Details



Externe links:

Justel
Reflex



Titel:

2 DECEMBER 1957. - Koninklijk besluit betreffende het dragen van een masker tegen vuur en brand in de ondergrondse werken van de steenkolenmijnen. (NOTA : opgeheven voor het Vlaamse Gewest voor zover het betrekking heeft op aangelegenheden die tot de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest behoren <BVR2011-07-15/41, art. 32, 002; Inwerkingtreding : 06-09-2013>)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-09-2011 en tekstbijwerking tot 06-09-2011)



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2011035717 



Artikels:

Artikel 1. Ieder persoon beschikt, in de ondergrondse werken der steenkolenmijnen, over een masker tegen kooloxyde.

Art.2. Deze maskers worden door de exploitant en op diens kosten geleverd. Zij zijn van een door de Directeur-Generaal van het Mijnwezen aangenomen type. Zij worden in de inrichting bewaard. Door de directie van de mijn aangestelde agenten zijn gelast ze iedere dag na te zien en ze, met het oog op de uitreiking aan het personeel, in goede staat te behouden.

Art.3. Alwie in de ondergrond afdaalt, gaat na of het toestel, dat hij verplicht is in ontvangst te nemen, gesloten en in goede uitwendige staat is; hij moet dit toestel voortdurend binnen zijn bereik houden.
  Vanaf het ogenblik waarop iemand zijn toestel in ontvangst genomen heeft, is hij aansprakelijk voor gebeurlijke ongerechtvaardigde beschadigingen of verlies.

Art.4. Alwie een masker draagt, wordt ingewijd in het gebruik er van. Door de directie van de mijn aangestelde monitoren zijn met deze inwijding belast, die met regelmatige tussenpozen vernieuwd wordt.

Art.5. (De mijningenieur) mag, voor een termijn van ten hoogste drie jaar, afwijkingen van de bepalingen van dit besluit verlenen, afwijkingen die steeds kunnen ingetrokken maar na onderzoek ook kunnen verlengd worden. <KB 25-03-1966, art. 24>
  Hij mag de afwijking afhankelijk stellen van voorwaarden die hij bepaalt.
  De beslissingen van (de mijningenieur) moeten met redenen omkleed zijn. <KB 25-03-1966, art. 24>
  Wordt één van de opgelegde voorwaarden niet nageleefd, dan vervalt de afwijking van rechtswege.

Art.6. De belanghebbenden kunnen bij de Minister die het mijnwezen in zijn bevoegdheid heeft, in beroep gaan tegen de beslissingen die door (de mijningenieur) krachtens artikel 5 genomen worden. De Minister beslist na het advies van de Inspekteur-Generaal der Mijnen te hebben ingewonnen. <KB 25-03-1966, art. 24>

Art.7. De overtredingen van de bepalingen van dit besluit, alsook de overtredingen van de voorwaarden der toelatingen die zouden verleend zijn om af te wijken van deze bepalingen, worden vervolgd en gevonnist overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 130 en 131 van de gecoördineerde mijnwetten.

Art.8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
  De exploitanten hebben tijd tot 1 juli 1958 om zich de maskers tegen kooloxyde aan te schaffen.
  Op voorstel van (de mijningenieur) kan de Directeur-Generaal van het Mijnwezen deze termijn in bepaalde zetels of gedeelten van zetels evenwel verkorten. <K.B. 25-3-1966, art. 24>

Art. 9. Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.