26 FEBRUARI 1971. - Koninklijk besluit houdende het modelreglement van orde van de commissies van advies die de ruilverkavelingscomités bijstaan. (NOTA : Opgeheven voor het Waalse Gewest bij BWG2014-05-15/39, art. 25, 3°, 002; Inwerkingtreding : 03-07-2014)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-06-2014 en tekstbijwerking tot 23-06-2014)
Art. 1-3, N, 1N, 2N, 3N, 4N, 5N, 6N, 7N, 8N, 9N, 10N, 11N, 12N, 13N, 14N
Artikel 1. De commissies van advies opgericht krachtens de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet, maken hun reglement van orde op overeenkomstig het modelreglement dat bij dit besluit is gevoegd.
Art.2. De commissies van advies opgericht krachtens de wet van 25 juni 1956 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet, naargelang van het geval, passen hun reglement van orde aan het bij dit besluit gevoegd modelreglement aan, of maken het naar dat model op.
Art.3. Onze Minister van Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. N. Bijlage : Modelreglement van orde voor de commissies van advies die de ruilverkavelingscomités bijstaan.
Art. 1N. De voorzitter roept de commissie bijeen binnen vijftien dagen na enig verzoek om advies dat door het ruilverkavelingscomité wordt ingediend. Hij stelt de agenda vast.
Art. 2N. Behalve in geval van dringende noodzaak, die in de notulen, van de vergadering dient te worden verantwoord, worden de leden van de commissie ten minste ... dagen vóór de datum der vergadering door de voorzitter of de secretaris schriftelijk opgeroepen.
De oproepingsbrief vermeldt de agenda. <Nota : de door de commissie te bepalen oproepingstermijn is ten minste drie, ten hoogste acht dagen; bij het bepalen van de duur van die termijn wordt rekening gehouden met de afstand die de leden of hun plaatsvervangers moeten afleggen om zich te begeven naar de plaats waar de commissie gewoonlijk vergadert, en met de in de streek beschikbare gemeenschappelijke vervoermiddelen.>
Art. 3N. Wanneer een lid, gekozen uit de groep der eigenaars en vruchtgebruikers of uit de groep der gebruikers, een vergadering niet kan bijwonen, verzoekt hij zijn plaatsvervanger hem te vervangen. Indien deze eveneens de vergadering niet kan bijwonen, verzoekt hij de andere plaatsvervanger, gekozen in dezelfde groep, hem te vervangen.
Art. 4N. De voorzitter opent en sluit de vergaderingen, leidt de besprekingen en de stemopnemingen en handhaaft de politie over de vergadering.
Hij let er inzonderheid op dat de bepalingen van de wet op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet en van dit reglement worden nageleefd.
Zijn de voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter afwezig of verhinderd, dan wordt de vergadering voorgezeten door de oudste in jaren onder de aanwezige leden; wanneer deze laatste verzoekt van die opdracht te worden ontheven, wijst de vergadering uit haar leden een ander lid aan die de vergadering zal voorzitten.
Art. 5N. De secretaris staat de voorzitter bij. Hij brengt verslag uit over elk punt van de agenda, behoudens wanneer hij hiervan door de vergadering wordt ontslagen. Hij maakt de notulen van de vergadering op.
Zijn de secretaris en de plaatsvervangende secretaris afwezig of verhinderd, dan wordt het secretariaat van de vergadering waargenomen door een persoon die daartoe, eventueel buiten de leden van de commissie, onverwijld door de vergadering wordt aangewezen.
Art. 6N. De commissie brengt advies uit, welke ook het aantal aanwezige leden is.
Behoudens wanneer de aanwezige leden bij meerderheid vaststellen dat er dringende noodzaak is, mag enkel over de punten die op de in de oproepingsbrief vermelde agenda gebracht zijn, worden beraadslaagd en beslist.
In geval van stemming, vermeldt het advies, dat in de notulen wordt opgenomen, de tot uiting gebrachte standpunten en het aantal stemmen dat op elk ervan werd uitgebracht. (De stemming gebeurt ofwel mondeling bij naamafroeping, ofwel met opgeheven hand, volgens de beslissing van de voorzitter die, zo hij het voorzitterschap waarneemt krachtens de bepalingen van artikel vier, derde lid, het laatst stemt.) <KB 05-05-1973, art. 1>
Art. 7N. De commissie kan alle personen horen wier advies zij wenst in te winnen.
Art. 8N. Een lid van de commissie mag geen beraadslaging bijwonen noch aan een stemming deelnemen betreffende aangelegenheden waarbij hij, ofwel persoonlijk, ofwel als zaakgelastigde, rechtstreeks belang heeft, of waarbij zijn echtgenoot, dan wel bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad persoonlijk en rechtstreeks zijn betrokken.
Art. 9N. De notulen van elke vergadering worden ter zitting zelf opgemaakt en goedgekeurd en onmiddellijk ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de vergadering, evenals door de aanwezige leden die zulks wensen; zij worden in het archief van de commissie bewaard.
Art. 10N. De notulen van de vergaderingen worden overgeschreven of een afschrift ervan wordt geplakt, in volgorde en zonder vrije tussenruimte, in een notulenboek waarvan de bladzijden door de voorzitter worden genummerd en geparafeerd. De in het register overgeschreven notulen of ingeplakte kopijen van de notulen worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend. Het notulenboek wordt in het archief van de commissie bewaard.
Art. 11N. De secretaris bewaart het archief van de commissie. Op het einde van de ruilverkaveling waarvoor de commissie werd opgericht, overhandigt hij het aan het ruilverkavelingscomité dat door deze laatste werd bijgestaan.
Art. 12N. De secretaris is belast met het dagelijks beheer van de commissie.
Art. 13N. De leden en plaatsvervangende leden van de commissie ontvangen ieder een exemplaar van dit reglement.
Art. 14N. Voor alles wat niet in de wet en in dit reglement is bepaald, past de commissie de gewone, voor beraadslagende vergaderingen geldende regels toe.