2 JULI 1973. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet werkende gehandicapten (NOTA : opschrift door de Vlaamse Overheid vervangen als volgt : "Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet werkende personen met een handicap" <BVR2010-12-10/21, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2011>) (NOTA : Voor de Franse Gemeenschap opgeheven bij BEFG 1983-12-22/33, art. 63, 002) (NOTA : Opgeheven voor het College van de Franse Gemeenschapscommissie door BESL 2002-04-25/58, art.65; Inwerkingtreding : 01-01-2003) (NOTA : opgeheven voor de bevoegdheden van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bij ORD 2002-11-07/42, art. 25; Inwerkingtreding : onbepaald ; opheffing bevestigd bij BESL2007-10-25/44, art. 120, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2008) (NOTA : Opgeheven bij BVR2016-02-26/10, art. 45, 1°, 008; Inwerkingtreding : 31-12-2016) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-01-1984 en tekstbijwerking tot 12-04-2016)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-01-1984 en tekstbijwerking tot 12-04-2016)
Art. 1-2, 2/1, 3-6, N, N1-N2
Artikel 1.(Federaal) De beschikkingen van dit besluit zijn van toepassing op de dagcentra die, onder het stelsel van semi-internaat, meerderjarige niet werkende gehandicapten opnemen, die bedoeld zijn onder punt 13 van artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten en onbekwaam om een door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid erkende beschutte werkplaats te bezoeken.
Artikel 1. (Vlaamse Overheid) De beschikkingen van dit besluit zijn van toepassing op de dagcentra die, onder het stelsel van semi-internaat, meerderjarige niet werkende [1 personen met een handicap]1 opnemen, die bedoeld zijn onder punt 13 van artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot instelling van een fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor [1 personen met een handicap]1 en onbekwaam om een door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid erkende beschutte werkplaats te bezoeken.
----------
(1)<BVR 2010-12-10/21, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
Art.2. (zie NOTA onder TITEL) Om erkend te worden moet het dagcentrum voldoen aan de architectonische, organisatorische en functionele normen, vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.
Art. 2/1. [1 (Vlaamse Overheid) De dagcentra kunnen de methodiek begeleid werken aanbieden onder de voorwaarden, vermeld in bijlage 2 die bij dit besluit is gevoegd.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2010-12-10/21, art. 3, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
Art.3.(Federaal) De erkenning van deze inrichtingen is onderworpen aan de beschikkingen van de artikelen 1, 2, 3, 4, lid 2 en 5 van het koninklijk besluit van 23 december 1970 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing in gezinnen ten behoeve van gehandicapten.
Art. 3. (Vlaamse Overheid) [1 De erkenning van deze inrichtingen is onderworpen aan de beschikkingen van de artikelen 1, 2, 3, 4, tweede, derde en vierde lid, 4bis en 5 van het koninklijk besluit van 23 december 1970 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing in gezinnen ten behoeve van personen met een handicap.]1
----------
(1)<BVR 2010-12-10/21, art. 2, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
Art.4. (zie NOTA onder TITEL) De aan de dagcentra verleende erkenning kan worden ingetrokken of opgeschort volgens de procedure vastgesteld bij het koninklijk besluit van 23 december 1970, tot vaststelling van de nadere regels, toepasselijk op de opschorsing en de intrekking van de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing in gezinnen ten behoeve van gehandicapten.
Art.5. (zie NOTA onder TITEL) Dit besluit treedt in werking op 1 april 1973.
Art.6. (zie NOTA onder TITEL) Onze Minister van Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. N.[1 (NOTA : voor het bevoegdheidsdomein van de Vlaamse Overheid wordt deze bijlage dooe een bijlage 1 vervangen.)]1 Bijlage bij het koninklijk besluit van 2 juli 1973 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van dagcentra voor meerderjarige niet werkende gehandicapten.
I. Algemene voorwaarden
A. Architectonische normen: <Wijzigt hoofdstuk II van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 december 1970, tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing in gezinnen ten behoeve van gehandicapten>
B. Organisatorische en functionele normen:
Het dagcentrum is open van acht tot achttien uur.
De gehandicapten moeten ten minste zes tot acht uur per dag aanwezig zijn volgens de belangrijkheid van hun handicap.
De duur van het door de inrichting georganiseerde vervoer mag één uur, zowel heen als terug, niet overschrijden.
De inrichting verschaft aan de gehandicapte één volledige en twee lichte maaltijden per dag; en voorziet in een medische, psychologische en sociale bijstand.
De vijfdaagse werkweek mag worden toegepast, maar de inrichting is heel het jaar open.
Het dagcentrum moet over een voldoend aantal verzorgingspersoneel en ergotherapeuten beschikken.
II. Bijzondere voorwaarden
De bijzondere voorwaarden voorzien in hoofdstuk III van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 december 1970, tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing in gezinnen ten behoeve van gehandicapten, zijn toepasselijk op de dagcentra voor meerderjarige gehandicapten, volgens de aard van hun handicap, met uitsluiting van de beschikkingen met pedagogische inslag.
----------
(1)<BVR 2010-12-10/21, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
Art. N1. [1 (Vlaamse Overheid) Bijlage 1. - Architectonische, organisatorische en functionele normen als vermeld in artikel 2.
1. Algemene voorwaarden
1.1. Architectonische normen
De architectonische normen vermeld onder hoofdstuk II van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 december 1970, tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing in gezinnen ten behoeve van gehandicapten, zijn toepasselijk; zij worden aangevuld door een punt 4, dat als volgt luidt : 4. C, 5° wordt vervangen door : "werkplaatsen voor bezigheid en ergotherapie".
1.2. Organisatorische en functionele normen :
Het dagcentrum is open van acht tot achttien uur.
De personen met een handicap moeten ten minste zes tot acht uur per dag aanwezig zijn volgens de belangrijkheid van hun handicap.
De duur van het door de inrichting georganiseerde vervoer mag één uur, zowel heen als terug, niet overschrijden.
De inrichting verschaft aan de persoon met een handicap één volledige en twee lichte maaltijden per dag en voorziet in een medische, psychologische en sociale bijstand.
De vijfdaagse werkweek mag worden toegepast, maar de inrichting is heel het jaar open.
Het dagcentrum moet over een voldoende aantal verzorgingspersoneel en ergotherapeuten beschikken.
2. Bijzondere voorwaarden
De bijzondere voorwaarden voorzien in hoofdstuk III van de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 december 1970, tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de inrichtingen, tehuizen en diensten voor plaatsing in gezinnen ten behoeve van gehandicapten, zijn toepasselijk op de dagcentra voor meerderjarige gehandicapten, volgens de aard van hun handicap.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2010-12-10/21, art. 4, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2011>
Art. N2.[1 (Vlaamse Overheid) Bijlage 2. - Voorwaarden begeleid werken als vermeld in artikel 2/1
1. De dagcentra kunnen de methodiek begeleid werken aanbieden aan de personen met een handicap die beschikken over een positieve beslissing voor dagcentrum, zorgveld Z 75, van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap of zijn rechtsvoorganger, en die andere dagbestedingsbehoeften hebben dan het collectieve aanbod binnen het dagcentrum.
Onder begeleid werken wordt begrepen : het op een individuele en trajectmatige manier begeleiden van personen met een handicap naar een onbezoldigde arbeidsmatige activiteit buiten de eigen voorziening.
2. Een begeleiding binnen de functie begeleid werken bestaat in alle rechtstreekse contacten die een begeleider onderneemt met de persoon met een handicap of met een relevante derde partij en die minstens een duur heeft van een half uur en maximaal twee uur.
Vanaf een duur van een uur tellen de begeleidingen als een registreerbare begeleiding. Daartoe mogen twee afzonderlijke begeleidingen van een half uur samengeteld worden.
3. Het begeleid werken wordt georganiseerd door middel van overeenkomsten gesloten tussen het dagcentrum, de werkpost en de persoon met een handicap.
De overeenkomsten maken deel uit van het protocol van verblijf, opvang, behandeling of begeleiding van de gebruiker.
4. Het dagcentrum draagt er zorg voor dat er een verzekering afgesloten wordt die de persoon met een handicap in begeleid werken verzekert in zake :
1° lichamelijk ongevallen, inclusief de verplaatsingen naar en van de werkpost;
2° de burgerlijke aansprakelijkheid.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2010-12-10/21, art. 5, 007; Inwerkingtreding : 01-01-2011>