23 APRIL 2025. - Ministerieel besluit tot delegatie van sommige bevoegdheden over de niet-bestemde onroerende goederen die behoren tot het domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, aan personeelsleden van het agentschap Facilitair Bedrijf
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-3
HOOFDSTUK 2. - Specifieke delegaties aan het hoofd van het agentschap Facilitair Bedrijf
Art. 4
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 5
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder agentschap Facilitair Bedrijf: het agentschap Facilitair Bedrijf, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "agentschap Facilitair Bedrijf".
Art.2. De bevoegdheden die conform artikel 4 verleend worden, worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van het ambt van de titularis is belast of dat de titularis vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid boven de vermelding van de graad en de handtekening de formule "Voor de administrateur-generaal, afwezig".
Art.3. De administrateur-generaal van het agentschap Facilitair Bedrijf kan de bevoegdheden, vermeld in artikel 4, subdelegeren aan personeelsleden van het agentschap Facilitair Bedrijf. Elke subdelegatie wordt meegedeeld aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het vastgoed.
HOOFDSTUK 2. - Specifieke delegaties aan het hoofd van het agentschap Facilitair Bedrijf
Art.4. De administrateur-generaal van het agentschap Facilitair Bedrijf heeft in het kader van het beheer van de niet-bestemde onroerende goederen die behoren tot het domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, delegatie om:
1° alle onroerende goederen kosteloos intern over te dragen binnen dezelfde rechtspersoon of tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest;
2° de niet-bebouwde gronden te verkopen als de totale oppervlakte ervan kleiner is dan 1 hectare en de geraamde waarde lager is dan 37.500 euro;
3° de niet-bebouwde gronden te ruilen als de tegenpartij bij de ruil geen opleg aan de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest verschuldigd is die hoger is dan 37.500 euro.
In het eerste lid wordt verstaan onder niet-bestemde onroerende goederen: onroerende goederen die niet meer nuttig aangewend kunnen worden bij de uitoefening van de bevoegdheden die toegewezen zijn aan elk van de leden van de Vlaamse Regering.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepaling
Art. 5. Het ministerieel besluit van 10 december 2015 houdende delegatie van sommige bevoegdheden betreffende de niet-bestemde onroerende goederen die behoren tot het domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest aan personeelsleden van het agentschap Facilitair Bedrijf wordt opgeheven.