30 MAART 1926. - Wet op het gebruik van loodwit en andere loodwitverven (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-04-1926 en tekstbijwerking tot 01-07-2010)
Art. 1-10
Artikel 1. Het verkopen aan particulieren en het bedrieglijk aankopen door deze van loodwit en andere loodwitverven, alsook van gans toebereide verven die loodwithoudende kleuren bevatten, zijn verboden.
Art.2. Het gebruik van loodwit en andere loodwitverven, alsook van gans toebereide, verven, die deze loodwithoudende kleuren bevatten, is verboden wat betreft, 't zij het verven binnenshuis, 't zij het verven van elk voorwerp bestemd tot het meubileren der gebouwen.
De witte kleuren, andere dan de hierboven bedoelde, worden slechts toegelaten, wanneer hun loodgehalte, berekend in metaaltoestand, 2 t.h. van hun gewicht niet overschrijdt.
Art.3. De bepalingen van artikelen 1 en 2 zijn niet toepasselijk op:
a) in "buisjes" vervatte loodwithoudende kleuren van minder dan 500 gram;
b) de voor de uitvoer verrichte schilderwerken waarbij, krachtens de aannemingsvoorwaarden of alle andere voorwaarden omtrent het ten uitvoer brengen der overeenkomst, het gebruik van loodwithoudende kleuren werd voorzien:
c) de gedeelten van nijverheidsgebouwen waar de werkzaamheden aanleiding geven tot zwavelhoudende gasuitwasemingen.
Art.4. Het droog afkrabben en droog puimen van met loodwit bestreken vlakken is verboden.
Art.5. De na te leven voorwaarden en de grenzen binnen dewelke toelating zal worden verleend voor het aankopen, verkopen, vervoeren en gebruiken van loodwit en andere loodwithoudende samenstellingen, bestemd voor beroepsgebruik, worden bij koninklijk besluit vastgesteld. De in buisjes vervatte verfstoffen, welker gewicht minder dan 500 gram bedraagt, vallen niet onder de toepassing van die bepaling.
Art.6. Voor overtreding van de bepalingen dezer wet en van de besluiten, betrekkelijk haar uitvoering, wordt met een boete van 200 tot 1.000 frank gestraft.
In geval van herhaling binnen het jaar, te rekenen vanaf de laatste veroordeling, wordt de straf verdubbeld.
Art.7. In afwijking van artikel 100 van het Strafwetboek, worden hoofdstuk VII en artikel 85 van Boek I van dit Wetboek toegepast op de overtredingen voorzien bij deze wet.
Nochtans wordt artikel 85 van dit Wetboek niet toegepast in geval van herhaling.
Art.8. <W 1989-12-22/31, art. 221, 002; Inwerkingtreding : 09-01-1990> Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, houden de door de Koning aangewezen ambtenaren toezicht op de naleving van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan.
[1 Deze ambtenaren oefenen dit toezicht uit overeenkomstig de bepalingen van het Sociaal Strafwetboek.]1
----------
(1)<W 2010-06-06/06, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 01-07-2011>
Art.9. De wet van 20-08-1909 op het gebruik van loodwit in schilderwerken wordt ingetrokken.
Art. 10. Deze wet treedt in werking zes maand na hare bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.