Details



Externe links:

Justel
Reflex

Overzicht pdf



Titel:

15 JULI 1956. - Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de raad van state, in geval van beroep als bedoeld bij artikel 76bis van de gemeentekieswet(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 23-04-2024 en tekstbijwerking tot 23-04-2024)



Inhoudstafel:


Art. 1-13



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

1994000661  2024003721 



Artikels:

Artikel 1.<KB 16-09-1982, art. 1 et 2, BS : 28-09-1982> Het in artikel 76bis van de gemeentekieswet bedoelde beroep wordt ingesteld door middel van een verzoekschrift dat bij een ter post aangetekende brief [1 of elektronisch]1 aan de Raad van State wordt gericht.
  [1 Tenzij gebruik wordt gemaakt van de elektronische procedure, worden bij het verzoekschrift vier gewaarmerkte afschriften gevoegd van het verzoekschrift en van elk van de erbij gevoegde documenten waarnaar het verwijst.]1
  ----------
  (1)<KB 2024-03-28/42, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 03-05-2024>

Art.2. <KB 16-09-1982, art. 2, BS : 28-09-1982> In het door meer dan een verzoeker ingediende verzoekschrift wordt een enkele woonplaats gekozen.
  Zoniet worden de verzoekers geacht bij de eerste verzoeker woonplaats te hebben gekozen.

Art.3. <KB 16-09-1982, art. 2, BS : 28-09-1982> De verzoekende partij voegt bij haar verzoekschrift een afschrift ofwel van de beslissing van de bestendige deputatie waarvan zij in beroep komt, ofwel van de brief van de provinciegriffier waarbij haar kennis wordt gegeven dat geen beslissing genomen is binnen de termijn bepaald in artikel 75 van de gemeentekieswet.

Art.4. <KB 16-09-1982, art. 2, BS : 28-09-1982> De hoofdgriffier zendt aan de provinciegouverneur een afschrift van het verzoekschrift en van de bijlagen waarnaar het verwijst en waarvan afschriften bij het verzoekschrift zijn gevoegd overeenkomstig artikel 1, tweede lid.

Art.5. De (hoofdgriffier) bezorgt een afschrift van het verzoekschrift aan de burgemeester van de gemeente, om het gedurende zes werkdagen neer te leggen op het gemeentesecretariaat, waar een ieder elke werkdag gedurende ten minste drie uren inzage en afschrift kan nemen. <KB 16-09-1982, art. 3>
  De (hoofdgriffier) van de Raad van State laat binnen drie dagen na ontvangst van het verzoekschrift een bericht in het Belgisch Staatsblad opnemen, waarin, voor ieder ingesteld beroep, de naam van de verzoeker en de betrokken gemeente worden vermeld. Het bericht deelt mede dat een ieder op het gemeentesecretariaat inzage kan nemen van het verzoekschrift. <KB 16-09-1982, art. 3>
  Zodra bij het verzoekschrift heeft ontvangen, brengt de burgemeester dit ter kennis van het publiek door middel van een in de gewone vorm bekendgemaakt bericht, dat ook de uren van inzage opgeeft. Het bericht blijft gedurende de dagen van inzage aan het gemeentehuis aangeplakt. (De duur van de aanplakking blijkt uit een door de burgemeester en de gemeentesecretaris ondertekend attest; zodra de aanplakkingstermijn is verlopen, wordt het attest aan de gouverneur gestuurd of, vanaf 1 januari 1995, aan het college bedoeld in artikel 83quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, wanneer het beroep de verkiezing in één van de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad betreft.) <KB 28-10-1994, art. 1, BS 09-11-1994>.

Art.6.(Degenen aan wie van de beslissing van de bestendige deputatie of van de afwezigheid van enige beslissing binnen de voorgeschreven termijn kennis moet worden gegeven, krachtens artikel 76, eerste lid, van de gemeentekieswet, de twee aftredende raadsleden bedoeld in artikel 23, § 1, eerste lid, of de drie ondertekenaars bedoeld in artikel 23, § 1, derde lid, van dezelfde wet, de gewone en plaatsvervangende verkozenen ten aanzien van wie de geldigverklaring van de geloofsbrieven betwist wordt, de plaatsvervangers, wier verkiezingsrang voor wijzigingen vatbaar is, alsmede al wie van een belang kan doen blijken, zijn gerechtigd om een memorie van antwoord aan de Raad van State te sturen.) <KB 28-10-1994, art. 2, BS 09-11-1994>
  Een ieder, die belang zou kunnen hebben, is gerechtigd om inzage te nemen van het dossier der verkiezing, dat zonder verplaatsing te zijner beschikking moet worden gehouden ten zetel van het provinciaal gouvernement (of, vanaf 1 januari 1995, aan de zetel van het college bedoeld in artikel 83quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, wanneer het beroep betrekking heeft op de verkiezing in één van de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.) <KB 28-10-1994, art. 1, BS 09-11-1994>
  De (hoofdgriffier) van de Raad van State bezorgt een afschrift van de memorie aan de verzoekende partij. <KB 16-09-1982, art. 3>
  Iedere memorie moet op straffe van verwerping uit de debatten :
  1° de naam en het adres van de partij vermelden en ondertekend zijn door de partij of door een op de tabel der orde ingeschreven advocaat;
  2° aan de Raad van State onder een ter post aangetekende omslag [1 of elektronisch]1 worden toegestuurd (binnen acht dagen na de eerste dag van aanplakking van het bericht bedoeld in artikel 5, derde lid;) <KB 16-09-1982, art. 4>
  3° vergezeld gaan van vier gewaarmerkte afschriften [1 , tenzij gebruik wordt gemaakt van de elektronische procedure]1.
  ----------
  (1)<KB 2024-03-28/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 03-05-2024>

Art.7. <KB 28-10-1994, art. 3, BS 09-11-1994> Bij ontvangst van het in artikel 5, derde lid, bedoeld attest, wordt het dossier van de verkiezing aan de hoofdgriffier van de Raad van State gezonden door de gouverneur of, vanaf 1 januari 1995, door het college bedoeld in artikel 83quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, wanneer het beroep betrekking heeft op de verkiezing in één van de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.
  Zijn verschillende beroepen betreffende dezelfde verkiezing ingediend, dan wordt het dossier van de verkiezing overgezonden zodra het laatste attest in ontvangst is genomen.

Art.8. (De hoofdgriffier van de Raad van State stuurt het dossier, samen met het verzoekschrift en de memories, aan het lid van het auditoraat dat belast is met de verslaggeving. Binnen acht dagen na ontvangst van het dossier stelt de auditeur een verslag op over de zaak.) <KB 28-10-1994, art. 4, BS 09-11-1994>
  Oordeelt de kamer, na kennisneming van het verslag over (...) de zaak, dat de zaak in staat van wijzen is, dan stelt de voorzitter de datum vast waarop zij zal worden opgeroepen. Is de kamer van oordeel dat nieuwe verrichtingen moeten worden bevolen, dan wijst zij ter uitvoering daarvan een raadsheer of een lid van het auditoraat aan, die (binnen acht dagen) een aanvullend verslag opmaakt. Dit verslag wordt gedagtekend, ondertekend en aan de kamer bezorgd. <KB 16-09-1982, art. 5> <KB 28-10-1994, art. 4, BS 09-11-1994>
  Het bevel waarbij de zaak wordt vastgesteld of voor nader onderzoek verwezen, wordt binnen (vijf dagen) na de indiening van het verslag gegeven. <KB 28-10-1994, art. 4, BS 09-11-1994>
  Het bevel waarbij de zaak wordt vastgesteld, wordt met de verslagen aan partijen betekend. Het stelt de zaak binnen (acht dagen) vast. <KB 28-10-1994, art. 4, BS 09-11-1994>

Art.9. Het arrest moet binnen zestig dagen na de indiening van het beroep worden gewezen. <KB 28-10-1994, art. 5, BS 09-11-1994>
  (...) <KB 28-10-1994, art. 5, BS 09-11-1994>

Art.10. Het arrest is niet vatbaar voor verzet, voor derden-verzet of voor aanvraag tot herziening.
  Komt een partij vóór de sluiting der debatten te overlijden, dan wordt de procedure voortgezet zonder dat het geding hoeft te worden hervat.

Art.11.Op de in dit besluit geregelde rechtspleging zijn van toepassing (de artikelen 1, 2, § 1, 1° en 2°), 5, 12, (16, 17, 19), 25 tot 27, 29, 33 tot 37, 51, 59 tot 65, 72, 77, 84, 85, 2° lid, [1 85bis,]1 86 tot 88, 90 tot 92 van het besluit van de Regent van 23 Augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State. <KB 16-09-1982, art. 6, BS : 28-09-1982> <KB 28-10-1994, art. 6, BS 09-11-1994>
  ----------
  (1)<KB 2024-03-28/42, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 03-05-2024>

Art.12. <wijzigingsbepaling>

Art. 13. <opheffingsbepaling>