Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

8 NOVEMBER 1971. - Koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken. (NOTA : Opgeheven voor de Waalse Regering door BWG2003-07-17/66, art. 24 ; Inwerkingtreding : 10-10-2003) - (NOTA : Opgeheven voor de Vlaamse Gemeenschap door BVR2003-10-24/48, art. 28; Inwerkingtreding : 08-01-2004) (NOTA : Opgeheven voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door BESL2006-12-07/50, art. 28; Inwerkingtreding : 20-01-2007) - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1987 en tekstbijwerking tot 10-01-2007.)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - De handel.
Art. 3, 3bis, 4-6
HOOFDSTUK III. - De rassenlijst.
Art. 7-12
HOOFDSTUK IV. - De inrichting van de keuring.
Art. 13-16
HOOFDSTUK V. - Strafbepalingen en controles van de handel.
Art. 17-21
BIJLAGEN
Art. N1-N4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

  2003036177  2003201019  2006031652 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit moet verstaan worden onder :
  A. Wijnstokken : planten van het geslacht Vitis (L), bestemd voor de voortbrenging van druiven of het gebruik als teeltmateriaal voor deze zelfde planten.
  B. Teeltmateriaal : het volgende vegetatief materiaal :
  i) Wijnstokken gereed voor het planten :
  a) met wortels : delen van stekken van de wijnstok; met wortels en niet geënt, bestemd voor het planten of voor gebruik als onderstam om te enten;
  b) entwijnstokken : door enting verbonden delen van stekken van de wijnstok, waarvan het deel onder de grond wortels heeft.
  ii) Delen van de wijnstok :
  a) stekken : eenjarige delen;
  b) delen van de wijnstok onder de grond, bestemd voor de veredeling : delen van stekken van de wijnstok, die bij de teelt van entwijnstokken bestemd zijn voor de kweek van delen onder de grond;
  c) entrijs : delen van stekken van de wijnstok, die bij de teelt van entwijnstokken en bij veredeling bestemd zijn voor de delen boven de grond;
  d) blindhout : delen van stekken van de wijnstok, bestemd voor de teelt van wijnstokken met wortels.
  C. Moederplanten : Opstanden van wijnstokken, bestemd voor de teelt van voor veredeling in aanmerking komende delen van de wijnstok onder de grond, van blindhout of van entrijs.
  D. Kweekwijnstokken : Opstanden van wijnstokken, bestemd voor de teelt van wijnstokken met wortels of van entwijnstokken.
  E. Basisteeltmateriaal : Teeltmateriaal.
  a) dat onder de verantwoordelijkheid van de kweker is voortgebracht volgens de regels van de stelselmatige instandhouding met betrekking tot het ras;
  b) dat bestemd is voor de voortbrenging van teeltmateriaal;
  c) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor basisteeltmateriaal opgesomde voorwaarden, en
  d) waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld.
  F. Gecertificeerd teeltmateriaal : teeltmateriaal :
  a) dat rechtstreeks afkomstig is van basisteeltmateriaal van een ras, of - op verzoek van de kweker - van teeltmateriaal van een vroeger vegetatief stadium dan het basisteeltmateriaal waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat het voldoet aan de in de bijlagen I en II voor basisteeltmateriaal gestelde voorwaarden;
  b) dat bestemd is :
  - voor de teelt van pootgoed of plantedelen welke dienen voor de voortbrenging van druiven, of
  - voor de voortbrenging van druiven;
  c) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor gecertificeerd teeltmateriaal opgesomde voorwaarden, en
  d) waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld.
  G. Standaardteeltmateriaal : teeltmateriaal :
  a) dat rasecht en raszuiver is;
  b) dat bestemd is :
  - voor de teelt van pootgoed of plantedelen welke dienen voor de voortbrenging van druiven, of
  - voor de voortbrenging van druiven;
  c) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor standaardteeltmateriaal opgesomde voorwaarden, en
  d) waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld.
  (De Minister van Landbouw kan de categorie " standaardteeltmateriaal " verdelen in klassen die aan bijzondere voorwaarden voldoen, zulks met inachtneming van de bijzondere voorwaarden, de benaming of de beperking naar tijdsduur die door de Commissie van de Europese Gemeenschappen zouden zijn vastgesteld.) <KB 17-11-1982, art. 1>
  H. Officiële maatregelen : maatregelen die genomen zijn :
  a) door de Staat of onder zijn verantwoordelijkheid staande publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen;
  b) voor hulpwerkzaamheden, eveneens onder toezicht van een staat, door beëdigde natuurlijke personen, mits deze personen geen bijzonder voordeel ontlenen aan het resultaat van deze maatregelen.
  I. In de handel brengen :
  a) het te koop stellen, de verkoop, de overdracht onder bezwarende titel of om niets, de invoer en de uitvoer;
  b) het vervoer en de bereiding van produkten voor een van onder a) vermelde doeleinden;
  c) het in bezit houden van produkten door invoerders, bereiders of verkopers, in hun magazijnen, bereidings- of opslagplaatsen;
  d) het aankopen van produkten door invoerders, bereiders of verkopers; het aankopen door iedere andere persoon, met kennis van zaken, van produkten die niet beantwoorden aan de bepalingen van dit besluit.
  § 2. De Minister van Landbouw kan de overgangsmaatregel bepalen dat het teeltmateriaal dat gebruikt is voor de teelt van moederplanten of kweekwijnstokken, gelijkwaardig is aan het teeltmateriaal dat is goedgekeurd of gecontroleerd volgens de bepalingen van dit besluit, indien dat teeltmateriaal vóór het gebruik dezelfde waarborgen bood als het overeenkomstig de bepalingen van dit besluit goedgekeurde of gecontroleerde teeltmateriaal.

Art.2. Dit besluit is niet van toepassing :
  1° op produkten bestemd voor uitvoer naar landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap, voor zover de bestemming op genoegzame wijze kan worden aangetoond door de voortbrenger, de bereider of de houder en, indien deze produkten zich in een magazijn, bereidingsplaats, opslagplaats of entrepot van een bereider, een invoerder of verkoper bevinden, bij deze produkten een duidelijk zichtbaar bordje is geplaatst met de vermelding " Uitvoer buiten de E.E.G. ".
  2° op produkten in doorvoer mits zij vergezeld zijn van afdoende bewijsstukken betreffende hun bestemming.

HOOFDSTUK II. - De handel.
Art.3. <KB 17-11-1982, art. 2> Het is verboden teeltmateriaal voor wijnstokken in de handel te brengen dat niet aan de volgende voorwaarden voldoet :
  1° officieel goedgekeurd zijn als basisteeltmateriaal, gecertificeerd teeltmateriaal of standaardteeltmateriaal. Het teeltmateriaal dat is geoogst in een land dat geen lid is van de Europese Economische Gemeenschap, moet bovendien vooraf door de Raad van de Europese Gemeenschappen gelijkwaardig zijn verklaard aan basisteeltmateriaal, gecertificeerd teeltmateriaal of standaardteeltmateriaal dat in de Gemeenschap is geoogst;
  2° voldoen aan de voorwaarden opgenomen in bijlage II van dit besluit;
  3° geconditioneerd zijn in homogene partijen en in gesloten verpakkingen of bundels. De verpakkingen of bundels moeten voorzien zijn van een sluiting die beantwoordt aan de vereisten van artikel 3bis. Aan de buitenkant moeten zij voorzien zijn van een etiket dat beantwoordt aan de vereisten van artikel 4. De verpakkingen of bundels moeten bewerkt zijn overeenkomstig de bepalingen van bijlage III van dit besluit;
  4° behoren tot een ras waarvan de teelt op Belgisch grondgebied is toegelaten, overeenkomstig de bepalingen van Verordening (E.E.G.) nr 1388/70, van 13 juli 1970, betreffende de algemene voorschriften inzake de indeling van wijnstokrassen, gecodificeerd bij Verordening (E.E.G.) nr 347/79, van 5 februari 1979.

Art. 3bis. <Ingevoegd bij KB 17-11-1982, art. 3> Verpakkingen en bundels van teeltmateriaal zijn zodanig gesloten dat zij niet kunnen worden geopend zonder dat het sluitingssysteem wordt beschadigd of sporen van manipulatie blijft dragen dan wel het etiket, waarvan sprake in artikel 3, 3°, of - bij verpakkingen - de verpakking sporen van manipulatie vertoont.
  Zij worden door de voor het aanbrengen van de etiketten verantwoordelijke persoon van een loodje of een gelijkwaardige sluiting voorzien. Een, eventueel herhaalde, nieuwe sluiting mag slechts onder officieel toezicht geschieden.
  De Commissie van de Europese Gemeenschappen of, zolang deze zich niet heeft uitgesproken, de Minister van Landbouw stelt vast of een bepaald sluitingssysteem aan de bepalingen van dit artikel voldoet.

Art.4. <KB 17-11-1982, art. 4> Het etiket waarvan sprake in artikel 3, 3°, moet aan de volgende voorwaarden voldoen :
  1° beantwoorden aan de vereisten van bijlage IV van dit besluit en vastgehecht zijn door middel van de sluiting; het etiket is gesteld in een van de officiële talen van de Europese Economische Gemeenschap; de kleur van het etiket is wit voor basisteeltmateriaal, blauw voor gecertificeerd teeltmateriaal en donkergeel voor standaardteeltmateriaal;
  2° afgeleverd zijn door een keuringsdienst die hiertoe, overeenkomstig het bepaalde in artikel 1, § 1, H, officieel gemachtigd is.

Art.5. De Minister van Landbouw kan :
  1° op het bepaalde in artikel 3 afwijkingen voorzien voor :
  a) teeltmateriaal van vroegere vegetatieve stadia dan het basismateriaal;
  b) proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden;
  c) kweekdoeleinden;
  2° op het bepaalde in artikel 3, 2°, afwijkingen voorzien ten aanzien van de minimumlengte van delen van de wijnstok onder de grond, bestemd voor veredeling (bijlage II, III, 1, B, a);
  (2°bis. op het bepaalde in artikel 3, 2°, afwijkingen voorzien ten aanzien van de minimumlengte van blindhout, entrijs en wortelwijnstokken indien zulks wordt gerechtvaardigd door bijzondere vegetatieve omstandigheden en mits hiertoe gemachtigd te zijn door de Commissie van de Europese Gemeenschappen (bijlage II, III, 1, B, en 2, B);) <KB 17-11-1982, art. 5>
  3° in afwijking van het bepaalde in artikel 3, 2°, (Bijlage II, II, 1), en mits hiertoe gemachtigd te zijn door de Commissie van de E.E.G., voorzien dat entwijnstokken van de inlandse produktie ingedeeld worden onder gecertificeerd teeltmateriaal, waarvan deze voortkomen uit een enting van gecertificeerd teeltmateriaal op standaardteeltmateriaal;
  4° afwijkingen voorzien op het bepaalde in artikel 3, 3°, voor de handel in kleine hoeveelheden teeltmateriaal die worden geleverd aan de laatste gebruiker en voor de handel in wijnstokken in potten, kisten en kartonnen dozen, ten aanzien van bewerking, verpakking, sluitingssysteem, alsmede aanduiding;
  5° afwijkingen voorzien op het bepaalde in artikel 3, 4°, voor de handel in teeltmateriaal dat bestemd is voor tuinliefhebbers die de wijnstok slechts telen voor hun eigen gebruik.

Art.6. § 1. Ten einde tijdelijke moeilijkheden op te heffen die zich voordoen bij de algemene voorziening met basisteeltmateriaal, gecertificeerd teeltmateriaal of standaardteeltmateriaal, en mits, hiertoe gemachtigd te zijn door de Commissie van de E.E.G., kan de Minister van Landbouw teeltmateriaal tot de handel toelaten van een categorie waaraan minder strenge eisen zijn gesteld.
  § 2. Wanneer het een categorie teeltmateriaal van een bepaald ras betreft, is de kleur van het etiket die welke voor de overeenkomstige categorie is vastgesteld, en in alle andere gevallen bruin. In elk geval wordt op het etiket vermeld dat het teeltmateriaal betreft dat tot een categorie behoort waaraan minder strenge eisen zijn gesteld.

HOOFDSTUK III. - De rassenlijst.
Art.7. § 1. De Minister van Landbouw stelt een lijst op van wijnstokrassen waarvan het teeltmateriaal voor goedkeuring is toegelaten. Deze lijst en de wijzigingen ervan worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
  § 2. De Minister van Landbouw stelt bovendien een beschrijvende rassenlijst op waarin, voor de in het eerste lid bedoelde rassen, de wezenlijke morfologische en fysiologische kenmerken worden vermeld waardoor de rassen van elkaar kunnen worden onderscheiden. Deze lijst wordt ter beschikking gesteld van de belanghebbenden. Voor de rassen die reeds per 31 december 1971 zijn toegelaten kan worden verwezen naar de beschrijving in de officiële ampelografische publikaties.
  § 3. Indien bekend is dat het teeltmateriaal van een bepaald ras in een ander land onder een andere rasbenaming in de handel is, wordt ook deze benaming in de in het eerste lid bedoelde lijst opgenomen.

Art.8. Een ras wordt slechts op de in artikel 7, § 1, bedoelde lijst toegelaten indien uit een onderzoek gebleken is dat het ras onderscheidbaar, bestendig en voldoende homogeen is.

Art.9. § 1. Een ras is onderscheidbaar wanneer het zich op het ogenblik van de aanmelding duidelijk door één of meer belangrijke morfologische of fysiologische kenmerken onderscheidt van elk ander ras dat reeds is toegelaten, of waarvoor een aanvraag tot toelating is ingediend.
  § 2. Een ras is bestendig wanneer het na opeenvolgende vermeerderingen wat de wezenlijke eigenschappen betreft nog aan zijn beschrijving beantwoordt.
  § 3. Een ras is voldoende homogeen wanneer de samenstellende planten - afgezien van enkele afwijkingen - wat betreft alle ter onderscheiding vastgestelde eigenschappen gelijk zijn.

Art.10. Een ras wordt, onverminderd de bepalingen van artikel 8, slechts op de in artikel 7, § 1, bedoelde lijst toegelaten na een onderzoek, dat in het bijzonder op het veld is verricht en betrekking heeft op een voldoende groot aantal kenmerken om het ras te kunnen beschrijven. (Hierbij wordt rekening gehouden met de voorschriften van de richtlijn nr 72/169/E.E.G. van 14 april 1972, van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, betreffende de vaststelling van de kenmerken en van de minimumeisen voor het onderzoek van de wijnstokrassen.) <KB 17-11-1982, art. 6>

Art.11. De toegelaten rassen worden regelmatig gecontroleerd. Indien aan één van de voorwaarden voor toelating niet meer wordt voldaan, wordt de toelating ingetrokken en wordt het ras van de lijst geschrapt.

Art.12. De in de artikels 8, 10 en 11, bedoelde onderzoekingen en controles worden verricht door de beambten aangewezen door de Minister van Landbouw. Deze kan zijn bevoegdheid geheel of gedeeltelijk overdragen aan door hem aan te wijzen instellingen die hierbij handelen onder zijn toezicht en verantwoordelijkheid.

HOOFDSTUK IV. - De inrichting van de keuring.
Art.13. § 1. De Nationale Dienst voor afzet van land- en tuinbouwprodukten, hierna genoemd de Dienst, wordt belast met de keuring, voorgeschreven in artikel 3, van het teeltmateriaal van inlandse herkomst.
  § 2. De Dienst keurt, onverminderd de andere voorwaarden opgesomd in de artikels 3, 4, 5 en 6, het teeltmateriaal slechts goed indien het tijdens de oogst, de bewerking, de opslag, het vervoer en de teelt in partijen gescheiden wordt gehouden en indien het wordt aangeduid volgens het ras en, in voorkomende gevallen voor basisteeltmateriaal en gecertificeerd teeltmateriaal, volgens de kloon. Hij voert de keuring derwijze uit dat van de oogst tot de aflevering aan de laatste gebruiker de identiteit van het teeltmateriaal verzekerd wordt.
  § 3. Aan de keuring door de Dienst, kan slechts teeltmateriaal onderworpen worden dat behoort tot een ras dat voorkomt op de in artikel 7, § 1, bedoelde lijst.

Art.14. De Minister van Landbouw kan de Dienst machtigen, ten aanzien van de in de bijlagen I en II van dit besluit opgesomde voorwaarden, aanvullende of strengere voorwaarden vast te stellen voor de goedkeuring van het teeltmateriaal van de inlandse produktie.

Art.15. Teeltmateriaal dat rechtstreeks afkomstig is van in België goedgekeurd basisteeltmateriaal en dat in een ander land is geoogst, kan door de Dienst worden goedgekeurd indien het op het vermeerderingsperceel werd onderworpen aan een veldkeuring overeenkomstig de in bijlage I van dit besluit gestelde voorwaarden en indien bij een onderzoek is gebleken dat aan de in bijlage II van dit besluit gestelde voorwaarden is voldaan.
  (Voor teeltmateriaal dat is geoogst in een land dat geen lid is van de Europese Economische Gemeenschap, moet de Raad van de Europese Gemeenschappen vooraf hebben vastgesteld dat het in dat land verrichte officiële onderzoek van het gewas gelijkwaardig is aan het in de Gemeenschap verrichte onderzoek, voor wat betreft de voorwaarden vermeld in bijlage I.) <KB 17-11-1982, art. 7>

Art.16. De Minister van Landbouw bepaalt de keuringsmodaliteiten welke niet bij dit besluit zijn vastgesteld. Hij kan deze bevoegdheid geheel of gedeeltelijk aan de Dienst overdragen.

HOOFDSTUK V. - Strafbepalingen en controles van de handel.
Art.17. De fakturen, contracten, catalogi, omzendbrieven, offerten voor verkoop en andere gelijkaardige documenten moeten de vermeldingen dragen welke zijn voorgeschreven in bijlage IV, a, 5, 6 en 7, van dit besluit.

Art.18. De bereiders, invoerders en verkopers moeten de aankoopfaktuur, een afschrift van de verkoopfaktuur en de vervoerdokumenten, gedurende drie jaar, vanaf de 1e januari van het jaar dat op hun datum volgt, bewaren ten einde ze zonder verplaatsing aan de beambten belast met het toezicht over de toepassing van dit besluit, op dezes verzoek voor te leggen.

Art.19. Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de bepalingen van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt.

Art.20. Dit besluit treedt in werking :
  - de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, wat betreft de bepalingen van de artikels 1, 2, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15 en 16;
  - op 1 juli 1972 wat betreft de overige bepalingen.

Art.21. Onze Minister van Landbouw wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGEN
Art. N1. <Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 20-04-1972, bldz. 4681> Gewijzigd door : <KB 1982-11-17, art. 8, Inwerkingtreding : 20-03-1983>

Art. N2. <Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 20-04-1972, bldz. 4682> Gewijzigd door : <KB 1982-11-17, art. 9, Inwerkingtreding : 20-03-1983>

Art. N3. <Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 20-04-1972, bldz. 4683> Gewijzigd door : <KB 1982-11-17, art. 10, Inwerkingtreding : 20-03-1983>

Art. N4. <Bijlage niet opgenomen om technische redenen. Zie B.St. 20-04-1972, bldz. 4683> Gewijzigd door : <KB 1982-11-17, art. 11, Inwerkingtreding : 20-03-1983>