6 FEBRUARI 2025. - Besluit van de Regering houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan personeelsleden van de dienst met afzonderlijk beheer "Service en Logistiek in het Gemeenschapsonderwijs"
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-10
HOOFDSTUK 2. - Bevoegdheden gedelegeerd aan de directeur
Art. 11-14
HOOFDSTUK 3. - Bevoegdheden gedelegeerd aan de hoofden van een operationele eenheid
Art. 15-16
HOOFDSTUK 4. - Bevoegdheden gedelegeerd aan de diensthoofden
Art. 17-18
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 19-21
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Toepassingsgebied
De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de betrokken personeelsleden van de dienst met afzonderlijk beheer "Service en Logistiek in het Gemeenschapsonderwijs".
Art.2. Verwijzingen naar personen
De verwijzingen naar personen in dit besluit gelden voor alle geslachten.
Art.3. Maximumbedragen
De in dit besluit vastgelegde maximumbedragen dekken de volledige uitgave, exclusief btw.
Art.4. Draagwijdte van de delegaties
De statutaire hiërarchische meerderen van een gemachtigd personeelslid kunnen de gedelegeerde bevoegdheden zelf uitoefenen, maar kunnen hun beslissing niet in de plaats stellen van een beslissing die het gemachtigde personeelslid heeft genomen en die aan de betrokkene is meegedeeld.
Art.5. Afwezigheid of verhindering van het gemachtigde personeelslid
Tenzij anders bepaald worden de bevoegdheden van de directeur bij diens afwezigheid of verhindering uitgeoefend door een personeelslid dat wordt aangewezen door de secretaris-generaal van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.
Tenzij anders bepaald worden de bevoegdheden van het hoofd van een operationele eenheid bij diens afwezigheid of verhindering uitgeoefend door een personeelslid dat wordt aangewezen door de directeur.
Tenzij anders bepaald worden de bevoegdheden van een diensthoofd bij diens afwezigheid of verhindering uitgeoefend door het hoofd van de operationele eenheid aan wie het betrokken diensthoofd is toegewezen.
Art.6. Certificering van kopieën
De directeur, de bevoegde hoofden van een operationele eenheid en de bevoegde diensthoofden worden gemachtigd om kopieën eensluidend te verklaren.
Art.7. Attesten
Delegatie wordt toegekend aan de directeur, de bevoegde hoofden van een operationele eenheid en de bevoegde diensthoofden om attesten te ondertekenen die betrekking hebben op feiten die in dossiers vastgelegd zijn.
Art.8. Delegatie van ondertekeningsbevoegdheid
In het kader van de uitvoering van ministeriële beslissingen kunnen de directeur, de bevoegde hoofden van een operationele eenheid en de bevoegde diensthoofden namens de bevoegde minister, en op basis van diens instructies, mededelingen ondertekenen die aan de betrokkenen worden gericht.
Art.9. Afwezigheid van personeelsleden
De directeur, de bevoegde hoofden van een operationele eenheid en de bevoegde diensthoofden worden gemachtigd om te beslissen over alle soorten van afwezigheden die worden aangevraagd door medewerkers die rechtstreeks onder hen ressorteren en die geen invloed hebben op de bezoldigingsregeling, het administratief statuut of de arbeidsverhouding van het betrokken personeelslid, met inbegrip van de toekenning van jaarlijkse vakantiedagen, buitengewone arbeidstijden en overuren.
Art.10. Verblijven in het buitenland
De directeur, de bevoegde hoofden van een operationele eenheid en de bevoegde diensthoofden worden gemachtigd om verblijven met overnachting in het buitenland goed te keuren die worden aangevraagd door medewerkers die rechtstreeks onder hen ressorteren.
HOOFDSTUK 2. - Bevoegdheden gedelegeerd aan de directeur
Art.11. Algemene gedelegeerde ordonnanceringsbevoegdheid
Wat de vastleggingen en de betaalbaarstelling van de uitgaven overeenkomstig artikel 24, § § 2 tot 4, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap betreft, wordt de directeur aangewezen als gedelegeerde ordonnateur voor de uitgavenbegroting van de dienst met afzonderlijk beheer.
Art.12. Betalingsopdrachten
Wat de betalingsopdrachten overeenkomstig artikel 24, § § 2 en 5, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap betreft, wordt de directeur aangewezen als gedelegeerde ordonnateur voor alle uitgaven die uitgevoerd worden door de ordonnateur, de gedelegeerde ordonnateurs of de gesubdelegeerde ordonnateurs.
Art.13. Lopende uitgaven in de dienst met afzonderlijk beheer
De directeur wordt aangewezen als gedelegeerd ordonnateur voor de vastleggingen, de juridische verbintenissen, de betaalbaarstelling van de uitgaven en de betalingsopdrachten overeenkomstig artikel 24, § § 2 tot 5, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot alle in de uitgavenbegroting van de dienst met afzonderlijk beheer bepaalde uitgaven voor de basisallocaties 12 en 74 tot 30.000 euro.
Deze delegatie geldt ook uitdrukkelijk voor de rechtshandelingen waarin de wetgeving inzake overheidsopdrachten voorziet.
Art.14. Sluiten van arbeidsovereenkomsten
De directeur wordt gemachtigd om, met inachtneming van de geldende wetgeving, arbeidsovereenkomsten te sluiten en te beëindigen.
HOOFDSTUK 3. - Bevoegdheden gedelegeerd aan de hoofden van een operationele eenheid
Art.15. Algemene gedelegeerde ordonnanceringsbevoegdheid
Onverminderd hoofdstuk 2 worden de bevoegde hoofden van een operationele eenheid aangewezen als gedelegeerde ordonnateurs voor de vastleggingen en de betaalbaarstelling van de uitgaven overeenkomstig artikel 24, § § 2 tot 4, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de begrotingsallocaties die aan hun operationele eenheid zijn toegekend.
Art.16. Lopende uitgaven in de operationele eenheden
Onverminderd hoofdstuk 2 worden de bevoegde hoofden van een operationele eenheid aangewezen als gedelegeerde ordonnateurs voor de vastleggingen, de juridische verbintenissen en de betaalbaarstelling van de uitgaven overeenkomstig artikel 24, § § 2 tot 4, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de in de uitgavenbegroting van de dienst met afzonderlijk beheer bepaalde uitgaven voor de aan hun operationele eenheid toegekende begrotingsallocaties 12 en 74 tot 10.000 euro.
Deze delegatie geldt ook uitdrukkelijk voor de rechtshandelingen waarin de wetgeving inzake overheidsopdrachten voorziet.
HOOFDSTUK 4. - Bevoegdheden gedelegeerd aan de diensthoofden
Art.17. Algemene gedelegeerde ordonnanceringsbevoegdheid
Als een operationele eenheid bestaat uit een of meer diensten, wordt de in artikel 15 vermelde algemene gedelegeerde ordonnanceringsbevoegdheid in de betrokken dienst, in afwijking van het vermelde artikel, als volgt uitgeoefend:
1° het bevoegde diensthoofd wordt aangewezen als gedelegeerde ordonnateur voor de vastleggingen met betrekking tot de begrotingsallocaties die aan zijn dienst zijn toegekend;
2° het bevoegde hoofd van een operationele eenheid wordt aangewezen als gedelegeerde ordonnateur voor de betaalbaarstelling van de uitgaven met betrekking tot de begrotingsallocaties die aan zijn operationele eenheid zijn toegekend.
Art.18. Lopende uitgaven in de diensten
Onverminderd hoofdstuk 2 worden de bevoegde diensthoofden aangewezen als gedelegeerde ordonnateurs voor de vastleggingen en de juridische verbintenissen overeenkomstig artikel 24, § § 2 en 3, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap met betrekking tot de in de uitgavenbegroting van de dienst met afzonderlijk beheer bepaalde uitgaven voor de begrotingsallocaties 12 en 74 tot 10.000 euro.
Deze delegatie geldt ook uitdrukkelijk voor de rechtshandelingen waarin de wetgeving inzake overheidsopdrachten voorziet.
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.19. Opheffingsbepaling
Het besluit van de Regering van 19 juli 2012 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering van 21 december 2023, wordt opgeheven.
Art.20. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2025.
Art. 21. Uitvoeringsbepaling
De minister bevoegd voor Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.