6 NOVEMBER 1967. - Koninklijk besluit betreffende de voorwaarden van toekenning en intrekking van de arbeidsvergunningen en arbeidskaarten voor werknemers van vreemde nationaliteit. - (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 01-01-1984 en tekstbijwerking tot 26-06-1999.)
Titel I. TEWERKSTELLING VAN WERKNEMERS DIE GEEN ONDERDAAN ZIJN VAN EEN LIDSTAAT VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP.
HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen.
Art. 1-2, 2bis, 3-11
HOOFDSTUK II. De arbeidskaart.
Art. 12-13, 13bis, 14-16
HOOFDSTUK III. Bijzondere categorieën van werknemers.
Art. 17-23, 23bis, 24
Titel II. TEWERKSTELLING VAN WERKNEMERS DIE ONDERAAN ZIJN VAN EEN LIDSTAAT VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP.
Art. 25-27
Titel III. SLOTBEPALINGEN.
Art. 28-32
BIJLAGE.
Art. N
1993012200 1995036056 1996012546 1997000877 1997012747 1998012126 1998012128 1998012168 1998012276 1998012576
Titel I. _ TEWERKSTELLING VAN WERKNEMERS DIE GEEN ONDERDAAN ZIJN VAN EEN LIDSTAAT VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP.
HOOFDSTUK I. _ Algemene bepalingen.
Artikel 1. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.2. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art. 2bis. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.3. De aanvraag om arbeidsvergunning of arbeidskaart die ingediend wordt ten voordele van een werknemer die op regelmatige wijze in België verblijft, moet vergezeld gaan van een inlichtingsblad. Dit wordt afgeleverd door de gewestelijke bureaus van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening en moet, nadat het door de aanvrager behoorlijk werd ingevuld, geviseerd worden door de burgemeester van de gemeente waar de werknemer verblijft.
Art.4. De werkgever en de werknemer moeten eveneens alle andere documenten die nodig zijn voor het onderzoek van de aanvraag om arbeidsvergunning of arbeidskaart overleggen.
Art.5. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.6. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.7. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.8. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.9. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.10. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.11. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
HOOFDSTUK II. _ De arbeidskaart.
Art.12. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.13. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art. 13bis. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.14. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.15. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.16. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
HOOFDSTUK III. _ Bijzondere categorieën van werknemers.
Art.17. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.18. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.19. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.20. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.21. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.22. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.23. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art. 23bis. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.24. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Titel II. _ TEWERKSTELLING VAN WERKNEMERS DIE ONDERAAN ZIJN VAN EEN LIDSTAAT VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP.
Art.25. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.26. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.27. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Titel III. _ SLOTBEPALINGEN.
Art.28. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.29. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.30. (opgeheven) <KB 1999-06-09/35, art. 39, 009; Inwerkingtreding : 01-07-1999>
Art.31. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1967.
Art.32. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
BIJLAGE.
Art. N. <Die bijlage werd niet opgenomen. Zie B.St. 11-11-1976>