Artikel 1. Artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de programmatie- en de rationalisatienormen in het gewoon basisonderwijs, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2008, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
  "Art.5. § 1. De volgende documenten worden gevoegd bij de gemotiveerde aanvraag met het oprichtingsdossier, vermeld in artikel 112bis, § 3, tweede lid, van het decreet, dat ondertekend wordt door het schoolbestuur:
  1° het protocol van de onderhandelingen in het lokaal comité;
  2° het verslag van het overleg binnen de schoolraad.
  § 2. De Vlaamse Regering houdt ten minste rekening met de volgende criteria om de ontvankelijke aanvragen te beoordelen:
  1° worden in het programmatievoorstel de noodzaak, de doelmatigheid en de leefbaarheid, met inbegrip van een realistische inschatting van het potentiële aantal leerlingen, afdoende gemotiveerd in een omgevingsanalyse, waarbij in de mate van het mogelijke ook rekening gehouden wordt met het lokale aanbod;
  2° wordt, in relatie tot het al bestaande aanbod van een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal of programmatieaanvragen van andere scholen voor dezelfde taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal, een redelijke spreiding beoogd, rekening houdend met de groep, vermeld in artikel 3, 21°, van het decreet, en met de wetenschappelijk te verwachten prevalentie;
  3° worden de aangepaste en schoolexterne begeleidingsmogelijkheden voor de te programmeren doelgroep in kaart gebracht, en als dat niet het geval is, wordt dat afdoende gemotiveerd;
  4° beschikt de school over de nodige expertise voor een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal;
  5° zijn er recent inspanningen geleverd om het personeel te professionaliseren voor de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal of zijn dergelijke inspanningen gepland;
  6° heeft de school de vereiste infrastructurele en materiële voorzieningen op het gebied van toegankelijkheid en hulpmiddelen voor de taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal;
  7° is er onderhandeld met het lokaal onderhandelingscomité, en wat is de inhoud van het protocol en is er overleg gepleegd met de schoolraad en wat is het resultaat van het overleg.
  § 3. Nadat het Agentschap voor Onderwijsdiensten van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, hierna agentschap te noemen, de aanvraag conform artikel 112bis, § 3, van het decreet ontvangen en bezorgd heeft, brengen de Vlaamse Onderwijsraad, de adviescommissie Vlaamse Gebarentaal, de Onderwijsinspectie en het agentschap binnen een redelijke termijn en uiterlijk zestig dagen na de uiterste indieningsdatum van de aanvraag, een advies uit, dat ze bezorgen aan de minister. In de termijn van zestig dagen zijn de vakantieperioden niet inbegrepen.
  In het eerste lid wordt verstaan onder vakantieperioden: de perioden, vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
  De Vlaamse Onderwijsraad en de adviescommissie Vlaamse Gebarentaal baseren hun advies, vermeld in het eerste lid, op het onderzoek van ten minste de beoordelingscriteria, vermeld in paragraaf 2.
  De Onderwijsinspectie baseert zijn advies, vermeld in het eerste lid, op het onderzoek van ten minste de beoordelingscriteria, vermeld in paragraaf 2, 3° tot en met 7°.
  Het agentschap baseert zijn advies, vermeld in het eerste lid, op het onderzoek van ten minste de beoordelingscriteria, vermeld in paragraaf 2, 1°, 2° en 7°.
  § 4. De Vlaamse Regering beslist op basis van een voorstel van de minister. De Vlaamse Regering beslist uiterlijk op 31 maart van het voorafgaande schooljaar. Deze beslissingstermijn geldt als ordetermijn.
  § 5. Het agentschap brengt het schoolbestuur schriftelijk op de hoogte van de beslissing, vermeld in paragraaf 4, binnen een periode van veertien dagen na die beslissing.".

Art. 2. In artikel 14quater, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het secundair onderwijs of in het stelsel van leren en werken, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008, wordt de inleidende zin "Problematische afwezigheden zijn:" vervangen door de inleidende zin "Een afwezigheid van een leerling wordt beschouwd als een problematische afwezigheid als die leerling minimaal één lesuur van de halve lesdag problematisch afwezig is. Problematische afwezigheden zijn:".
Art. 3. In artikel 14undecies/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° aan het eerste lid worden de volgende zinnen toegevoegd:
  "Om de afspraak vast te leggen, stelt de onderwijsinspectie drie data voor. Als de ouders weigeren om op een van deze data in te gaan, wordt dat beschouwd als het niet aanvaarden van een controle als vermeld in artikel 110/31, § 3, van de codex.";
  2° in het derde lid worden de woorden "en waarmee de ouders zich akkoord verklaren" opgeheven;
  3° aan het derde lid wordt de volgende zin toegevoegd:
  "Als het volgens de onderwijsinspectie niet mogelijk is om de controle uit te voeren op de plaats waar het onderwijs wordt verstrekt en op de plaats die de onderwijsinspectie aanwijst, kan de onderwijsinspectie beslissen om de controle digitaal uit te voeren.".
Art. 4. In artikel 14undecies/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° aan het eerste lid wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "8° het nastreven van sociale participatie.";
  2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Als de onderwijsinspectie bij een controle vaststelt, dat het verstrekte onderwijs kennelijk niet beantwoordt aan de minimumeisen, vermeld in artikel 110/28, tweede lid, van de codex, wordt binnen zes maanden na de controle een nieuwe afspraak gemaakt voor een controle als vermeld in artikel 14 undecies/1. De termijn wordt geschorst tijdens de duur van de kerst-, paas- en zomervakantie.".
Art. 5. In artikel 14terdecies, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt het woord "veertien" vervangen door het woord "dertig";
  2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Als de onderwijsinspectie van oordeel is dat het voor het onderzoek, vermeld in paragraaf 1, noodzakelijk is dat er een afspraak of bezoek aan de plaats waar het huisonderwijs zal worden verstrekt, wordt georganiseerd en het is niet mogelijk dit gesprek binnen de termijn van dertig dagen, vermeld in het eerste lid, te laten doorgaan, wordt de termijn verlengd met dertig dagen.".

Art. 6. In artikel 10quinquies, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 12 november 1997 betreffende de controle op de inschrijvingen van leerlingen in het basisonderwijs, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 maart 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013, worden tussen de woorden "Alle afwezigheden" en de woorden "die niet vallen" de woorden "van een leerling die minimaal één lestijd van een halve lesdag bedragen en" ingevoegd.
Art. 7. Aan artikel 10septies/2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2020, wordt de volgende zin toegevoegd:
  "Een afwezigheid van een leerling wordt beschouwd als een andere afwezigheid als die leerling minimaal één lestijd van de halve lesdag afwezig is zonder dat die afwezigheid door de directie als aanvaardbaar wordt geacht.".
Art. 8. In artikel 10decies/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° aan het eerste lid worden de volgende zinnen toegevoegd:
  "Om de afspraak vast te leggen, stelt de onderwijsinspectie drie data voor. Als de ouders weigeren om op een van die data in te gaan, wordt dat beschouwd als het niet aanvaarden van een controle als vermeld in artikel 26ter, § 3, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997.";
  2° in het derde lid worden de woorden "en waarmee de ouders zich akkoord verklaren" opgeheven;
  3° aan het derde lid wordt de volgende zin toegevoegd:
  "Als het volgens de onderwijsinspectie niet mogelijk is om de controle uit te voeren op de plaats waar het onderwijs wordt verstrekt en op de plaats die de onderwijsinspectie aanwijst, kan de onderwijsinspectie beslissen om de controle digitaal uit te voeren.".
Art. 9. In artikel 10decies/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2014 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 september 2020, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° aan het eerste lid wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "8° het nastreven van sociale participatie.";
  2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Als de onderwijsinspectie bij een controle vaststelt, dat het verstrekte onderwijs kennelijk niet beantwoordt aan de minimumeisen, vermeld in artikel 26bis van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, wordt binnen zes maanden na de controle een nieuwe afspraak gemaakt voor een controle als vermeld in artikel 10decies/1. De termijn wordt geschorst tijdens de kerst-, paas- en zomervakantie.".
Art. 10. In artikel 10duodecies, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het woord "veertien" wordt vervangen door het woord "dertig";
  2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Als de onderwijsinspectie van oordeel is dat het voor het onderzoek, vermeld in paragraaf 1, noodzakelijk is dat er een afspraak of bezoek aan de plaats waar het huisonderwijs zal worden verstrekt, wordt georganiseerd en het is niet mogelijk dit gesprek binnen de termijn van dertig dagen, vermeld in het eerste lid, te laten doorgaan, wordt de termijn verlengd met dertig dagen.".

Art. 11. Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1998 betreffende de regels voor het uitreiken van het getuigschrift van basisonderwijs en het vastleggen van de vorm ervan, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 12. In artikel 5, § 1, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 juli 2015 en 22 september 2023, wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
  "2° elk besluitvormingsproces van de klassenraad tijdens het schooljaar, met inbegrip van de deliberatie. Zolang stages bezig zijn, kan de deliberatie voor de leerlingen in kwestie niet beëindigd worden. De deliberatie kan:
  a) op zijn vroegst van start gaan op de vijfde laatste lesdag van de maand juni;
  b) op zijn vroegst van start gaan op de vijfde laatste lesdag van de maand januari voor de zevende leerjaren gericht op instroom arbeidsmarkt, die eindigen op 31 januari van het lopende schooljaar;
  c) georganiseerd worden op elk tijdstip van het schooljaar voor de opleiding Basisverpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs.".

Art. 13. In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007 tot vaststelling van de indienings- en adviseringsprocedure voor voorstellen van nieuwe structuuronderdelen in het secundair onderwijs dat niet of niet automatisch tot een onderwijskwalificatie leidt, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2021, wordt punt 2° opnieuw opgenomen in de volgende lezing:
  "2° in geval van een zevende leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt: de duurtijd;".

Art. 14. In artikel 7/4, tweede lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2007 betreffende het onderwijs aan huis voor zieke kinderen en jongeren, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024, wordt de zinsnede ", vermeld in artikel 7 van het ministerieel besluit van 3 maart 2023" vervangen door de zinsnede "als vermeld in artikel 5 van het ministerieel besluit van 7 juni 2024".

Art. 15. Artikel 15/1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 september 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019, wordt opgeheven.

Art. 16. Aan het opschrift van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juli 2008 betreffende de bestaanszekerheidsvergoeding voor busbegeleiders, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2014 en 29 april 2022, worden de woorden `en parkingwachters' toegevoegd.
Art. 17. In artikel 1 van hetzelfde besluit wordt een punt 3° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° /1 parkingwachters: de parkingwachter zorgt ervoor dat een bepaald aantal leerlingen veilig van de ene bus afstapt en op de juiste bus opstapt bij het wisselen van bus tijdens het woon-schoolvervoer. Daarnaast coördineert een parkingwachter het achtereenvolgens vertrekken van de verschillende bussen;".
Art. 18. Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt:
  "Art. 2. Dit besluit is van toepassing op scholen die busbegeleiders en/of parkingwachters tewerkstellen, en op deze busbegeleiders en parkingwachters.".
Art. 19. In artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 29 april 2022, wordt het woord "busbegeleider" telkens vervangen door de woorden "busbegeleider of parkingwachter".
Art. 20. In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt het woord "busbegeleider" telkens vervangen door de woorden "busbegeleider of parkingwachter".
Art. 21. In artikel 5, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 29 april 2022, wordt het woord "busbegeleiders" vervangen door de zinsnede `busbegeleiders en/of parkingwachters".
Art. 22. In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt:
  "Art. 6. Het schoolbestuur bewaart gedurende vijf jaar de volgende bewijsstukken:
  1° geschreven arbeidsovereenkomst voor busbegeleider/parkingwachter;
  2° aanvraag tot betaling van de bestaanszekerheidsvergoeding voor busbegeleiders/parkingwachters;
  3° attest van de uitbetalingsinstelling waarbij het bewijs wordt geleverd van het aantal dagen dat het personeelslid volledig werkloos is geweest tijdens de betreffende maanden juli en augustus;
  4° attest van de instelling die tijdens de werkloosheid in de maanden juli en augustus de ziekte-uitkeringen heeft betaald;
  5° verklaring op eer: de busbegeleider/parkingwachter moet verklaren dat de vergoeding voor éénzelfde periode slechts één keer wordt aangevraagd.".
Art. 23. In artikel 7 van hetzelfde besluit wordt het woord "busbegeleider" vervangen door de zinsnede "busbegeleider/parkingwachter".

Art. 24. In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 2014 betreffende de bepaling van de regels voor de aanvraag en de toekenning van de subsidie voor de Rijdende kleuterschool Vlaanderen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2021, wordt de zinsnede ", afdeling Basisonderwijs en Deeltijds Kunstonderwijs, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel" opgeheven.

Art. 25. Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 augustus 2016 betreffende de organisatie van stages en sociaal-maatschappelijke trainingen in het buitengewoon secundair onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 7 juli 2017, 18 mei 2018 en 28 augustus 2020, wordt vervangen door wat volgt:
  "Artikel 1. In opleidingsvorm 1 kan voor een leerlingengroep, met permanente begeleiding van de leraar, of voor een individuele leerling een leerlingenstage of sociaal-maatschappelijke training worden georganiseerd.
  In opleidingsvorm 2, tweede fase, kan voor een leerlingengroep, met permanente begeleiding van de leraar, of voor een individuele leerling een leerlingenstage worden georganiseerd.
  In opleidingsvorm 3, laatste jaar opleidingsfase en de volledige kwalificatiefase, kan voor een leerlingengroep, met permanente begeleiding van de leraar, een leerlingenstage worden georganiseerd. In opleidingsvorm 3, kwalificatiefase, wordt, al dan niet over de jaren gespreid, voor elke individuele leerling een leerlingenstage van minimaal vijftien dagen georganiseerd.
  Het derde lid is niet van toepassing voor de duale opleidingen van opleidingsvorm 3.
  De duur van een leerlingenstage en van een sociaal-maatschappelijke training kan worden opgesplitst in periodes van halve dagen. De duur van een individuele leerlingenstage kan binnen dezelfde opleiding of fase per leerling verschillen als daar een gemotiveerde reden voor bestaat.".

Art. 26. Aan artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 april 2018 betreffende de einddoelen in het deeltijds kunstonderwijs wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "4° audiomaker: amateur audiomaker.".

Art. 27. In bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende curriculumdossiers en leerplannen in het onderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt:
  "3° positionering in het opleidingsaanbod secundair onderwijs:
  a) graad;
  b) in geval van een zevende leerjaar, of het gericht is op instroom arbeidsmarkt of op hoger onderwijs;
  c) finaliteit;
  d) onderwijsvorm;
  e) domein/domeinoverschrijdend;
  f) VKS-niveau;
  g) logische doorstroommogelijkheden;
  h) in geval van een zevende leerjaar gericht op instroom arbeidsmarkt: de duurtijd, uitgedrukt in semesters;";
  2° de bepaling
  "(*) De statuten zijn:
  a) eindtermen;
  b) cesuurdoelen - specifieke eindtermen;
  c) doelen die leiden tot een of meer erkende beroepskwalificaties;
  d) differentiële doelen."
  wordt vervangen door de bepaling
  "(*) De statuten zijn:
  a) eindtermen;
  b) cesuurdoelen - specifieke eindtermen;
  c) doelen die leiden tot een of meer erkende beroepskwalificaties;
  d) differentiële doelen;
  e) doelen die zijn afgeleid van eindtermen of specifieke eindtermen.".

Art. 28. In artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2018 betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 en 2 september 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt:
  "4° in de studierichting creërend acteur in de vierde graad:
  a) cabaret en comedy;
  b) figuren- en poppentheater;
  c) improvisatietheater;
  d) kleinkunst;
  e) mime en bewegingstheater;
  f) spreek- en verteltheater;
  g) theatermaker;";
  2° punt 6° wordt vervangen door wat volgt:
  "6° in de studierichting audiomaker in de vierde graad: radio maken;";
  3° punt 7° wordt vervangen door wat volgt:
  "7° in de kortlopende studierichting woordkunst- en dramacultuur:
  a) woordkunst- en dramacultuur;
  b) recensent woordkunst-drama;";
  4° punt 8° wordt vervangen door wat volgt:
  "8° in de kortlopende studierichting schrijver:
  a) proza;
  b) poëzie;
  c) dramateksten;
  d) literaire non-fictie;
  e) literaire teksten;";
  5° er wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "9° in de kortlopende studierichting specialisatie woordkunst-drama: de opties, vermeld in punt 3° tot en met 6°. ".
Art. 29. In artikel 8, § 4, 10°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 september 2022, worden de woorden "creërend acteur" vervangen door het woord "audiomaker".

Art. 30. In artikel 8, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 tot operationalisering van de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "Leerplichtigen in huisonderwijs" vervangen door de woorden "Leerplichtigen met een verklaring van rechten en plichten inzake huisonderwijs";
  2° in het derde en het vierde lid worden de woorden "Leerplichtigen in huisonderwijs" vervangen door de woorden "leerplichtigen met een verklaring van rechten en plichten inzake huisonderwijs".
Art. 31. In artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid worden de woorden "de organisator van huisonderwijs voor leerplichtigen" vervangen door de woorden "de organisator van huisonderwijs voor leerplichtigen met een verklaring van rechten en plichten inzake huisonderwijs" en worden de woorden "de leerlingen in huisonderwijs voor wie een verklaring over huisonderwijs is ingediend" vervangen door de woorden "de leerplichtigen in huisonderwijs met een verklaring van rechten en plichten inzake huisonderwijs";
  2° in het derde lid worden de woorden "de organisator van huisonderwijs" vervangen door de woorden "de organisator van huisonderwijs voor leerplichtigen met een verklaring van rechten en plichten inzake huisonderwijs".
Art. 32. In artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2022, worden de woorden "leerplichtigen in huisonderwijs" vervangen door de woorden "leerplichtigen met een verklaring van rechten en plichten inzake huisonderwijs".
Art. 33. In artikel 24/1, § 1, 8°, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019, wordt het woord "verklaring" vervangen door de woorden "verklaring van rechten en plichten inzake huisonderwijs".
Art. 34. In artikel 25 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 tot operationalisering van de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 1. Het bestuur van het centrum waartoe de leerling behoort, is verwerkingsverantwoordelijke voor de gegevens van het multidisciplinaire dossier.";
  2° in paragraaf 2 worden de woorden "is verantwoordelijk voor" vervangen door de woorden "houdt toezicht op".
Art. 35. Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 36. In artikel 28/1, derde lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 april 2019 en vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2023, worden de woorden "centrum zelf" vervangen door de woorden "bestuur van het centrum".

Art. 37. Aan artikel 10, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2022 over de organisatie van het secundair onderwijs, wat leerlingen betreft, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 5 mei 2023 en 22 september 2023, wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "4° uiterlijk aan het einde van de screening, vermeld in artikel 357/47 van de Codex Secundair Onderwijs van 17 december 2010, in een aanloopstructuuronderdeel.".
Art. 38. In artikel 28, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2023, wordt de zinsnede ", dat is uitgereikt tot en met het schooljaar 2023-2024" opgeheven.
Art. 39. In artikel 29, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2023, wordt de zinsnede ", dat is uitgereikt tot en met het schooljaar 2024-2025" opgeheven.
Art. 40. In artikel 30, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2023, wordt de zinsnede ", dat is uitgereikt tot en met het schooljaar 2024-2025" opgeheven.
Art. 41. In artikel 31 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid, 3°, wordt de zinsnede ", dat is uitgereikt tot en met het schooljaar 2023-2024" opgeheven;
  2° in het eerste lid, 4°, wordt de zinsnede ", dat is uitgereikt tot en met het schooljaar 2024-2025" opgeheven;
  3° in het tweede lid, 3°, wordt de zinsnede ", dat is uitgereikt tot en met het schooljaar 2024-2025" vervangen door de zinsnede ", dat is behaald";
  4° in het tweede lid, 4°, wordt de zinsnede ", dat is uitgereikt tot en met het schooljaar 2024-2025" vervangen door de zinsnede ", dat is behaald".
Art. 42. In artikel 43, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "het structuuronderdeel" vervangen door de zinsnede "hetzij de graad, hetzij het structuuronderdeel als het een zevende leerjaar betreft".
Art. 43. In artikel 47, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "de duur van het structuuronderdeel" vervangen door de zinsnede "de duur van hetzij de graad, hetzij het structuuronderdeel als het een zevende leerjaar betreft".
Art. 44. In artikel 49, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "het structuuronderdeel" vervangen door de woorden "de graad".
Art. 45. In artikel 50, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "het structuuronderdeel" vervangen door de zinsnede "hetzij de graad, hetzij het structuuronderdeel als het een zevende leerjaar betreft".
Art. 46. In artikel 51, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "het structuuronderdeel" vervangen door de woorden "de graad".
Art. 47. In artikel 52, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "het structuuronderdeel" vervangen door de zinsnede "hetzij de graad, hetzij het structuuronderdeel als het een zevende leerjaar betreft".
Art. 48. In artikel 60, tweede lid, 3°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "rijbewijs D1" vervangen door de zinsnede "rijbewijs D".
Art. 49. In artikel 62, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ", enkel in de tweede en de derde graad," vervangen door de woorden "in alle structuuronderdelen".
Art. 50. In artikel 71, eerste lid, 3°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° punt b) wordt vervangen door wat volgt:
  "b) als de leerling in het eerste leerjaar of het tweede leerjaar van een structuuronderdeel van de derde graad van de arbeidsmarktfinaliteit - bso de doelen van een structuuronderdeel van de tweede graad van de arbeidsmarktfinaliteit - bso dat leidt tot een onderwijskwalificatie niveau 2, of een structuuronderdeel van het buitengewoon secundair onderwijs, opleidingsvorm 3, dat leidt tot een onderwijskwalificatie niveau 2, die zijn vastgelegd door of krachtens decreet- of regelgeving en die nog niet zijn behaald, in voldoende mate behaalt;";
  2° punt c) wordt opgeheven.
Art. 51. In artikel 73 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° aan het eerste lid wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "4° bewijs van slagen voor de basisvorming: als de leerling in een structuuronderdeel van de derde graad van de doorstroomfinaliteit - aso, kso of tso, dubbele finaliteit - kso of tso, of arbeidsmarktfinaliteit - bso geslaagd is voor de basisvorming.";
  2° tussen het eerste en tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "In het eerste lid, 4°, wordt verstaan onder basisvorming: het onderdeel van de vorming dat gemeenschappelijk is voor alle studierichtingen van de derde graad doorstroomfinaliteit - aso, kso of tso, dubbele finaliteit - kso of tso, respectievelijk arbeidsmarktfinaliteit - bso.";
  3° in het bestaande derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de woorden "het tweede lid" vervangen door de woorden "het derde lid";
  4° in het bestaande vierde lid, dat het vijfde lid wordt, worden tussen de woorden "bewijsvoering van" en de woorden "behaalde beroepskwalificaties" de woorden "het slagen voor de basisvorming en de" ingevoegd.
Art. 52. In artikel 75, tweede lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in de eerste zin wordt de zinsnede ", 1°, " opgeheven;
  2° tussen de zinsnede "een getuigschrift van het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3" en de zinsnede "gegeven worden," wordt de zinsnede "of een getuigschrift, onderwijskwalificatie niveau 2" ingevoegd.
Art. 53. In artikel 82 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt:
  " § 1. Samen met de evaluatiebeslissing dat de leerling het leerjaar met vrucht en met clausulering heeft beëindigd, beslist de klassenraad of de leerling het leerjaar als regelmatige leerling mag overzitten.";
  2° in paragraaf 2 wordt de inleidende zin vervangen door de zin "De beslissing over overzitten, vermeld in paragraaf 1, wordt niet genomen:".
Art. 54. Aan artikel 84 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 2023, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "6° ijsschaatsen (discipline kunstschaatsen).".
Art. 55. In artikel 89 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Van de evaluatiebeslissingen van de klassenraad wordt een proces-verbaal opgemaakt en worden er notulen gemaakt die een synthese bevatten van de elementen die tot de beslissingen hebben geleid, waaronder eventueel het resultaat van een stemming. De voorzitter en drie leden van de klassenraad ondertekenen het proces-verbaal en de notulen. De processen-verbaal worden gedurende vijftig jaar bewaard en de notulen worden gedurende vijf jaar bewaard.".
Art. 56. Bijlage 1 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024, wordt vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 57. In artikel 24 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2022 over het inschrijvingsrecht in het basisonderwijs en het secundair onderwijs, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° aan het eerste lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2026-2027: van 24 februari 2026 tot en met 17 maart 2026.";
  2° aan het tweede lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2026-2027: 24 april 2026.";
  3° aan het derde lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2026-2027: van 27 april 2026 tot en met 12 mei 2026.";
  4° aan het vierde lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° voor het schooljaar 2026-2027: 21 mei 2026.";
  5° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Vanaf de inschrijvingen voor het schooljaar 2027-2028 bepaalt de minister:
  1° de periode waarin de leerlingen van het gewoon basisonderwijs zich kunnen aanmelden;
  2° de uiterlijke data waarop het gewoon basisonderwijs de resultaten van de aanmeldingen bekendmaakt die conform punt 1° zijn gedaan;
  3° de periode waarin de gunstig gerangschikte leerlingen voor het gewoon basisonderwijs zich kunnen inschrijven in de aanmeldende scholen;
  4° de data voor de start van de inschrijvingen voor het gewoon basisonderwijs voor de vrije plaatsen in de aanmeldende scholen na de ordening.".
Art. 58. In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° aan het eerste lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2026-2027: van 31 maart 2026 tot en met 24 april 2026.";
  2° aan het tweede lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2026-2027: 19 mei 2026.";
  3° aan het derde lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2026-2027: van 20 mei 2026 tot en met 16 juni 2026.";
  4° aan het vierde lid wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "3° voor het schooljaar 2026-2027: 20 mei 2026.";
  5° er wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Vanaf de inschrijvingen voor het schooljaar 2027-2028 bepaalt de minister:
  1° de periode waarin de leerlingen van het eerste leerjaar van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs zich kunnen aanmelden;
  2° de uiterlijke data waarop het eerste leerjaar van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs de resultaten van de aanmeldingen bekendmaakt die conform punt 1° zijn gedaan;
  3° de periode waarin de gunstig gerangschikte leerlingen voor het gewoon secundair onderwijs zich kunnen inschrijven in de aanmeldende scholen;
  4° de data voor de start van de inschrijvingen voor het eerste leerjaar van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs voor de niet-aanmeldende scholen en voor de vrije plaatsen in de aanmeldende scholen na de ordening.".

Art. 59. In artikel 41 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2023 over de onderwijsinternaten, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024, worden tussen het tweede en het derde lid twee leden ingevoegd, die luiden als volgt:
  "Het bedrag, vermeld in het tweede lid, wordt vanaf schooljaar 2025-2026 gekoppeld aan de evolutie van de spilindex, waarbij het bedrag van 2024-2025 is berekend tegen de indexcoëfficiënt van 2,0807. Het bedrag van een schooljaar X/X+1 wordt telkens gekoppeld aan de indexcoëfficiënt van oktober X.
  In het derde lid wordt verstaan onder spilindex: het begrip spilindex als vermeld in artikel 2 van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.".

Art. 60. In artikel 7, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 september 2024 voor een financiële ondersteuning van maximaal 1.059.083,80 euro aan diverse begunstigden voor het project "Ondersteuningsbeleid voor cognitief sterk functionerende leerlingen" voor de periode van 1 september 2024 t.e.m. 31 augustus 2025 wordt de datum "20 november 2025" vervangen door de datum "20 december 2025".
Art. 61. In artikel 8, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de datum "20 november 2025" vervangen door de datum "20 december 2025".

Art. 62. In de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2024 tot erkenning van de beroepskwalificatie farmaceutisch-technisch assistent gericht op de publieke apotheek wordt onder de zinsnede "1.4. Niveau (VKS en EQF)" het getal "4" vervangen door het getal "5".

Art. 63. De volgende regelingen worden opgeheven:
  1° het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 houdende vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten onder dewelke de leerlingen van het deeltijds beroepssecundair onderwijs en de voor de vervulling van de leerplicht erkende vorming worden begeleid door de psycho-medisch-sociale centra;
  2° het ministerieel besluit van 22 juni 2001 tot bepaling van sommige gegevens die de centra voor leerlingenbegeleiding moeten registreren, het laatst gewijzigd bij het ministerieel besluit van 25 augustus 2023.
Art. 64. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2025 tot herverdeling van kredieten ingeschreven onder begrotingsartikel FC0-1FBE2AA-PR van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse gemeenschap voor het begrotingsjaar 2025 wordt de ESR-code "44.30" bij de basisallocaties 1FD106 en 1FD112 vervangen door de ESR-code "44.10".
Art. 65. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2025.
  Artikel 2, 6, 7, 11, 13, 25, 30 tot en met 33, 35, 37 tot en met 47, 49 tot en met 52, 54, 55 en 59 hebben uitwerking met ingang van 1 september 2025.
  Artikel 14 en 16 tot en met 23 hebben uitwerking met ingang van 1 september 2024.
  Artikel 15 heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 2025 en is van toepassing vanaf het academiejaar 2025-2026.
  Artikel 27 heeft uitwerking met ingang van 15 juli 2025.
  Artikel 60 en 61 hebben uitwerking met ingang van 20 september 2024.
  Artikel 64 heeft uitwerking met ingang van 18 juli 2025.
Art. 66. De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. N1.   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-10-2025, p. 76212)
Art. N2.   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 02-10-2025, p. 76214)