15 MEI 2025. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 30 november 2023 ter bestrijding van discriminatie bij de toegang tot huisvesting
Art. 1-9
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° administratie: de "Direction du Logement Privé, de l'Information et du Contrôle du Service public de Wallonie Territoire, Logement, Patrimoine et Energie - Département du Logement" (de Directie Privé-woning, Informatie en Controle van de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijk Beleid, Huisvesting, Erfgoed en Energie - Departement Huisvesting);
2° decreet van 30 november 2023: het decreet van 30 november 2023 ter bestrijding van discriminatie bij de toegang tot huisvesting.
Art.2. De personeelsleden bedoeld in artikel 4 van het decreet van 30 november 2023 zijn de personeelsleden van de administratie die worden aangewezen door de Minister bevoegd voor Huisvesting en die de eed afleggen ten overstaan van de Directeur-generaal van de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijk Beleid, Huisvesting, Erfgoed en Energie met het oog op de uitoefening van de controle- en vaststelling functies waarin het decreet van 30 november 2023 voorziet.
De directeur van de administratie of, wanneer hij verhinderd is, een ambtenaar van niveau A van dezelfde directie die hem vervangt, is de ambtenaar die is aangewezen om de administratieve geldboete of berisping, bedoeld in artikel 8 van het decreet van 30 november 2023, op te leggen.
Art.3. Het proces-verbaal bedoeld in artikel 7, § 4, van het decreet van 30 november 2023bevat:
1° de identificatie van het vaststellend personeelslid;
2° de bepaling krachtens welke het vaststellend personeelslid bevoegd is;
3° indien bekend, de datum of de periode waarin de overtreding werd begaan;
4° de identiteit van de vermeende dader en van elke persoon die een belang kan aantonen en van elke persoon die een vermoedelijke daad van discriminatie aan de administratie meldt;
5° de wettelijke bepaling waarop inbreuk werd gepleegd;
6° een gedetailleerde en nauwkeurige beschrijving van de feiten met betrekking tot de gepleegde overtredingen;
7° de datum en plaats van opstelling van het proces-verbaal;
8° de handtekening van het vaststellend personeelslid.
Het proces-verbaal bedoeld in artikel 7, § 4, van het decreet van 30 november 2023 wordt binnen vijftien dagen na de opstelling ervan meegedeeld aan de procureur des Konings van de plaats van het te huur gesteld goed. De vermeende dader wordt, ter informatie en binnen dezelfde termijn, in kennis gesteld.
Art.4. § 1. Het bedrag van de administratieve geldboete bedoeld in artikel 8, § 1, van het decreet van 30 november 2023 bedraagt:
1° 500 euro als de vastgestelde overtreding gebaseerd is op de schending van één enkel beschermd criterium in de zin van artikel 4, 5°, van het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie;
2° 1500 euro als de vastgestelde overtreding gebaseerd is op de schending van twee beschermde criteria in de zin van artikel 4, 5°, van het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie;
3° 3000 euro als de vastgestelde overtreding gebaseerd is op de schending van ten minste drie beschermde criteria in de zin van artikel 4, 5°, van het decreet van 6 november 2008 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie.
Met betrekking tot het eerste lid, 1°, indien de vastgestelde overtreding een eerste overtreding betreft, wordt de overtreder een berisping opgelegd.
§ 2. De in § 1 van dit artikel vastgestelde bedragen van de administratieve geldboetes worden om de vijf jaar op 1 januari geïndexeerd met toepassing van het indexcijfer van de consumptieprijzen.
De referentie-index is die van de maand november 2023. Deze geïndexeerde bedragen overschrijden het maximum van 6.200 euro niet, zoals bedoeld in het decreet van 30 november 2023.
Bij de indexering wordt de uitkomst verhoogd met hoogstens 50 cent of verminderd met hoogstens 49 cent om een geheel getal te verkrijgen.
Art.5. De beslissing bedoeld in artikel 8, § 1, van het decreet van 30 november 2023 wordt meegedeeld aan de overtreder en de klager.
Art.6. § 1. De administratieve geldboete wordt binnen een termijn van twee maanden na ontvangst bij overschrijving betaald op een rekening van de "Service public de Wallonie - Département du Budget et de la Trésorerie" (Waalse Overheidsdienst - Departement Begroting en Thesaurie) en toegekend aan het Gewestelijk Fonds voor Herhuisvesting bedoeld in artikel 13bis van het Waals Wetboek van Duurzaam Wonen.
§ 2. Als de overtreder nalaat de geldboete te betalen, kan de algemene ontvanger van de Directie Financiering en Ontvangsten van het Departement Begroting en Thesaurie van de Waalse Overheidsdienst Financiën een dwangbevel uitvaardigen.
§ 3. De Inspecteur-generaal van het Departement Huisvesting van de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijk Beleid, Huisvesting, Erfgoed en Energie of, wanneer die is verhinderd, een ambtenaar van niveau A die aan hetzelfde departement verbonden is, die hem vervangt, is aangewezen om het dwangbevel te viseren en uitvoerbaar te verklaren.
Het dwangbevel wordt aan de schuldenaar betekend bij deurwaardersexploot. De betekening bevat bevel tot betalen op straffe van uitvoering bij beslag.
Het beslag wordt uitgevoerd zoals bedoeld in deel V van het Gerechtelijk Wetboek houdende bewarend beslag en middelen tot tenuitvoerlegging.
Art.7. De opleiding bedoeld in artikel 8, § 2, van het decreet van 30 november 2023 valt uiteen in de vier volgende delen:
1° de definitie van discriminatie en de elementen die tot discriminatie kunnen leiden;
2° de verschillende beschermde criteria en de desbetreffende verschillende begrippen;
3° het wettelijk kader rond het verbod op discriminatie;
4° de praktische raadgevingen die van toepassing zijn op de selectie en/of keuze van kandidaat-huurders.
Voor de in lid 1 bedoelde opleiding is een attest van deelname afgegeven door de instelling waarbij de opleiding wordt verstrekt.
Art.8. § 1. Overeenkomstig artikel 8, § 4, van het decreet van 30 november 2023 delegeert de Regering aan de Inspecteur-generaal van het Departement Huisvesting van de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijk Beleid, Huisvesting, Erfgoed en Energie de bevoegdheid om uitspraak te doen over beroepen die worden ingesteld tegen een berisping of een administratieve geldboete.
§ 2. Het beroep wordt ingesteld bij de Inspecteur-generaal van het Departement Huisvesting van de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijk Beleid, Huisvesting, Erfgoed en Energie, hetzij elektronisch, hetzij bij aangetekende brief.
Op straffe van niet-ontvankelijkheid bevat het beroep de identiteit en het adres van de overtreder, de aangevochten beslissing, de redenen waarom de beslissing wordt aangevochten.
De Inspecteur-generaal van het Departement Huisvesting van de Waalse Overheidsdienst Ruimtelijk Beleid, Huisvesting, Erfgoed en Energie, bevestigt de ontvangst van het beroep binnen een termijn van vijftien dagen.
Op zijn verzoek wordt de overtreder gehoord in het kader van het beroep.
Art. 9. De Minister van Huisvesting is belast met de uitvoering van dit besluit.