lening uit te geven tegen de rentevoet van drie en een half percent 's jaar, met ingenottreding vanaf 1 juli 1975 en aflosbaar, hetzij door terugkoop, hetzij door uitloting, in maximum dertig jaar vanaf de datum van ingenottreding.
Art.2. Inzake inkomstenbelastingen zijn de interesten van deze tweede tranche van de lening van het Fonds aan hetzelfde regime onderworpen als de interesten van Belgische openbare effecten die voorheen werden uitgegeven met vrijstelling van zakelijke belastingen of van de mobiliënbelasting en die krachtens het Wetboek van de inkomstenbelastingen vrijgesteld zijn van de roerende voorheffing en de aanrekening genieten van een fictieve roerende voorheffing.
Art.3. De obligaties die de tweede tranche van de lening vertegenwoordigen, worden toegekend tegen het pari van hun nominale waarde aan de begunstigden van de wet van 14 april 1965 tot regeling van de financiële staatstussenkomst wegens schade aan private goederen veroorzaakt in verband met de overgang van de Democratische Republiek Kongo tot de onafhankelijkheid, zoals ze door latere wetten werd gewijzigd en dit overeenkomstig de bepalingen van artikel 11 van deze wet.
Art.4. § 1. Deze obligaties zullen eveneens, tegen het pari van hun nominale waarde, ter vrije en vrijwillige intekening aangeboden worden aan de houders van de obligaties van de Koloniale Schuld 4 1/4 pct. 1954-1974 en van de Kongolese Schuld 4 pct. 1955-1975 uitgedrukt in Kongolese frank en uitgegeven door Belgisch Kongo.
Het Fonds zal de datum vaststellen waarop een einde wordt gesteld aan de intekening, die minstens zes maanden moet opengesteld blijven.
§ 2. Worden enkel toegelaten hun obligaties ter intekening op de tweede tranche van deze lening neer te leggen, de natuurlijke personen, die de effecten van de hogervermelde Kongolese leningen, waarvan zij eigenaar waren, hebben aangegeven bij de in 1962 door het Ministerie van Financiën georganiseerde telling en op het ogenblik van die telling de Belgische nationaliteit bezaten.
Geen enkele eis wordt gesteld inzake de nationaliteit van de rechthebbenden van deze personen.
(In afwijking van het eerste lid worden eveneens toegelaten hun obligaties ter intekening op de tweede tranche van deze lening neer te leggen, de verenigingen zonder winstoogmerk, opgericht conform de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, waarvan de inkomsten besteed worden aan projecten voor ontwikkelingssamenwerking in Zaïre, die de effecten van de hierboven bedoelde leningen waarvan zij eigenaar waren, hebben aangegeven bij de in 1962 door het Ministerie van Financiën georganiseerde telling en waarvan alle vennoten op het ogenblik van die telling de Belgische nationaliteit bezaten.) <W 22-07-1991, art. 1; BS 21-08-1991>
Art.5. Voor deze intekening worden de in artikel 4 bedoelde obligaties aanvaard naar rato van een zelfde nominaal bedrag in Belgische frank als dit in Kongolese frank.
Art.6. Het Fonds bepaalt de technische modaliteiten van de inschrijvingsverrichtingen en van de financiële dienst van de tweede tranche van zijn lening.
Art.7. (Opgeheven) <W 2004-12-27/30, art. 446, 002; Inwerkingtreding : 10-01-2005>